Lydia Millet is een Amerikaanse schrijfster, geboren 1968, alom gewaardeerd en met een overzichtelijk oeuvre van zo’n vijftien romans. A Children’s Bible uit 2020 stond op de shortlist van de National Book Award for Fiction. De uitgever koos er terecht voor om de titel niet letterlijk te vertalen. De Laatste Zomer is een goed alternatief. Het verhaal draait om een groep kinderen die tijdens een lange zomervakantie in een groot buitenhuis afstand neemt van de wereld van hun ouders. Door een reeks dramatische gebeurtenissen en natuurrampen zijn zij steeds meer op zichzelf aangewezen. Het is een dystopische roman met verrassende ontwikkelingen.
De kinderen en pubers gaan tijdens de vakantie hun eigen weg en slapen gezamenlijk op een grote zolder. Zij schamen zich niet alleen voor hun ouders, maar zij walgen zelfs van hun gezuip en hun zinloze gesprekken. Het zijn mensen uit de culturele elite, met geld. De kinderen bedenken een spel waarbij je punten kunnen verdienen als je bijvoorbeeld iets kostbaars kapot maakt of spuugt in hun cocktails, strafpunten krijg je als je aardig tegen hen doet. Ze gaan een stap verder en laten aan elkaar niet weten wie van wie de moeder of vader is. Dit kan omdat de ouders elkaar van vroeger kennen en voor het eerst in tijden bij elkaar zijn. De ouders spelen het spel mee. Af en toe verspreekt iemand zich en is duidelijk van wie hij of zij een kind is.
De groep kinderen besluit een paar dagen op eigen gelegenheid naar zee ter gaan. Zij redden zich prima, maar keren terug als er een storm opsteekt. Het blijkt een orkaan van ongekende kracht te zijn, waarna verschillende andere natuurrampen volgen. Het huis is grotendeels beschadigd en de kinderen trekken weg. Het land is vervallen tot anarchie. In de loop van het verhaal herken je de kinderen steeds meer als individuen. De ouders daarentegen blijven een amorfe groep vreselijke mensen, die als er gevaar dreigt niet weet hoe hiermee om gaan. Sommige kinderen raken wel het spoor bijster. Zo wil iemand de dieren redden door van elke diersoort in nood een exemplaar in een kooitje te stoppen. Een kinderbijbel is voor een kind het boek waarvan de code gekraakt moet worden en waardoor ze gered kunnen worden. Tegen deze wereld die ten onder dreigt te gaan is de kern van het verhaal de generatiekloof. De kinderen zijn totaal teleurgesteld in de oudere generatie. Zij hebben de wereld opgegeven. “Jullie hebben toegestaan dat alles naar de kloten ging.”
Het conflict lijkt wat dik aangezet en de dystopische setting heeft iets clichématig. Toch zitten er mooie wendingen in en heeft het verhaal overal vaart. Je denkt bij zo’n boek meteen aan Lord of the flies van William Golding, maar in De laatste zomer werken de kinderen vaak juist wel samen of eigenlijk is de hiërarchie binnen de groep helemaal geen onderwerp, waarschijnlijk vanwege het collectieve afzetten tegen de ouders. Opvallend is ook dat een jongen die zij tegenkomen en die hen eerst ernstig bedreigt, niet vermoord wordt als de rollen later zijn omgekeerd. Zij zien hem als verstandelijk beperkt en het is daarom onjuist om hem te straffen. De scène voelt niet moralistisch aan, je leest het als een terloopse gebeurtenis.
Het enige punt van kritiek op De laatste zomer betreft de vertaling. Ik heb de originele versie er niet bij gepakt maar het Nederlands is houterig en klinkt ouderwets. Als je erop let lees je het Engels er doorheen. Zinnen en uitdrukkingen als “een toilet gebruiken”, “er is narigheid op til”, “dat is geen nieuwe informatie” en “Ik kon niet slapen toen de anderen dat deden.” lees je op iedere pagina. Wat ‘leviteren’ betekent moest ik opzoeken en de zin “Er begonnen heel veel insecten te komen” klinkt echt niet. “Er kwamen steeds meer insecten” is toch beter? Kortom, ik raad aan de roman in het Engels te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten