Net als
‘Shanghai massage’ is ‘De verering van Quinrina T.’ een boek waar meerdere
verhalen aaneen zijn gesmeed. De titel duidt op slechts één verhaal. Quirina
Taselaar was een leerlinge op het gymnasium waar Victor van Gigch Engels
onderwees. Zij moest de school wegens onvoldoendes voor de klassieke talen
verlaten, maar liet weten hem nog eens te zullen schrijven. Aldus geschiedde.
Na een
aantal jaren was de relatie over en restte voor Victor de herinnering en de
verering. Het boek draait volledig om herinneringen. Victor bezoekt Zandvoort het
dorp van zijn jeugd. Bij toeval kreeg hij een telefoongids uit 1951 in handen,
een gerubriceerd dodenboek. “Niet alle aangeslotene zouden inmiddels van het
leven zijn afgesneden, maar de meest
zeker en van de overige had ik niet veel meer te vrezen.”
Niels was
een jeugdvriend van Victor. Zijn ouders waren rijk en de moeder, Catharina, maakte indruk op de jonge Victor. Hij fantaseerde over haar, was
verliefd op haar. Hij zag ook haar hoerige kant en hoe zij hiermee een jonge
werkman verleidde. Victor is nu 59 jaar en op weg naar de reeds 83-jarige Catharina
om haar te doden.
Waarom deze
wraakactie noodzakelijk is wordt langzaamaan duidelijk. De twee zitten
tegenover elkaar. Zij drinkt steeds sneller haar gin tonic, hij neemt whisky
tot zich: ‘straight, no chaser’. Tijdens het gesprek komen de herinneringen en
mijmeringen boven: het gymnasium en zijn eerste ontmoetingen met Quirina, de andere
vrouwen in zijn leven, zijn ouders, zijn broer en zijn jeugdvriend. Tussen zijn
ouders en de ouders van Niels zijn dingen voorgevallen die rechtgezet moeten worden.
L.H. Wiener
schakelt mooi tussen de strijd in de kamer van de oude vrouw en de gebeurtenissen
uit het verleden. Vrouwelijke personages vullen het beeld dat Victor heeft van
vrouwen aan. “Waar Catharina van Nyenbeek als platonies rolmodel der
vrouwelijkheid de theorie vertegenwoordigde, daar vormde de rauwe vleselijke
vraatlust van Maria Drommel de praktijk.”
Een andere
vrouw is Mathilde Kruithof. In 2004 schrijft zij hem een brief en nodigt hem
uit te Zutphen, alwaar zij woont. Victor gaat op de uitnodiging in. Er ontstaat
vanzelf een briefwisseling die hen niet dichter bij elkaar brengt. “Beste
Mathilde. Eigenlijk ben ik een man wiens libido wordt aangejaagd naarmate hij
dieper in het schrijfproces verzeild raakt. Of in het algemeen: mijn libido
doet zich allengs meer gelden naarmate mijn brein onder spanning geraakt. Seks
is overlast en oorlog, net als schrijven, maar schrijven doet men altijd alleen
en seks soms niet. Als ik geen schrijver was had ik ook geen vrouwen nodig,
maar omdat ik vrouwen nodig heb, ben ik schrijver.”
Maar er is
hoop. De vrouw der vrouwen, diegene die hem van zijn misogynie zou kunnen
afhelpen, is Quirina Taselaar, Zij heeft hem echter verlaten, en daarbij: “Hoop
is slechts de machteloze projectie van afgewend onheil.”
In de omgang
met vrouwen treedt onvermijdelijk de tweede mensenwet van Van Gigch in werking.
“De bedoelingen van de ene mens worden door de andere mens categories averechts
opgevat.” Zijn derde menswet luidt: “Liefde is zelfmoord, op termijn”, de
eerste: “Het is de mens niet gegeven in harmonie met de ander te leven.”
Aan het
eind van het bezoek aan Catharina, dat ontaardt in dronkenschap, blijkt dat
zijn herinneringen hem hebben bedrogen. Het verhaal van overspel en machtsmisbruik
zit anders in elkaar dan hij gedacht had. Zijn wraak is zinloos geworden. Zij
is niet de hoer die hij verafschuwde en begeerde. De 83-jarige Catharina trekt
haar truitje op en laat haar verlepte borsten aan hem zien, in geen 45 jaar
door een ander aangeraakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten