Op weg naar Polen neem je natuurlijk een Poolse roman mee. Stasiuk is een bekende schrijver in Polen. Er
is veel werk van hem vertaald, ook in het Nederlands. Dit is het derde boek dat
ik van hem heb gelezen.
Het verhaal speelt zich af op het platteland van Polen. Het
is koud en de vijf vrienden waar het verhaal om draait verwachten weinig meer
van het leven. De hele roman door wordt er meer dan stevig ingenomen. Aan het
begin van het boek beschrijft de hoofdpersoon een gebeurtenis van een jaar
geleden en begint met: “ We waren met z’n vijven en ieder van ons dronk waar
hij zin in had. Bandurko tetterde droge wijn. De Kleine nipte van zijn pure
wodka, Casior zat aan het bier, want hij moest nog rijden. Kostek dronk ook
bier en ik had goedkope brandy. Het regende.”
De sfeer in ‘De Witte Raaf’ sloot slechts gedeeltelijk aan
bij onze belevenissen in Wroclaw en Poznan vorige week. Het was prachtig weer
en Mischa en ik hebben weinig in het
niets gestaard of geklaagd over het leven. Onze drankinname stond wel compleet
in de schaduw van wat onze pasverworven Poolse vrienden innamen tijdens de
nachtelijke tocht door de literaire onderwereld van Wroclaw.
De vijf vrienden uit De Witte Raaf hebben afgesproken elkaar
te ontmoeten in een afgelegen hut in de bossen. Zo onopvallend mogelijk
verzamelen zij zich daar. Als lezer raakt je na tientallen pagina’s met barre
tochten door de sneeuw wat geïrriteerd omdat je geen idee hebt waarom zij zo nodig
erheen willen. Uit gespreken en herinneringen stijgt een beeld op van een
verloren generatie. De vijf willen misschien een daad stellen of uittesten wat
hun vriendschap waard is. Niet dat zij dit zo precies afgesproken hebben, want ook
de hoofdpersoon vraagt zich regelmatig af wat hij hier doet.
Langzaam blijkt dat Bandurko, de leider van de club, genoeg heeft
van zijn nutteloze bestaan en een soort guerrilla wil organiseren. Hij bekt de
anderen af met woorden als ‘je denkt toch niet dat dit een vakantietochtje is’.
Het hoe of wat blijft echter totaal onduidelijk. Wel leer je aan de hand van
verhalen van vroeger de jongens steeds beter kennen. Het zijn vrienden voor het
leven, maar onderlinge rancune is nooit ver weg.
De ik-figuur gaat op een gegeven moment op pad met de meedogenloze
Kostek om nieuwe voorraden in te slaan. Zij doen hier extreem lang over,
blijven eindeloos doorzakken en dwalen. Op
een gegeven moment worden zij aangehouden door een douanier. Kostek
overmeestert hem en de twee vluchten weg met zijn auto. Nu is de guerrilla
begonnen. Achteraf blijkt net als andere gebeurtenissen dat deze ook niet zo
duidelijk: is de douanier gedood? Als lezer weet je het niet.
Als de vijf weer samen zijn volgt er een lange vlucht die
eindigt in een soort hotel. Onderweg is de een na de ander verkleumd, ziek of kapot. Regelmatig is er
onenigheid. In het huis is het echter warm, vooral als in de kamer naast hun een
feest losbreekt en zij zich erin mengen. De drank gaat in een nog rapper tempo
naar binnen.
Dan breekt er paniek uit. Er arriveren twee agenten en de
vrienden slaan wederom op de vlucht. Dat wil zeggen: ik-figuur, Bandurko en de doodzieke
Casior. Hun poging is gedoemd te mislukken en de andere twee zijn
waarschijnlijk al gearresteerd. Later blijkt dat de agenten voor iemand anders
kwamen. De groep komt weer samen en de finale van deze roman speelt zich af in
een verlaten steengroeve. Er raast een sneeuwstorm, de spanningen lopen op en
de groep valt definitief uit elkaar.
‘De witte raaf’ is een mooi boek, dat zo verfilmd kan
worden. Het beste wat ik tot nu toe
gelezen heb van Stasiuk. De gebeurtenissen in het heden lopen vloeiend over in
herinneringen uit het verleden. Er zit een prachtige opbouw in en ook goed is
dat je als lezer vaak net niet precies weet hoe het zit, wat echt is of wat
zich slechts in de hoofden van de vrienden afspeelt. De stijl van Stasiuk is oké
en het boek staat vol met maffe dialogen als de volgende:
“Ik hoef maar een klein beetje, liet Kostuk weten.
Wat krijgen we nou, heb je soms dienst?
Ik slaap slecht als ik gedronken heb.
Omdat je te weinig drinkt. Je ziet meteen dat je een van die
figuren bent die zogenaamd niet graag hun beheersing verliezen. Alleen
beheersing waarover? Over zichzelf of over de rest? Of misschien wel over
alletwee. Wie zal het zeggen.
Ik slaap slecht, herhaalde Kostuk
Wie zegt dat je moet slapen? Als het carnaval is, is het
carnaval, en de vasten is nog ver weg. In de vastentijd kun je uitslapen, jij
met je tanige gezicht.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten