vrijdag 31 maart 2023

Platonov – Verhalen



Twee jaar geleden kocht ik deze prachtige editie van de verhalen van Platonov (1899-1951), vertaald door Aai Prins. De uitgave van Van Oorschot telt ruim 800 pagina’s en bevat verhalen en korte romans die hij schreef tussen begin jaren twintig en half jaren veertig. Hij geloofde aanvankelijk in het communisme en veel van zijn verhalen gaan over de opbouw van de Sovjet-Unie en vooral de wereld van ingenieurs, technici en treinmachinisten. Platonov had veel interesse in techniek. Enkele jaren was hij werkzaam in het gouvernement Voronezj als ingenieur-landverbeteraar en specialist elektrificatie. Eind jaren twintig viel hij uit de gratie van de partij en kon hij steeds minder publiceren. Hij overleefde de Stalin-terreur maar werd vergeten. Vanaf eind jaren tachtig werd hij herontdekt en kon zijn werk weer worden uitgegeven in Rusland.

 

Bewust las ik het boek niet achter elkaar uit. Ik wilde er de tijd voor nemen. Platonov trekt je in zijn verhalen een unieke wereld binnen. Veel verhalen gaan over het veroveren van de natuur of zelfs het heelal. “Machines werkten en kneedden uit de mismaakte, vormeloze en wrede aarde een huis voor de mensheid. Dat was het socialisme.” Vaak zijn het grootste plannen door geniale wetenschappers bedacht om de mensheid vooruit te helpen, zoals het bouwen van een enorme raket om de maan te onderzoeken. Bij het ontwikkelen van zo’n idee stuit de onderzoeker op de Sovjet-bureaucratie die een hele eigen logica hanteert. Het zijn in onze ogen onmogelijke plannen, zoals het boren van gaten in de kale toendra om de moederzee die diep onder de grond zit te bereiken, het water op te pompen en een zee te maken in de steppe. Het doel is om het land te bevloeien, zodat het vee te eten heeft en er voldoende boter geproduceerd kan worden om het plan te halen. 

 

Op bepaalde momenten ontstaat er bij sommige mensen twijfel over de haalbaarheid van een dergelijk plan, maar deze heeft vooral te maken met de luiheid en onwetendheid van mensen, niet met de technische onmogelijkheid ervan. De titels van zijn verhalen hebben ook fantastische namen: Nazaten van de zon, Maanvorsingen, De antiseksus, De etherbaan en De sluizen van Jepifan. Het laatste verhaal speelt ten tijde van Peter de Grote. De tsaar heeft het plan opgevat om kanalen te laten graven tussen de Oostzee, de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, “om de uitgestrekte vlakten van het continent richting Indië, de mogendheden aan de Middellandse Zee en Europa te bedwingen.” De Boeren worden massaal tot slaaf gemaakt om aan dit project te werken. Zij sterven bij bosjes bij deze onmogelijke opdracht. De ingenieur en de vijf aangetrokken Duitsers slagen dan ook niet in hun opdracht. Eigenlijk kan niemand dit onmogelijke project stoppen, wanneer het eenmaal in gang is gezet. Zo werkte het ook in de Sovjet-Unie.

 

De wreedheid en onverschilligheid in dit verhaal over Peter de Grote zie je in meer verhalen terug. Een stootarbeider wordt bijvoorbeeld ingezet op een locomotief  die het spoor moet vrijmaken van sneeuw. Een ketel ontploft, er valt een dode, maar de andere arbeiders gaan gewoon door. De opdracht moet volbracht worden ten koste van alles. Smakelijk beschrijft Platonov de grote machines en de arbeiders die zich kapotwerken. Mensen gaan vaak zomaar van huis voor een opdracht, werken weken of jaren achtereen zonder thuis te komen, slapen gewoon buiten op de grond en eten nauwelijks. Er is bij deze helden diep vertrouwen in de techniek en de vooruitgang. “De allerergste vijand van orde en harmonie is de natuur. Altijd gebeurt er wat…”  De liefde voor techniek en gereedschap is soms ook gericht op kleine dingen, zoals een potlood. Hij beschrijft de schoonheid van het potlood en noemt slijpen de vijand van dit mooie schrijfgerei en adviseert een lichte manier van schrijven om grafiet te besparen. “Iedere zwakzinnige die een potlood breekt moeten ze er te voet op uitsturen om grafiet te winnen.”

 

Tegenover de techniek die zich razendsnel ontwikkelt beschrijft Platonov in veel verhalen mensen die leven in primitieve omstandigheden, in lemen hutjes zonder spullen. Zij hebben geen weet van wat er in de wereld buiten hun dorp gebeurt. Er heerst ongeloof over de revolutie, men heeft geen idee wat dit voor hen betekent. Bij de introductie van het Sovjetsysteem ontstaat er een nieuwe klasse van ambtenaren met eigen ideeën en wetten. Een lokale voorzitter wordt de massadompteur genoemd. In een ander verhaal is een directeur trots op de gigantische pompoenen die de sovchoz heeft geproduceerd. Ze zijn zo groot dat er gezinnen in kunnen wonen. Het probleem van huisvesting is opgelost. In hetzelfde verhaal is sprake van een onopgehelderd individu, die niet mag werken maar vooralsnog een uitkering krijgt. Om de zoveel tijd moet hij zich melden om te informeren of hij al opgehelderd is. Een leidinggevende geeft hem dan een aanstelling in de vleessovchoz, ”opdat hij zich in de praktijk volledig zou ophelderen.” In de verhalen van Platonov staan volop van dit soort prachtige anekdotes. Hij lijkt steeds het systeem te prijzen, maar in veel verhalen gebeuren toch zulke bijzondere en vreemde zaken dat het wel satire moet zijn.

 

Platonov is niet goed te vergelijken met andere Sovjetschrijvers uit zijn tijd, zoals Boelgakov, Gorki, Babel, Charms, Paustovski of Grossman. Dit heeft in de eerste plaats te maken met zijn thematiek, de techniek, maar evenzeer met zijn beschrijving van de mensen en de Sovjet-wereld vlak na de revolutie. Veel verhalen beginnen bij een arbeider met een plan of met een enorme werklust, in ieder geval iemand met daadkracht die deze in wil zetten ten behoeve van de samenleving. Vaak komt iemand aan het begin van een verhaal aan op een kolchoz of in een dorp. Platonov beschrijft dan hoe het dagelijkse leven er verloopt. De nieuweling wil aan de slag om verbeteringen door te voeren. Het lijkt dan een verhaal te worden over de zegeningen van de nieuwe wereld die wordt opgebouwd, maar er gebeuren dan soms hele bijzondere dingen, de fantasie van een ingenieur neemt megalomane vormen aan, er gaan mensen dood waar niemand naar omkijkt of een kleine boerengemeenschap valt uit elkaar. Het beeld dat Platonov schetst is verre van positief. Het is geen sociaalrealisme zoals je dat bij Gorki leest. Zijn verhalen zijn ook niet realistische op de manier waarop Grossman of Paustovski schrijft, met alle ellende van de oorlog en de revolutie breed uitgemeten. Er zitten vaak vreemde of zelfs hysterische elementen in zijn werk, maar het is zeker niet te vergelijken met het absurdisme van Charms of het politiek-surrealisme van Boelgakov. Platonov schrijft soms even stijlvol als Babel, maar vaak kletst hij ook door en komt er een ergens wel een einde aan een verhaal. Zo perfectionistisch als Babel is hij zeker niet. Ik denk dat Platonov gewoon begint met een verhaal te vertellen uit zijn eigen ervaring als ingenieur, maar door enthousiasme nieuwe ideeën krijgt, gaat filosoferen en uiteindelijk zelf verbaasd is in welke krankzinnige wereld hij zijn personages heeft doen belanden. Wellicht is het geen bewuste satire, maar je kunt dat er wel goed in lezen, zo ook de censor in zijn tijd. De verhalen van Platonov zijn een absolute aanrader voor wie houdt van Russische literatuur. Ze staan op hetzelfde niveau als bijvoorbeeld het werk van Paustovski.

3 opmerkingen:

Lalagè zei

Dank voor je bespreking! Dit boek stond al op mijn lijstje, maar je hebt me nieuwsgieriger gemaakt.

Raymond Swaep zei

Het memoreren van Paustovski heeft me over de streep getrokken Alex. Gisterenmiddag een exemplaar bij de bieb gehaald. Ik ben benieuwd.

Alek Dabrowski zei

Je krijgt er geen spijt van. Veel leesplezier.