De Hermans-biografie is wat te dik om te lezen in de trein.
Daarom stak ik dit reisboek mee. Ik wilde het al enige tijd lezen. Olaf Koens
is journalist in Rusland en is vele malen in de Kaukasus geweest. Sommige stukken
in deze bundel zijn eerder in de krant verschenen, maar ‘Koorddansen in de Kaukasus’ vormt een mooi
samenhangend geheel.
Het boek leest als een avonturenroman. Het lijkt erop dat
Koens in elk Kaukakisch land op zoek gaat naar de meest afgelegen of gevaarlijkste
plek. Als geen taxichauffeur hem naar de een of ander Tsjetsjeens terroristendorp
wil vervoeren en iedereen het hem ten zeerste afraadt, dan doet hij er juist alles
aan om in dat dorp te geraken. Het is niet verbazingwekkend dat hij regelmatig
in gevaar komt. Hij wordt overvallen, gevolgd door ongure types of staat bloot
aan ondervragingen. Maar uit zijn laconieke manier van vertellen weet je bij
voorbaat al dat het goed afloopt.
Wat is er zo leuk aan de Kaukasus? De verscheidenheid, de
vele verschillende landjes en culturen, de eeuwenoude vetes, de dubbele moraal,
de gastvrijheid en het absurdisme spreken mij erg aan. Maar dan wel om erover te
lezen, niet om er zelf heen te gaan. Voor Tblisi maak ik een uitzondering.
Koens doet niet aan analyses. Het geeft geen antwoord op
vragen hoe de regio geworden wat het nu is of wie de schuld heeft aan de chaos
in diverse landen. Vooral met anekdotes en ontmoetingen schets hij het beeld
van deze streek.
Koens bezoekt een buitenverblijf van Stalin in Abchazië. Met
enige moeite komt hij het omheinde complex binnen. Een dronken bewaker leidt
hem rond. Stalin vertrouwde zelfs zijn eigen bewakers niet en had verschillende
slaapkamers. ‘s Nachts wisselde hij regelmatig van kamer. Er staan weinig
originele spullen meer. Het meeste is verpatst en de datsja is te huur voor
feestjes. Alleen een tapijt is authentiek. De bewaker loopt eromheen, maar
stampt er even later met zijn schoenen op: “Dat die klootzak mag rotten.”
In buurland Georgië zijn nog volop herinneringen aan Stalin
te zien: in het museum geen kritisch woord over de man, want hij heeft ook veel
goeds gedaan. Een reusachtig beeld siert het plein van Gori. Drinken doen ze
ook in Georgië, vooral de wijnen zijn beroemd. Koens komt terecht op een
bacchanaal met uiteraard de nodige wodka, een striptease en gekots uit een raam. Echt
Georgisch is het onthoofden van wijnflessen met een groot zwaard dat nog aan de
opa van een der feestvierders toebehoorde.
Vreselijk is het lot van apen die gebruikt werden voor experimenten
in een laboratorium in Abchazie. Het in de ruimte schieten van de arme beesten
was nog het minste wat de geleerden deden. Er werd serieus gepoogd apen met
mensen te kruisen, in de tijd dat ook Mengele zich met dergelijke
gruwelijkheden bezighield. Tijdens de oorlog van 1992-1993, waarmee Abchazië onafhankelijk
werd van Georgië, zijn veel apen van de honger en dorst omgekomen.
Koens bezoekt bijna alle landen in de Kaukasus zoals Armenie
en Azerdeidzjan, maar ook deelrepublieken van Rusland als Ingoesjetië, Dagestan
en de plek waar binnenkort de Olympische Spelen worden gehouden, het bizarre
Sotsji. Ik moet een keuze maken. Niet alle avonturen kan ik hier herhalen. Lees
het boek zelf maar. Toch een kleine greep.
In Tsjetsjenië is het een ongeschreven regel om tijdens het
dansen van de Lezginka je pistool in te leveren: voortdurend ziet Koens wapens
over en weer gaan in een lokale discotheek-nachtclub-rovershol.
Naftalan in Azerbadzjan staat bekend om zijn oliebaden. Het
schijnt gezond te zijn. Natuurlijk ondergaat Koens zelf een oliebad en ruikt
nog dagen naar petroleum.
De titel van Koens boekt slaat op het dorp Tsovka in
Dagestan. Hier bestaat een eeuwenoude traditie van koorddansen. De opa van het
dorp verhaalt over vroeger, toen Tsovkezen carrière maakten in het staatscircus.
Ook hier doet de auteur aan participerende journalistiek en bewandelt met
succes het koord. Hij mag blijven, trouwen met een kleindochter en de traditie
levend houden.
Tot slot, in de regio wordt het schaken nog toegepast als
middel om aan de vrouw te komen. Moeders staan er niet altijd negatief tegenover:
“Mijn tweede dochter is zestien, ze
heeft mooie borsten. Ik hoop dat iemand dit opmerkt en haar wil kidnappen. We hebben echt niets meer om haar
uit te huwelijken.”
‘Koorddansen in de Kaukasus’ is kortom een mooi boek. Ik las
het in anderhalve dag uit. ‘Kleine landjes’ van Jelle Brandt Corstius heeft
veel gemeen met Koens boek. Het speelt zich ook af in de Kaukasus en Brandt
Corstius heeft ook een goed oog voor het obscure. Koens is denk ik nog iets
avontuurlijker en zijn boek is Kuifje-achtiger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten