zaterdag 15 september 2018

Roman Helinski – De Wafelfabriek

‘De wafelfabriek’ kwam vorig jaar uit en staat nu op de longlist van de Bookspot Literatuurprijs. Een goeie reden om deze tweede roman van Roman Helinski te lezen. Hij vertelt het verhaal van de vrouwen uit de wafelfabriek die onder leiding van een mysterieuze man in opstand komen tegen de directeur.


In het begin van de roman schetst Helinski het werk in de fabriek zoals het altijd geweest is: het starten van de oven, het draaien van de lopende band, de vaste werktijden en de pauzes in de kantine, waar de koffie altijd smerig is. De werknemers, voornamelijk vrouwen, werken er al jaren. Nieuwelingen houden het meestal niet lang vol. Zij lopen na een paar uur of in ieder geval voor hun derde werkdag weg. “Die derde dag is een breekpunt: wie dan komt opdagen, maakt grote kans een tijdje te blijven.”

Het werk is dus niet voor iedereen weggelegd. Je moet uit het goede hout gesneden zijn. In zekere zin zijn de vrouwen trots op hun werk. Zij vormen één familie en wonen ook in dezelfde wijk aan de rand van de stad: een woonerf. Op hun scooters arriveren zij om half zeven bij de fabriek. De directeur komt tegen tien uur aanrijden in zijn mooie auto.

Niets wijst erop dat zij erg ontevreden zijn of bereid zijn in opstand te komen tegen hun directeur. Maar de status quo wordt doorbroken door de komst van een buitenstaander, Arka Narovski. Waar hij vandaan komt of waar hij woont dat weet niemand. Hij zegt in het leger gediend te hebben en te hebben gevochten in Afghanistan. Wanneer hij hierover vertelt luisteren de vrouwen ademloos.

Arka is indrukwekkend. Hij is bijna twee meter lang en zelfverzekerd. Hij helpt een medewerkster die een ongeval krijgt, door haar vingers uit de machine te halen. Hij is een held en krijgt al snel alles voor elkaar. Hij gaat om met de directeur als zijn  gelijke. Al snel weet hij bij de vrouwen opstandigheid aan te wakkeren. Zij beschouwen hem als hun leider, maar bij het zien van de directeur slaat onmiddellijk de twijfel toe. “Verongelijkt zijn en willen staken is één. Maar de directeur onder ogen komen is toch wat anders. Het opnemen tegen de macht vereist meer van mensen dan baldadigheid. Het vergt moed en vasthoudendheid.”

De kern van het boek draait om het machtsspel dat Arka met de directeur en de medewerkers speelt. De indrukwekkende Arka blijkt ook gemene trekken te hebben. Hij zet de strijd voort en eist van de vrouwen een offer. Je weet niet wat er achter zijn streven zit. Heeft hij het beste met de vrouwen voor? Welk belang jaagt hij na? De spanning in dit verhaal weet Helinski prachtig op te bouwen. Zijn proza is zakelijk en emotieloos. In de beschrijving velt hij geen oordeel over Arka of de directeur. Hij laat een proces zien, waarbij de deelnemers zichzelf niet meer in de hand lijken te hebben.

Arka leidt hen. Hij laat de mensen af en toe aan hun lot over, om vervolgens als held terug te keren. Het verhaal leest als een sprookje. Helinski noemt geen tijden of plaatsen, maar beschrijft wel de voorwaarden waaronder een groep zich laat leiden door een Arka: het offer brengen, het niet toelaten van twijfel en de hoop – boven de onzekerheid - die aan de einder gloort. Onder groepsdruk kunnen mensen tot rare dingen in staat zijn.

Inhoudelijk zal ik niets vertellen over het verloop van het verhaal en over de diverse personages. Het proces is uitstekend omschreven. Ik vond de vrouwen soms wat te meegaand en de directeur een beetje slap. De werkelijkheid is denk ik complexer, maar als ‘sprookje’ moet het verhaal ook niet teveel uitweidingen bevatten. Het strakke in de vertelling vormt juist de kracht. Tot slot vond ik Helinski’s beschrijving van wafelfabriek erg indrukwekkend. Ik zag de fabriek echt voor mij, als een personage. De oven is het hart, de lopende banden de ledematen, de directeurskamer het brein. De machines worden roofdieren genoemd. Er valt niet mee te spotten.

Geen opmerkingen: