zondag 10 juni 2018

Auke Hulst – Motel songs


Auke Hulst lijkt in ieder nieuw boek een ander genre te willen uitproberen. ‘Slaap zacht, Johnny Idaho’ speelt in de nabije toekomst en kun je bestempelen als sciencefiction. ‘Kinderen van het ruige land’ is sterk autobiografisch en vertelt het verhaal van een jongen die samen met zijn broer opgroeit op het platteland. De vader is dood, de moeder is vaak afwezig. In ‘Motel songs’ mengt Auke Hulst in één boek reisverhalen, essays over overleden helden en herinneringen aan zijn vader. Bovendien bevat het boek de songteksten van de nummers die hij onderweg opnam, de cd wordt meegeleverd bij het boek.


Auke Hulst boekte zijn reis door Amerika toen zijn vriendin hem verliet. Hij rijdt een paar maanden later van Philadelphia naar San Francisco, alleen. Onderweg bezoekt hij plaatsen waar schrijvers die hij bewondert hebben gewoond: Ernest Hemingway, Scott Fitzgerald en Philip K. Dick. Zijn liefde voor muziek is misschien nog groter dan die voor literatuur. Hij doet de plek aan waar Jeff Buckley verdronk en het huis waar Kurt Cobain zichzelf doodde.

Waar hij komt spreekt hij mensen aan in de omgeving van deze ‘heilige’ plaatsen. Opmerkelijk is dat de verhalen die hij hoort vaak afwijken van de officiële versies. Een vrouw die een shack naast die van Jeff Buckley bewoont is er zeker van dat hij zich voor zijn hoofd heeft geschoten. Mensen die in de straat van Cobain wonen wijzen diverse adressen aan waar hij een einde aan zijn leven maakte.

Bijna obsessief probeert Auke Hulst zo dicht mogelijk bij zijn helden te komen. Het huis in Ketchum, Idaho waar Hemingway aan zijn einde kwam, mag hij bezoeken. In een halletje schoot de schrijver zichzelf in 1961 door zijn hoofd. Aan het interieur is sindsdien weinig veranderd. Zijn echtgenote is nog in het huis blijven wonen. “Ze is alleen een andere voordeur gaan gebruiken, zodat ze niet elke dag in dat halletje hoefde te zijn.” Niet altijd komt hij zo dichtbij. Veel plekken zijn verdwenen: herdenkingsstenen of bankjes zijn afgebroken, een studio is afgebrand, een huis is niet meer terug te vinden.

Ergens tijdens de reis beseft Auke Hulst dat hij hier niet zomaar rondrijdt. Zijn bewondering betreft vooral schrijvers en muzikanten die jong zijn overleden of zelfmoord pleegde. Hij is zelf binnenkort jarig. Twee dagen na de sterfdag van zijn vader. De vader die hij inmiddels in jaren heeft ingehaald.

Onder de titel ‘Vaderdagen’ staat er halverwege de bundel een prachtig stuk over zijn vader. Hij was journalist, liet zich door niemand wat wijsmaken en reed graag hard auto. In 1983 stierf hij plotseling. Als kind droomde Auke Hulst geregeld dat zijn vader nog leefde en alleen hun gezin had omgeruild voor een ander gezin. Hij spiegelt zich aan anderen die ook zonder vader zijn opgegroeid, zoals Jeff Buckley.”Hij is nauwelijks ouder geworden dan zijn vader, en ja, over dit verhaal hangt de schaduw van dode vaders, de zijne en de mijne.”

Auke Hulst volgt halfbewust een route. Zijn einddoel is ooit de Westkust bereiken. Hij kiest bewust voor de B-wegen, daar vindt je het echte Amerika, ”langs de Interstate slechts een biotoop van ketenmotels, fastfoodrestaurants en tankstations.” Juist door half zoekend, half dwalend rond te rijden vindt hij de mooiste verhalen. “Ik rij om, anders kom ik er nooit.” Alle clichés kloppen: deze reis is ook een innerlijke reis.

Naast zijn vader, duikt ook de moeder van Auke Hulst op tijdens de reis. Zij is een excentrieke vrouw, die soms zijn lezingen bezoekt, anoniem. Na afloop komt zij naar voren met een bosje bloemen. Auke Hulst schaamt zich voor haar gedrag. Hij schaamt zich nu ook over deze schaamte. “Maar wat als het gedrag van een ouder je letterlijk tot het eind van de wereld blijft achtervolgen?”

De opzet van ‘Motel songs’ is bijzonder. Auke Hulst begint het boek met verhalen over zijn helden, onderbroken door het verhaal van zijn vader. Dan volgen de songteksten en daarna het dagboek per staat waar hij doorheen rijdt. Hierin verwijst hij naar de plekken die hij in eerdere stukken al aangedaan heeft. Wat mij betreft had hij er één aaneengesloten reisboek van mogen maken.

Auke Hulst is zeer goed in het combineren van verschillende verhaallijnen. Reisverslag, essay-achtige stukken over zijn helden en het verhaal over zijn vader, het had prima in een doorlopend verhaal gepast. Auteurs als Jeroen Brouwers en L.H. Wiener zijn meesters is deze manier van een boek opbouwen. Auke Hulst kan het volgens mij ook. Maar ‘Motel songs’ is de huidige vorm sowieso een prachtig boek. En het zet aan tot meer lezen. De schrijver van sciencefiction Philip K. Dick kende ik slechts van naam. Zijn bizarre leven beschrijft Hulst met veel smaak en oog voor gekke details. Ik ga zeker iets van hem lezen.

Geen opmerkingen: