Ladislav
Klíma (1878-1928) was een Tsjechische filosoof en schrijver. Hij was een
bijzonder mens. Hij kwam uit een welvarend Boheems milieu, maar leefde zijn
volwassen leven grotendeels in armoede. In 1894 overleed zijn moeder aan de
tyfus. Vanaf dat jaar, hij zat nog op het gymnasium, gedroeg hij zich steeds
opstandiger en weigerde zich nog langer bloot te stellen aan de burgerlijke
idioterie. Zijn leven en zijn filosofie zijn in gelijke mate vreemd. Kees
Mercks noemt hem in zijn nawoord een van de meeste bizarre figuren uit de
Tsjechische cultuur.
Het meeste
wat Klíma heeft geschreven is pas na zijn dood uitgegeven, veel zelfs na 1989. Hij
heeft echter ook een hoop teksten zelf vernietigd. Zijn filosofie is radicaal
subjectief en is een mengsel van ideeën van Nietzsche, Schopenhauer en
Berkeley. Een van de uitgangspunten is
dat het Hoogste slechts bereikbaar is door het Laagste te ondergaan. Pijn en
lust liggen dicht bij elkaar. Door pijn groeit de kracht. Hij paste dit
principe toe op zijn eigen leven. “Alles stelde hij in het werk om Zichzelf te
beproeven en zijn Absolute Wil te bewijzen.”
Klíma
stelde zich bloot aan extreme kou. Hij at lange tijd uitsluitend rauw voedsel
zoals meel en erwten, maar at ook wel wormen. Hij dronk naast grote
hoeveelheden alcohol, ook bedorven water en spiritus. Hij wilde geen tijd
verspillen aan vrouwen maar zei wel de seksuele pathologie te zullen verrijken
met twintig nog onbekende perversiteiten. Veel Tsjechische schrijvers zijn door
zijn bizarre werk beïnvloed, met name Bohumil Hrabal. Maar ook een band als ‘The
Plastic People of the Universe’ is schatplichtig aan Klíma.
Onderdeel
van de filosofie van Klíma is het dunne onderscheid tussen fantasie en
werkelijkheid. Dit keert terug in de enige roman die van hem bewaard is
gebleven: ‘Het lijden van vorst Sternenhoch’. Het boek beschrijft de
ontwikkeling van waanzin in het hoofd van deze vorst en is doorspekt met de
filosofie van Klíma. Het boek heeft deels de vorm van een dagboek.
Vorst Sternenhoch
is een mager kaal mannetje, met nauwelijks tanden is zijn mond. Hij is rijk en
staat in aanzien bij de Duitse keizer. Tijdens een bal laat hij zijn oog vallen
op de zeventienjarige Helga. “Zij leek een wandelend lijk dat door een of ander
mechaniek werd voortbewogen.” Hij vraagt haar bezeten vader om haar hand en
trouwt haar. Op de huwelijksnacht waarbij zij nauwelijks beweegt verwekt hij
een kind bij haar. Als het kind er is, verandert langzaam Helga’s gedrag.
Er volgt
een reeks bizarre en uiterste wrede gebeurtenissen, waar ik niet teveel over
zal vertellen. In het dagboekgedeelte worstelt de vorst met hallucinaties, die
betrekking hebben op zijn overleden vrouw. Of leeft zij nog en zijn het
werkelijke ontmoetingen? Allerlei verschikkingen moet hij ondergaan, zowel afgedwongen
als op basis van zelfgenezing. Zo neemt op advies van een arts ijsbaden en eet
hij enorme hoeveelheden groenten met groene melk. “Ik moest weliswaar braken
als een hond, maar niettemin begon ik manmoedig het hout te zagen en brulde ik
om daarbij vrolijk en flink te lijken: ‘Hiep, hiep, hoera! Ik ben voor niemand
bang’, en om kalm te blijven besloot ik de Engelsen na te apen: ik zette een monocle
op en proestte ondertussen aldoor ‘olrajt’ tussen mijn tanden door.”
Veel steun
heeft hij aan zijn twee Sint Bernards Leeuw en Olifant, enorme exemplaren van
wel honderd kilo. “Deze dieren blaften vrijwel nooit; ze vonden dat beneden hun
waardigheid.”
De
filosofische bespiegelingen van Klíma sluiten naadloos aan bij de
belevingswereld van Sternenhoch. Moorden is hetzelfde als baren. “Een mens
doden is hetzelfde of zelfs minder dan een denkbeeld doden.” Deze denktrant zet
hij voort. Hij komt tot de conclusie dat “Moord” (hij zet het woord bewust
tussen haakjes) niets anders is dan “een idioot, uitermate laf sociaal
vooroordeel.” Zo volgen er meer inzichten, bijvoorbeeld in zijn eigen waanzin.
‘Eigenlijk ben ik nu gek, maar omdat ik steeds maar bezopen ben…ziet niemand
dat aan me.”
Ladislav
Klíma is een ontdekking. Ik begrijp goed dat Hrabal een liefhebber van zijn
werk was. Helaas is er maar één roman van hem bekend. Zijn filosofische werk is
niet vertaald in het Nederlands. ‘Het lijden van vorst Sternenhoch’ is in 2009
uitgegeven door Coppens & Frenks en is hier en daar nog verkrijgbaar als
edel-ramsj.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten