Rotterdam
kent een aantal legendarische cafés. Een legende wordt pas volledig wanneer er
een boek over zo’n café wordt geschreven. Voor ‘De Schouw’ ligt dit boek er nu.
Het is uitgebracht ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van de zaak aan de
Witte de Withstraat 80.
Het boekje
begint met een historisch verhaal over het ontstaan in 1940 en de eerste jaren van de kroeg. Het was toen een
nette zaak, een bodega, waar mensen kwamen uit de gegoede burgerij.
De rest van
het boekje bestaat uit bijdragen van vaste klanten en bekende Rotterdammers die
de kroeg bezochten of nog steeds bezoeken.
Vanaf de
jaren zestig was de Schouw een verzamelpunt van journalisten. De Witte de
Withstraat werd de Fleetstreet van Rotterdam genoemd. De redacties van o.a. de
NRC en Het Vrije Volk zaten op loopafstand van de Schouw. Hier werd het
wereldnieuws besproken en soms het lokale nieuws gemaakt.
Bolle Frans
en Kale Willem waren de barmannen in de jaren 80. Het waren opmerkelijke
karakters, schrijft Geert-Jan Laan. Kale Willem werd een keer door zijn
vriendin uit huis gezet. Zij pakte het grondig aan en smeet al zijn spullen uit
het raam. De strijkplank die als laatste het raam verliet belandde precies in
de tramrails en kwam niet meer los. “De enige oplossing was dat ik de strijkplank
in de rails voort moest duwen naar de remise en Hillegersberg.”
Deelder
kwam als tweeëntwintig jarige in de Schouw. Eind jaren zestig hield de redactie
van een poëzietijdschrift er vergadering, De foto toont lege glazen bier, volle
asbakken en een jonge Deelder die naar eigen zeggen zo stoned als een kruk was.
De link met
kunst en literatuur is er altijd geweest in de Schouw. Daniël Dee begon al meer
dan tien jaar geleden de maandelijkse Dichtclub, later omgedoopt tot de
Poetsclub. En sinds 2001 hangt er een vitrine aan de straatkant met de kleinste
galerie van Rotterdam, voor iedereen zichtbaar. Wekelijks wordt er een nieuw
kunstwerk onthuld in deze ‘Aanschouw.’
Helemaal
mooi is het Overschilderschilderij. Elke zes weken wordt een kunstenaar
gevraagd het doek over te schilderen. Vervolgens hangt het een week in de
Aanschouw. Inmiddels is het doek centimeters dik.
Tineke
Speksnijder, de huidige baas van de Schouw vindt het allemaal prima. Zij
schrijft: “De Schouw is een heerlijke zaak, met wat mij betreft het
allerleukste publiek. Ik hoop dat er over 25 jaar nog steeds kunstenaars,
dichters, journalisten en mensen van allerlei pluimage zullen komen”.
Maar wat is
precies de aantrekkingskracht van de Schouw? Leo Pronk vraagt het zich af. Het is
in ieder geval niet omdat het café zo mooi, schoon en gezellig was.
“Integendeel – er zijn jaren geweest dat de kakkerlakken over de bar liepen, in
het herentoilet de pis tegen je hakken klotste, het blauw stond van de
sigarettenrook en de lijflucht van de stamgasten niet te harden was.” Wat is
het dan wel? De Schouw noemt hij de bewaarplaats van vele mooie verhalen. Dit
boek staat vol met deze verhalen. Koop het aan de bar voor € 10 en lees het!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten