zondag 27 april 2014

Olga Tokarczuk – Huis voor de dag, huis voor de nacht


Huis voor de dag, huis voor de nacht is de geschiedenis van aan aantal inwoners van het dorpje Nowa Ruda in Silezië, op de grens tussen Polen en Tsjechië. Het is geen chronologische vertelling. De hoofdpersoon-vertelster is inwoner van het dorp en vertelt bijvoorbeeld over haar ontmoetingen met Marta, een beetje merkwaardig oud besje. Andere verhalen staan op zichzelf, los van deze naamloze hoofdpersoon.

Tokarczuk schakelt voortdurend tussen heden en verleden. Een deel van de verhalen gaat over de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers die in het dorp woonden werden verdreven. Polen uit het Oosten trokken in hun huizen. De bewoners die toen arriveerden in Nowa Ruda keren terug in de verhalen uit het heden.

Daarnaast loopt er een oudere geschiedenis door het boek. Het verhaal van de heilige Kümmernis. Zij was een meisje dat moest trouwen van haar vader, maar onvoorwaardelijk voor God koos. Zij verrichtte wonderen, maar werd uiteindelijk door haar vader gekruisigd. Iemand vraagt later door wie dit heiligenleven is opgetekend. En de geschiedenis van deze monnik wordt ons uitvoerig en in delen verteld.

Het boek heeft een wat vreemde structuur. Vele verhalen - soms heel kort, dan weer langer - lopen door elkaar heen. Heden en verleden zijn soms moeilijk te scheiden. Er staan ook verrassingen als recepten van paddenstoelen in dit boek.  En de droom is een terugkerend thema. De hoofdpersoon verzamelt namelijk dromen en plukt deze van internet.

Je moet je als lezer niet laten ontmoedigen door deze slingerstructuur. Ik raakte soms de draad kwijt, maar werd telkens weer geboeid door een nieuw verhaal. Bijvoorbeeld het verhaal van een oude man die zijn geboortedorp komt bezoeken. Hij beklimt een berg in het grensgebied. Hij voelt zijn einde naderen en gaat precies liggen op de grens van Polen en Tsjechië. Grenswachters uit Tsjechië vinden zijn lichaam. Hun dienst zit er bijna op, dus verschuiven zij het lichaam over de grens. Poolse grenswachters doen later hetzelfde.

Dit verhaal blijft zonder ontknoping, maar dat maakt niet uit. Het verschuiven van grenzen is in het hele boek een belangrijk thema. Net als dag en nacht, droom en werkelijkheid  en tweelingen/dubbelgangers. Maar de verhalen van bijzondere dorpsgenoten spraken mij het meeste aan.

Ergo Sum heeft een opmerkelijk naam. Tijdens de oorlog zat hij met een paar kameraden ingesneeuwd. De honger nam zulke vormen aan dat zij mensenvlees hebben moeten eten. Hij wordt gered en ontwikkelt zich is tot een erudiete leraar. Op een dag leest hij bij Plato dat het eten van mensenvlees van de mens een wolf maakt. Hij raakt in verwarring en denkt dat hij zal veranderen in een weerwolf. Zijn leven staat op zijn kop. Ergo Sum komt in Nowa Ruda terecht en werkt hier voortaan als knecht bij een boer.

Het oude vrouwtje Marta is niet helemaal gek. Zij leeft eenvoudig, maar zegt vaak hele rake dingen: “…wanneer mensen ‘alles’, ‘altijd’, ‘nooit’,’ ieder’ zeggen, kan dat alleen op henzelf betrekking hebben, want in de buitenwereld bestaan zulke algemene dingen niet. Ze raadde me aan om op mijn hoede te zijn, want als iemand een zin begint met ‘altijd’, wil dat zeggen dat diegene het contact met de wereld kwijt is geraakt en dat hij over zichzelf praat.” Voor liefhebbers van Poolse literatuur die niet hechten aan chronologie is dit droomboek een aanrader.

Geen opmerkingen: