Ik
interesseer mij niet speciaal voor gezonde voeding. Ik eet gewoon gevarieerd:
niet te veel vet, niet te veel suiker, niet te veel zout, niet te veel vlees, niet te veel alcohol
en zorgen dat je niet te dik wordt; ook voldoende bewegen dus. Een hoop mensen
zijn veel meer en zelfs obsessief met voedsel en gezondheid bezig. Talloze
diëten en voorschriften worden aan de man gebracht via blogs, boeken,
televisieprogramma’s en dieetgoeroes. De hypes volgen elkaar snel op. De
voedsel- en gezondheidsindustrie vaart er wel bij.
Martijn
Katan is emeritus hoogleraar voedingsleer en schrijft veel over
voedselkwesties. Hij is geen voedingsgoeroe, maar wetenschapper die zich
voortdurend afvraagt of van alles wat er beweerd wordt over voeding wel klopt.
In ‘Voedingsmythes’
behandelt hij een reeks ideeën of mythes over voeding. Het meeste weet je al of
kun je met gezond verstand zelf bedenken, maar zijn manier van vertellen werkt
sterk ontnuchterend. Voor mensen die fanatiek in de een of andere voedingsleer
geloven, kan dit heel irritant zijn.
Een van de
meer overkoepelende mythes die in het hoofdstuk afvallen steeds terugkeert is
het idee dat er specifieke stoffen bestaan waar je dik van wordt. Als je
maar weet welke dit zijn, dan kun je deze vermijden en val je vanzelf af.
Vroeger was vet de grote boosdoener, nu zijn het koolhydraten.
Daarmee
hangt het idee samen dat er specifieke stoffen bestaan die uiterst gezond voor
ons zijn. Eet je er hier voldoende van, dan blijf je vanzelf gevrijwaard van
ziektes. Beide ideeën kloppen grotendeels niet. Althans niet zoals zij gebracht
worden in bijvoorbeeld dieetboeken.
Het
probleem bij afvallen is vooral het feit dat er zoveel en zo makkelijk overal
voedsel verkrijgbaar is: het ruikt lekker, het is snel op te slurpen, het
kraakt en het is goedkoop. Minder eten is dus lastig. De omgeving moet
veranderen. Verbeter het aanbod in kantines, geef kinderen op school water te
drinken in plaats van sap, stimuleer het fietsen, zijn adviezen die Katan
geeft.
Het klinkt
allemaal logisch, maar veel mensen willen graag snel resultaat. Zij voelen zich
lamlendig of te dik en zoeken naar een ‘quick fix’. Katan stelt hen teleur, een
snelle oplossing bestaat niet. Gelukkig zijn er tallozen bedrijven en voedseldeskundigen
die wel geven wat de mensen willen: raw food, abrikozenpitten, vitamines,
kokosolie, ginkgo, visolie, enzovoorts.
En zij
waarschuwen welke stoffen schadelijk voor je zijn. Vooral kleurstoffen en
toevoegingen als E-nummers krijgen ervan langs. E-nummers zijn ingesteld als
keurmerk, om te voorkomen dat je er teveel van binnenkrijgt. De controle erop
is streng. Maar het argument om deze stoffen te mijden is dat zijn onnatuurlijk zijn. Dit vind ik altijd een vreemd argument.
'Natuurlijk' is een vrij loze term, die vaak geassocieerd wordt met goed of gezond, terwijl
planten in de natuur juist gif produceren om zich te verdedigen. Voortplanting
via zaden is oké, maar eet niet mijn kinderen op. Zouden plantensoorten zich plotseling
niet met gif verdedigen, dan zouden ze veelal uitsterven. Mensen zijn erin
geslaagd om in duizenden jaren van kweken en genetisch manipuleren dat gif
eruit te krijgen.
In plaats
van dat je dagelijks door bossen moet trekken om die paar eetbare bessen en
noten te vinden ligt er nu op elke hoek van de straat makkelijk verteerbaar
eten op je te wachten. Onnatuurlijk, zoals ons hele leven onnatuurlijk is.
Bijna
niemand in Nederland lijdt aan scheurbuik, een enkele fanatieke alcoholist
uitgezonderd. Vitamine C is net als de meeste andere vitamines en mineralen
volop aanwezig in ons dagelijkse voedsel. Toch slikt een kwart van de
Nederlanders vitamines. Het is verbijsterend. Vooral omdat het vaak om potjes multivitaminen gaat.
Heb je echt een tekort aan één stof, dan kun je extra van deze stof slikken. Maar
waarom zou je een groot aantal andere stoffen innemen, waar je al genoeg van
binnen hebt? Vooral omdat grote doses van bepaalde stoffen schadelijk kan zijn:
”in het beste geval doen die potjes niets, in het slechtste geval maken ze je
ziek.”
Katan gaat
in zijn boek veel specifieker dan ik hierboven schetste in op vele onderwerpen.
Het meest opmerkelijk vind ik zijn uiteenzetting over de vermeende gezonde
eigenschappen van groenten en fruit. Hij geeft meteen toe dat dit niet de
gangbare mening is onder wetenschappers. Volgens Katan is nooit bewezen dat groenten en fruit bijzonder gezond zijn, maar het kan in elk geval geen kwaad. Over vruchtensap
is hij strenger: “vloeibaar snoep”.
Omdat
overal om ons heen zo nadrukkelijk gezonde voeding wordt aangeprezen ben je
geneigd veel ervan te geloven. Het is goed om de vele mythes rond voedsel een
voor een afgebroken te zien worden. Dat maakt dit boek zo leuk om te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten