zaterdag 23 september 2023

Arnon Grunberg – De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood


 

Het is lang geleden dat ik iets las van de grootste schrijver van Nederland. Arnon Grunberg beheerst alle literaire genres. De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood uit 2023 is een geslaagd boek over een actueel onderwerp, waarbij je op iedere pagina de stijl van Grunberg herkent. Hij schreef eerder reportages en ging hiervoor veelvuldig onder de mensen, maar in dit boek heeft hij verschillende reportages tot een eenheid gemaakt, die meer is dan goede journalistiek.

 

Het is moeilijk om over het onderwerp vluchtelingen te schrijven zonder meteen een moreel oordeel te vellen. Grunberg doet dit zo weinig mogelijk. Hij bezoekt het asielzoekerscentrum in Ter Apel en reist naar Oekraïne, Polen en Georgië om vluchtelingen en vertegenwoordigers van de instanties te spreken. Hij registreert letterlijk wat mensen tegen hem zeggen, maar neemt daarnaast juist veel afstand als het gaat over wat bijvoorbeeld een vluchteling of een grens is. Hij verwijst naar historische gebeurtenissen en betrekt schrijvers als Kafka en Babel in zijn verhaal. Al gauw brengt hij het besef over dat je over dit onderwerp alleen in grijstinten kunt denken. De feiten, voor zover verifieerbaar, geven een kader, de kennismaking met mensen zelf geeft inzicht in de complexiteit.

 

Feiten kunnen relativerend werken. Van de totale instroom van de afgelopen tien jaar, om dit bureaucratische woord eens te gebruiken, is slechts 12% asielzoeker. Dus als we het over bijvoorbeeld huisvesting hebben zit daar niet het grootste probleem. Asielzoekers uit niet-veilige landen zoals Syrië krijgen veelal een status toegewezen, aanvragen van asielzoekers uit veilige landen worden vrijwel altijd afgewezen. De verhalen van vluchtelingen zijn natuurlijk niet altijd goed te controleren, vaak wordt het voordeel van de twijfel gegeven. Het beoordelen blijft mensenwerk. Grunberg schuift aan bij een aantal gesprekken en krijgt achteraf de vraag of hij de verhalen gelooft. Het komt meestal aan op gezond verstand. Wat uiteindelijk wordt besloten krijgt hij niet te horen. Bij deze gesprekken is altijd een tolk aanwezig en de medewerkers die hij spreekt zijn gemotiveerd en realistisch. Je krijgt de indruk dat het systeem redelijk functioneert, maar dat er trechters in het traject zitten die telkens weer verstopt raken. Zo kan het gebeuren dat in 2022 mensen in Ter Apel buiten moesten slapen omdat het centrum vol zat; ter relativering, op het dieptepunt verbleven er op één zomerse nacht 700 mensen buiten, veel minder dan het aantal daklozen dat op een gemiddelde nacht in een stad als Rotterdam buiten slaapt en een fractie van de hoeveelheid mensen die dit moeten doen aan de grenzen van Europa.

 

De omstandigheden in opvangcentra in het EU-land Polen, nabij de grens met Belarus, zijn totaal anders dan die in Ter Apel. Tolken worden zelden ingeschakeld, het eten is smerig en de bewakers corrupt. Zij staan in de informele hiërarchie boven de rechters. Opvang betekent hier gevangenschap zonder dat je een beroep kunt doen op mensenrechten. Journalisten zijn er niet welkom, maar het lukt Grunberg toch om twee vluchtelingen te spreken. De opvang is bewust slecht om mensen te dwingen vrijwillig terug te keren naar het land waar zij vandaan kwamen. Dat mensen hier toch maandenlang blijven zitten zegt iets over de situatie in hun land van herkomst. Deze methode is een andere vorm van terugduwen over de grens wat aan zowel Poolse als aan Belarussische zijde veelvuldig gebeurde. 

 

Sinds de voltooiing van de metershoge muur tussen beide landen passeren er minder mensen de grens. Je kunt ook zeggen dat het voor Belarus hiermee te ingewikkeld werd om op deze manier vluchtelingen in te zetten als politiek middel om de EU te pesten. Ook werd door deze crisis duidelijk dat met de huidige Poolse regering er geen fatsoenlijke afspraken zijn te maken over de verdeling en opvang van asielzoekers. In De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood trekt Grunberg zulke conclusies niet zo letterlijk. Hij bekijkt het wat breder en vraagt zich af wat de functie is van de muur die de EU om de EU wenst te bouwen. Deze muur is niet bedoeld om vluchtelingen buiten de deur te houden, maar om extreemrechts binnen de EU niet nog meer te laten groeien. Grunberg bekijkt het vervolgens van een andere kant. De komst van vluchtelingen naar de EU is ook een reactie op het wegblijven van de EU - en het ontbreken van welvaart, vrijheid, veiligheid - in de landen waar de vluchtelingen vandaan komen: komt de EU niet naar ons toe, dan komen wij naar de EU. 

 

Grenzen noemt hij selectiemachines. Aan het eind van zijn boek introduceert Grunberg het begrip natiestaatprivilege, dat misschien een groter privilege is dan huidskleur, opleiding of geslacht. Met een Nederlands paspoort, door toeval verkregen omdat je ouders een Nederlands paspoort hebben, kun je vele grenzen moeiteloos passeren. Voor mensen met een minder waardevol paspoort is de grens een muur. Het natiestaatprivilege hangt samen met nostalgie, met nationale identiteit en met het idee van één volk in één natie. Veel mensen voelen zich persoonlijk enorm aangevallen als er gerommeld wordt aan deze nationale identiteit, wat deze dan ook mag inhouden. Grunberg voert in dit kader de rijke Hongaarse filantroop George Soros op, die door nationalisten uit heel Europa fel bekritiseerd wordt om zijn kosmopolisme en zijn nuchtere kijk op de komst van vluchtelingen naar Europa. Zijn joodse achtergrond maakt hem in de ogen van extreemrechts extra verdacht.

 

De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood is een goed geschreven en boeiend boek, waar ik hier maar een klein deel van kan laten zien. Grunberg kijkt ook terug op de Duitse eenwording en hoe toen de Duitse regering er alles aan deed om te voorkomen dat Oost-Duitsers massaal naar het Westen zouden verhuizen. Hij gaat naar Georgië waar zowel Russen als Oekraïners heen vluchtten. Weinigen vragen asiel aan, ze blijven slechts net zo lang als nodig is om terug te keren of om verder te reizen. In Oekraïne is Grunberg nog niet gewend aan de oorlogssituatie. In zijn hotelkamer hoort hij ’s morgens het luchtalarm afgaan. Hij loopt naar de schuilkelder, die eigenlijk een cocktailbar is, en wacht in zijn eentje af wat er gaat gebeuren. De bar is gesloten. Er gebeurt niets en hij gaat terug naar zijn hotelkamer.

Geen opmerkingen: