‘Alle dromen van de wereld’ is een schitterend boek over
Polen. Het is al bijna 10 jaar oud en niet makkelijk verkrijgbaar. In
boekhandel Pegasus werd ik er attent op gemaakt en toen ik het online
betaalbaar aantrof aarzelde ik geen moment.
Johan de Boose schrijft over de geschiedenis van Polen en
over de veelzijdige Poolse literatuur. Maar ‘Alle dromen van de wereld’ is ook
een reisboek. Boose bezoekt de belangrijkste steden van het land, ontmoet
schrijvers en waagt zich in de uithoeken en grensgebieden waar de geschiedenis
nog overal zichtbaar is. Bovendien schrijft hij uitstekend, kortom een van de
beste boeken over Polen die ik ken. Blij het gelezen te hebben voordat ik samen
met Mischa dinsdag naar Polen vertrek voor een kort bezoek aan Wroclaw en
Poznan.
De naam Polen ontstond ergens in de 9de eeuw. Een
eeuw later werd volgens de mythe een Piast
(aanvoerder van de Polanie) genaamd Mieszko
verliefd op prinses Dabrowa
(eikenbosje). Zij trouwden en Miezsko liet zich op 14 april 966 dopen. Uit het
huwelijk werd Boleslaw de Dappere geboren, de eerste christelijke koning van
Polen.
Vanaf eind 14de eeuw was Polen door een unie
verbonden met Litouwen. Het rijk hield stand tot aan het eind van de 18de
eeuw en was het grootste land in Europa: van de Oostzee tot aan de Zwart Zee.
Er heerste relatieve rijkdom, rust en vrijheid . Boose geeft als klein voorbeeld
dat tussen 1550 en 1650 er maar 12 heksenverbrandingen plaatsvonden in Polen,
tegenover 900 in de Nederlanden.
Eind 18de eeuw - het land was inmiddels flink
verzwakt – werd Polen opgedeeld tussen Pruisen, Oostenrijk-Hongarije en
Rusland. Vervolgens was Polen meer dan een eeuw verdwenen van de kaart. Na de eerste wereldoorlog heeft de Poolse
Republiek kort bestaan, tot aan de inval van de nazi’s en de Sovjets in 1939.
Pas 50 jaar later, in 1989 verkrijgt Polen weer zelfbestuur.
Tegen deze historisch achtergrond is het niet gek dat veel
Poolse schrijvers buiten de huidige Poolse grenzen zijn geboren of een groot
deel van hun leven buiten Polen hebben gewoond. De favoriete Poolse schrijvers van
Boose zijn Witold Gombrowicz, Stanislaw Ignacy Witkiewicz en Bruno Schultz. Allen
hebben hun eigen kronkelige levensgeschiedenis. Alle drie behoren zij tot de vooroorlogse
avant-garde, hun verhalen en toneelstukken zijn absurdistisch en vervreemdend. Het
zijn niet mijn favorieten.
Boose bezoekt de Nobelprijswinnaar Milosz. Hij werd geboren
in Vilnius en groeide op in een culturele mengelmoes. Er werd Pools, Russisch,
Wit-Russisch, Litouws en Jiddisch om hem heen gesproken. Hij vluchtte in de
jaren 50 naar Amerika en kreeg langzaam erkenning voor o.a. zijn prachtige
poëzie. In 1980 ontving hij de Nobelprijs. Milosz is teruggekeerd naar Poolse
bodem. Boose zoekt hem op in Krakov, de stad die hem het meest doet denken aan
zijn geboortestad in Litouwen.
Milosz is 90 jaar als Boose hem ontmoet. Bij binnenkomst verbaast
hij zich over een laptop die hij ziet staan. “ongetwijfeld bewaard hij zijn
gouden pennen in een vergrendelde lade.” Milosz is groots en stoïcijns. Hij
heeft de hele Poolse geschiedenis van de twintigste eeuw van dichtbij meegemaakt. “Hij had tientallen
keren dood kunnen zijn”, maar had kennelijk geluk. De 20ste eeuw is
zijn eeuw.
Zoals zovelen heeft hij de instorting van het communisme
niet zien aankomen. “Dat zij in 1917 de macht zouden grijpen was te
voorspellen.” Maar dit had niemand voorzien. Milosz verhaalt over de
gebeurtenissen na de eerste wereldoorlog en trekt een parallel met Joegoslavië.
Door de Sovjets werden de Polen gedeporteerd uit Wit-Rusland, Oekraïne en
Litouwen. Velen eindigden in Siberië. Er vonden massale volksverhuizingen
plaatst. “Later zouden de Duitsers er hun
etnische zuiveringen houden, toen warend e Joden aan de beurt.”
Milosz vertelt het ogenschijnlijk onaangedaan. Maar zijn stoïcijnse
houding krijgt een tikje als de telefoon gaat en hij te horen krijgt dat zijn
auto is gestolen. Voor Boose tijd om te vertrekken.
Johan de Boose bezoekt meer Poolse schrijvers, zoals die
andere Nobelprijswinnaar Szymborska.
In het dorpje Drohobytsj, een stukje buiten Lvov zoekt Boose
naar sporen van zijn held Bruno Schulz. Lvov (of Liviv of Lemberg) ligt nu in
de Oekraïne. Weer zo’n Midden-Europese stad waaromheen de grenzen nogal eens
verschoven. Het wordt een barre tocht met een taxichauffeur die niets van zijn missie
begrijpt. In het voormalig woonhuis van Schulz hebben ze liever geen toeristen, bang dat
het huis door zoveel aandacht verbouwd gaat worden tot museum en zij hun
bewoning kwijt zijn. Schulz werd in 1942 doodgeschoten, zowel zijn graf als
zijn nalatenschap zijn verloren gegaan.
Dit deel van het oude Polen viel in de 19de eeuw onder het
redelijk tolerante regime van Oostenrijk-Hongarije. Binnen de Russische gewesten
hadden met name de Joden het zwaar. Velen vluchten begin 20ste eeuw naar de VS. Een van hen was Singer. Hij heeft zeer
uitvoerig over de Joodse cultuur in Polen geschreven. Hoewel hij in het Jiddisch schreef ziet Boose
hem terecht als een Pools auteur. Ook andere Nobelprijswinnaars als Milosz en
Sienkiewicz woonden lange tijd niet in Polen en worden ook algemeen erkend als
Poolse schrijvers.
Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog vonden er wederom volksverhuizingen plaats. De grens van Polen schoof een heel stuk op naar het Westen. Miljoenen Duitsers werden met geweld verdreven. De Polen uit het Oosten moesten hun plek innemen. Deze Westverschiebung beschrijft Boose aan de hand van een bezoek dat hij brengt aan een landgenoot die er een kasteeltje (bouwval) heeft gekocht. Men is niet erg gesteld op buitenlandse kopers en is bang dat Duitsers vooroorlogse rechten komen opeisen. Liever slopen de Poolse dorpsbewoners oude Duitse resten, zoals begraafplaatsen.
Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog vonden er wederom volksverhuizingen plaats. De grens van Polen schoof een heel stuk op naar het Westen. Miljoenen Duitsers werden met geweld verdreven. De Polen uit het Oosten moesten hun plek innemen. Deze Westverschiebung beschrijft Boose aan de hand van een bezoek dat hij brengt aan een landgenoot die er een kasteeltje (bouwval) heeft gekocht. Men is niet erg gesteld op buitenlandse kopers en is bang dat Duitsers vooroorlogse rechten komen opeisen. Liever slopen de Poolse dorpsbewoners oude Duitse resten, zoals begraafplaatsen.
Johan de Boose eindigt zijn boek in het verre Oosten van het
huidige Polen. Eenzaam kijkt hij uit over de eindeloze bossen. Hier begint Siberië.
‘Alle dromen van de wereld’ is een prachtig boek. Iedereen
die iets wil weten over de Poolse geschiedenis en interesse heeft in Poolse
literatuur moet dit lezen. Het is niet eenvoudig te vinden voor een redelijke
prijs, maar Bibliotheek Rotterdam heeft een exemplaar staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten