maandag 10 juni 2024

Detlev van Heest – De verzopen katten en de Hollander


Na het lezen van het recent verschenen Parkeren in Hilversum wilde ik het oude werk van Detlev van Heest lezen. In 2010 verscheen zijn debuut De verzopen katten en de Hollander. Niet lang erna bracht hij nog twee boeken uit: Pleun (2010) en Het verdronken land. Terug naar Japan (2011), waarna het jarenlang stil bleef totdat hij kwam met Parkeren in Hilversum. In De verzopen katten en de Hollander beschrijft hij zijn leven in Japan waar hij met zijn vrouw Annelotte en de kat Kootje zes jaar heeft gewoond. 

 

Het boek leest als een dagboek, maar per hoofdstuk staat één buurtbewoner centraal. Ieder hoofdstuk begint weer in het jaar 1999 of 2000 en loopt door tot hun verhuizing in 2004 naar Nieuw-Zeeland of eindigt als de bewoner is overleden. Zij wonen in Tokyo in de Nieuwloofwijk, een groene buurt waar veel ouderen wonen. Zijn stijl doet denken aan Voskuil die hij ook bewondert. Hij beschrijft gewone gebeurtenissen en geeft lange dialogen letterlijk weer, ook als de informatiewaarde zeer gering is. Alledaagse waarnemingen maken hem blij, schrijft hij ergens.

 

Van Heest is een interessante persoonlijkheid. Hij is heel meegaand en zeer behulpzaam voor de buurtbewoners waar hij mee omgaat, maar kan ook woedend worden om kleine dingen. Op de grond zitten in een huis vol rommel en stank, smerig voedsel eten, hij mort misschien wat, maar ondergaat het gedwee. Een oude buurvrouw die in het ziekenhuis ligt bezoekt hij trouw en hij maakt een lange reis naar een kerkhof om het graf van een overledene even te zien. Maar wanneer een onbekende wat takken van zijn struik heeft geknipt is hij razend. Het is een grote struik waar hij dagelijks de bloemen van telt, een bezigheid die hem rustig houdt. Ook windt hij zich enorm op over het kleinste dierenleed. Hij voert de grote spinnen rond zijn huis en helpt rupsen naar een geschikte tak te verhuizen. Wanneer zijn vrouw wat kritische opmerkingen hierover maakt schiet hij snel uit zijn slof. Binnen het huwelijk zijn veel onderwerpen explosief. Zijn vrouw werkt terwijl hij gestopt is met schrijven voor Nederlandse media. Hij gaat op bezoek bij mensen, loopt wat rond en houdt zijn dagboek bij. Annelotte wil niet altijd op visite bij een van zijn vrienden, met gekibbel en geruzie tot gevolg. Van Heest noteert het allemaal tot in detail.

 

Door de buren wordt hij uiteraard gezien als buitenlander, maar men prijst hem om zijn kennis van het Japans. Aan sommige gebruiken moet hij wennen. Beleefdheid, formaliteit en schaamte zijn eigenschappen die veel Japanners hebben. Over sommige dingen wordt niet gesproken. Een kapper die hij vaak bezoekt is doodziek, maar laat dat nauwelijks blijken aan de buitenwereld. Voor een andere zieke, een oudere vrouw die wat in de war is en geregeld in het ziekenhuis belandt, wordt zelfs voor haarzelf verzwegen hoe ziek zij is. 

 

Wanneer Van Heest een cadeau wil geven moet hij oppassen dat het niet te duur is. Dan wordt het of niet aangenomen of men voelt zich verplicht hem iets van nog meer waarde terug te geven. Het begroeten of iemand condoleren gaat ook volgens vaste regels. Tegelijkertijd wordt hier in huiselijke kring van afgeweken. Hij bezoekt een paar oudere vrouwen die een theeceremonie houden. Hij verwacht een heel ritueel, maar de vrouwen doen maar wat. Het maakt hen niet zoveel uit hoe je de thee drinkt. 

 

Over de beleefdheid en verdraagzaamheid van de Japanner merkt een buurtgenoot op dat Japanners alles opkroppen. “En als het dan naar buiten komt zijn we heel gevaarlijk. We kunnen jaren kritiek verdragen. We houden het uit als anderen ons pesten en haten. Maar als dan het deksel eraf vliegt… Dan worden we gevaarlijk.” Hij voegt er nog aan toe dat iedere Japanner van oorlog houdt.

 

Van Heest ontmoet nogal wat eigenaardige figuren. Een man werkte jarenlang in een fabriek waar hij autosloten monteerde. Nu is hij schrijver zonder noemenswaardige inkomsten. Hij schrijft acht uur per dag in een koude kamer. Eten doet hij nooit overdag, maar wel drinkt hij sake uit kartonnen pakken, om warm te blijven. Hij geeft ieder jaar een boek uit, dat niet verkoopt. Maar of mensen hem wel of niet lezen interesseert hem niet zoveel. Een andere oude man kan nauwelijks lopen maar houdt enorm van bier dat in zijn ogen de gezondste drank is die er bestaat. In de oorlog was hij bewaker bij de Birma-spoorlijn. Van Heest probeert erachter te komen wat hij precies heeft gedaan. Dan wordt hij voor een etentje uitgenodigd en rijdt met de man mee naar het restaurant aan een snelweg, een gevaarlijke rit waarna Detlev opmerkt dat dat nogal vlot ging. De man antwoordt: “Hoe vlotter hoe kleiner de kans op ongelukken. De tijd die je in het verkeer bent minimaliseren! Dat is mijn stelregel. Want er zijn tegenwoordig heel wat gekken op de weg.” Over zijn rol in de oorlog komt Van Heest het fijne niet te weten.

 

De verzopen katten en de Hollander is een boek dat voortkabbelt. Hij laat hele gewone Japanse mensen aan het woord en geeft ook goed inzicht in het eigen saaie leven van Detlev van Heest. Je moet een beetje houden van gezeur op de vierkante millimeter, om de zoveel tijd word je dan verrast door een geniale dialoog.

Geen opmerkingen: