L.H. Wiener
stond in de vorige eeuw bekend als verhalenschrijver. Sinds hij in 2002 het
succesvolle ‘Nestor’ uitbracht levert hij om de paar jaar een roman af.
‘Shanghai massage’ is uit 2011.
De
hoofdpersoon is de bekende oud-leraar Engels. Voorheen heette hij Victor van
Gigch, maar dit alter ego is sinds hij afscheid nam van het Lourens Coster
Gymnasium te Haarlem niet meer bruikbaar. Nu is hij Ezra Berger. “L.H. Wiener is
ons beider pseudoniem. Hij is de alwetende verteller, die zelf nooit heeft
bestaan.”
In
‘Shanghai Massage’ combineert L.H. Wiener diverse verhalen: de verwerking van
zijn breuk met de oud-leerlinge Quirina Taselaar, waarmee hij drie jaar
samenleefde, zijn liefde voor de alcohol, herinneringen aan pijnlijke episodes
uit zijn leven en de belevenissen van zijn konijn Muffin. Het geheel is
doorspekt met een flinke portie misantropie en L.H. Wiener citeert tussendoor
volop uit de wereldliteratuur.
Bij een Italiaanse
chiropractor uit Bloemendaal laat hij zich ieder halfjaar behandelen, maar de aanpak
die hij krijgt in het Chinese massagecentrum is geheel nieuw voor hem. De
kartonnen kennisgeving aan de muur ‘no sex’ weerhoudt hem er niet van te
genieten van de Chinese voetjes die over zijn ontblootte rug stampen. Het
meisje heet Ming en hij bezoekt haar regelmatig op vrijdag. Hij probeert nauwer
met haar in contact te geraken. Wanneer zij later omzichtig weet over te
brengen dat zij ‘het’ ook voor geld doet en hij er op in wil gaan, wordt de
betovering uiteindelijk toch verbroken.
De
belevenissen met Ming vormen maar een klein deel van het 367 pagina’s dikke
boek. L.H. Wiener weet de verhalen weer mooi aan elkaar te weven. Zijn stijl
is prachtig. Hem citeren is dan ook het enige wat rest in deze bespreking.
“En dan,
voordat ik het zelf overneem, de vrouwenkenner Otto Weininger, die vrouwen
slechts kon zien als copulatiemachines. ‘De vrouw is niets dan seksueel’, was
zijn overtuiging. En deze oververhitte Beethovenkenner vervolgde met de
bewering dat de vrouw ‘de schuld van de man is’, wat dat ook moge betekenen.
Alleen geheelonthouding kon de wereld nog redden, volgens hem, misschien wel
juist omdat het menselijk ras daardoor op den duur zou uitsterven. En inderdaad:
is er een aanlokkelijker ruilmiddel denkbaar voor een herstel van de natuur op
deze uitgewoonde en uit de baan gefokte planeet? De meest afdoende vorm van
geheelonthouding is suïcide, en Otto Weininger gaf, op drieëntwintigjarige
leeftijd, in het sterfhuis van Beethoven, zelf het goede voorbeeld.”
“Het
laatste deel van mijn leven is ingegaan. Nog tien ‘goede jaren’ misschien, de
rest is ‘geleende tijd’ (een veelgehoorde, curieuze formulering, aangezien je
die tijd leent tot het moment waarop je hem niet meer teruggeven kunt). Er
liggen nu twee uitdagingen grommend op me te wachten: allereerst de strijd
tegen het Koningswater en daarnaast het overwinnen van die ellendige
landerigheid, die alleen met een paar shots valt te verdrijven, waardoor
stoppen onhaalbaar wordt. Zoiets heet een vicieuze cirkel. En voor de rest word
ik doodnerveus van het gepiep van die scholekster, hier rond het huis, die maar
niet begrijpt dat hij in een nieuwbouwwijk niets te zoeken heeft.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten