dinsdag 26 september 2023

Delphine Lecompte – Beschermvrouwe van de verschoppelingen 3


 

Delphine Lecompte streeft Herman Brusselmans voorbij als de snelst schrijvende schrijver van Vlaanderen. Een jaar geleden verscheen het derde en dikste deel van de trilogie Beschermvrouwe van de verschoppelingen, ruim vierhonderd pagina’s. Dit voorjaar kwam Wie heeft Delphine Lecompte vermoord? uit en nu ligt de pil Wilde brieven aan woestelingen alweer in de winkel. Misschien is er een verband met haar abstinentie, sinds zij niet meer overmatig drinkt - misschien tijdelijk, hopelijk voorgoed - werpt zij zich met eenzelfde fanatisme op het schrijven. 

Beschermvrouwe van de verschoppelingen 3 biedt niet veel anders dan de eerste twee delen, maar waarom iets veranderen dat goed is. De stukken, verdeeld over secties met titels als Kunst, Woede, Voodoo en Ontroering zijn vaak zeer grappig, maar ook uiterst tragisch. Ze gaan over verslaving, zelfverminking, haar seksuele avonturen, haar jeugd in De Panne en bewondering voor sterren als Leonard Cohen, Tom Waits, Jim Morrison, James Ensor en Aki Kaurismäki. Zij is van jongs af aan een buitenstaander. De mensen waarmee ze omgaat zijn lelijk, delinquent, alcoholverslaafd, gewelddadig of pedofiel, het zijn kortom verschoppelingen.

 

De verhalen van Lecompte zijn gebaseerd op haar eigen leven, maar heerlijk overdreven en bizar. Zij speelt vaak met feit en fictie en voert bijvoorbeeld haar echte moeder op in een verhaal. “Toch nog even terugkomen op mijn echte moeder; het was slechts in een prozatekst dat ik haar bijna neerstak met een tapijtschaar. En zelfs in een tekst was het ‘bijna’, zelfs in mijn fictie krijg ik het niet over mijn hart om haar van kant te maken.” Haar taalgebruik is overvloedig en haar verhalen zitten vol met bijvoeglijke naamwoorden. Het beste kan ik haar gewoon zelf aan het woord laten. 

 

“Na mijn bijzonder geestige gezellige baldadige deugddoende opname in de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis in Knokke vloog ik naar een bestraffende gedisciplineerde bikkelharde ascetische setting in Sint Pieters, een goelag-kamp met alleen maar leeftijdsgenoten die aan hetzelfde leden als ik: vreetbuien, zelfverminking, psychotische wanen, banale depressieve symptomen, escalerende dwanghandelingen, kleptomanie, borderline, en lichtgeraaktheid. Horror! In Knokke had ik net genoten van de bonte schreeuwerige ontregelende anarchistische mengeling van schizofrene alpacafokkers, bipolaire vissers, dementerende orgeldraaiers, analfabetische jongenshoeren, gokverslaafde baronnen, Zweedse ex-hoeren, pyromane korfbalspelers, aan lagerwal geraakte buiksprekers, zigeunerachtige opiumverslaafde kraanmachinisten, godsdienstwaanzinnige taxidermisten, depressieve degenslikkers, neurotische matrassenmagnaten, hoefsmeden met ADHD, necrofiele tegelleggers, anorectische saxofonisten, narcistische schaapscheerders, …”

Geen opmerkingen: