Auke Hulst
lijkt in ieder nieuw boek een ander genre te willen uitproberen. ‘Slaap zacht,
Johnny Idaho’ speelt in de nabije toekomst en kun je bestempelen als
sciencefiction. ‘Kinderen van het ruige land’ is sterk autobiografisch en
vertelt het verhaal van een jongen die samen met zijn broer opgroeit op het
platteland. De vader is dood, de moeder is vaak afwezig. In ‘Motel songs’ mengt
Auke Hulst in één boek reisverhalen, essays over overleden helden en
herinneringen aan zijn vader. Bovendien bevat het boek de songteksten van de
nummers die hij onderweg opnam, de cd wordt meegeleverd bij het boek.
Auke Hulst
boekte zijn reis door Amerika toen zijn vriendin hem verliet. Hij rijdt een
paar maanden later van Philadelphia naar San Francisco, alleen. Onderweg
bezoekt hij plaatsen waar schrijvers die hij bewondert hebben gewoond: Ernest
Hemingway, Scott Fitzgerald en Philip K. Dick. Zijn liefde voor muziek is misschien
nog groter dan die voor literatuur. Hij doet de plek aan waar Jeff Buckley
verdronk en het huis waar Kurt Cobain zichzelf doodde.
Waar hij
komt spreekt hij mensen aan in de omgeving van deze ‘heilige’ plaatsen.
Opmerkelijk is dat de verhalen die hij hoort vaak afwijken van de officiële
versies. Een vrouw die een shack naast die van Jeff Buckley bewoont is er zeker
van dat hij zich voor zijn hoofd heeft geschoten. Mensen die in de straat van
Cobain wonen wijzen diverse adressen aan waar hij een einde aan zijn leven
maakte.
Bijna
obsessief probeert Auke Hulst zo dicht mogelijk bij zijn helden te komen. Het
huis in Ketchum, Idaho waar Hemingway aan zijn einde kwam, mag hij bezoeken. In
een halletje schoot de schrijver zichzelf in 1961 door zijn hoofd. Aan het
interieur is sindsdien weinig veranderd. Zijn echtgenote is nog in het huis
blijven wonen. “Ze is alleen een andere voordeur gaan gebruiken, zodat ze niet
elke dag in dat halletje hoefde te zijn.” Niet altijd komt hij zo dichtbij.
Veel plekken zijn verdwenen: herdenkingsstenen of bankjes zijn afgebroken, een
studio is afgebrand, een huis is niet meer terug te vinden.
Ergens
tijdens de reis beseft Auke Hulst dat hij hier niet zomaar rondrijdt. Zijn
bewondering betreft vooral schrijvers en muzikanten die jong zijn overleden of
zelfmoord pleegde. Hij is zelf binnenkort jarig. Twee dagen na de sterfdag van
zijn vader. De vader die hij inmiddels in jaren heeft ingehaald.
Onder de
titel ‘Vaderdagen’ staat er halverwege de bundel een prachtig stuk over zijn
vader. Hij was journalist, liet zich door niemand wat wijsmaken en reed graag
hard auto. In 1983 stierf hij plotseling. Als kind droomde Auke Hulst geregeld
dat zijn vader nog leefde en alleen hun gezin had omgeruild voor een ander
gezin. Hij spiegelt zich aan anderen die ook zonder vader zijn opgegroeid,
zoals Jeff Buckley.”Hij is nauwelijks ouder geworden dan zijn vader, en ja,
over dit verhaal hangt de schaduw van dode vaders, de zijne en de mijne.”
Auke Hulst
volgt halfbewust een route. Zijn einddoel is ooit de Westkust bereiken. Hij
kiest bewust voor de B-wegen, daar vindt je het echte Amerika, ”langs de
Interstate slechts een biotoop van ketenmotels, fastfoodrestaurants en
tankstations.” Juist door half zoekend, half dwalend rond te rijden vindt hij
de mooiste verhalen. “Ik rij om, anders kom ik er nooit.” Alle clichés kloppen:
deze reis is ook een innerlijke reis.
Naast zijn
vader, duikt ook de moeder van Auke Hulst op tijdens de reis. Zij is een
excentrieke vrouw, die soms zijn lezingen bezoekt, anoniem. Na afloop komt zij
naar voren met een bosje bloemen. Auke Hulst schaamt zich voor haar gedrag. Hij
schaamt zich nu ook over deze schaamte. “Maar wat als het gedrag van een ouder
je letterlijk tot het eind van de wereld blijft achtervolgen?”
De opzet
van ‘Motel songs’ is bijzonder. Auke Hulst begint het boek met verhalen over
zijn helden, onderbroken door het verhaal van zijn vader. Dan volgen de
songteksten en daarna het dagboek per staat waar hij doorheen rijdt. Hierin
verwijst hij naar de plekken die hij in eerdere stukken al aangedaan heeft. Wat
mij betreft had hij er één aaneengesloten reisboek van mogen maken.
Auke Hulst
is zeer goed in het combineren van verschillende verhaallijnen. Reisverslag,
essay-achtige stukken over zijn helden en het verhaal over zijn vader, het had
prima in een doorlopend verhaal gepast. Auteurs als Jeroen Brouwers en L.H.
Wiener zijn meesters is deze manier van een boek opbouwen. Auke Hulst kan het
volgens mij ook. Maar ‘Motel songs’ is de huidige vorm sowieso een prachtig
boek. En het zet aan tot meer lezen. De schrijver van sciencefiction Philip K.
Dick kende ik slechts van naam. Zijn bizarre leven beschrijft Hulst met veel
smaak en oog voor gekke details. Ik ga zeker iets van hem lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten