Een eeuwigheid geleden las ik deze Nederlandse klassieker. Ik herlas het in de hertaling uit 2019 van Michelle van Dijk. De spanning en de zwaarmoedige sfeer van het boek kon ik mij nog goed herinneren. Ook stond mij bij dat bijna alle personages in het boek hoogbejaard waren. Ik ben nu zelf 35 jaar ouder, maar nog steeds zijn de meeste karakters in het boek ouder dan ik.
Van Dijk heeft Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan herschreven om de roman toegankelijker te maken voor middelbare scholieren. Zij kreeg hier vooraf al commentaar op, waar zij in het nawoord op reageert. Het boek is niet ingekort; alle zinnen in het boek zijn gehandhaafd. Wat zij wel deed is de vaak ingewikkelde woordvolgorde die Couperus gebruikt aanpassen en moeilijke of onbegrijpelijke woorden vervangen voor hedendaagse woorden. Natuurlijk is dit een lastige opgave, want waar ligt de grens? Gelukkig heeft zij woorden als een koelvat, salamanderkachel en gaslamp laten staan. De ouderwetse sfeer heeft zij weten te behouden. Guldens zijn geen euro’s geworden. Hans Bolland gaat met zijn vertalingen van Russische klassiekers een stap verder dan Van Dijk. Iets wat tot mijn spijt wel is aangepast, dat zijn de drie puntjes die Couperus veelvuldig gebruikt. Deze zijn consequent vervangen door punt en komma’s.
Opmerkelijk is dat het woord Creools in de tekst is blijven staan. In de tijd van Couperus betekende dit een wit persoon die in een van de koloniën is geboren. Niet iedereen zal dat weten vandaag de dag, Wat Van Dijk niet heeft gedaan is de tekst aanpassen aan onze huidige politieke of ethische maatstaven. Personages worden bij Couperus vaak wat clichématig neergezet, ook mensen van Indische afkomst. Hier is niets aan veranderd, waarbij het wel zo is dat het origineel opmerkelijk weinig racistische stereotypen bevat, anders dat heel veel andere romans uit begin twintigste eeuw. Hierin kun je Couperus modern noemen.
Waar Couperus echt modern in is, is een verhaal opbouwen en de lezer vasthouden. Hij zet hier allerlei moderne schrijftechnieken in, die ook in soapseries worden gebruikt. Het verhaal over een Haagse familie, waarbinnen zestig jaar geleden in Indië een drama heeft plaatsgevonden, kent vele personages. De familie is nogal complex. Couperus laat voorafgaand aan de introductie van nieuwe personages iemand alvast mijmeren over deze familieleden. Dit gaat dan gepaard met veel geklaag over ouder worden en verwijzingen naar de leeftijden en namen van deze familieleden. Je krijgt dan precies genoeg informatie om de verhoudingen te begrijpen. Stap voor stap construeert hij de hele familie voor de lezer. Plotselinge gebeurtenissen worden vooraf aangekondigd. Iemand zegt ooit naar Italië te willen verhuizen, of twee mensen twijfelen over hun huwelijk, en inderdaad, 100 pagina’s later gaat de persoon naar Italië en het huwelijk gaat stuk. En bijna ieder hoofdstuk eindigt met een open einde, een klein raadsel. Tegenwoordig heet dit een cliffhanger.
Deze trucs zijn nodig om de spanningen rond het familiegeheim voortdurend levend te houden. Van begin af aan weet de lezer meer dan ieder personage afzonderlijk. Tegelijkertijd weet je eerst nog niet wat het geheim precies is. Stukje bij beetje krijg je meer informatie, zonder dat er een grootste ontknoping volgt. Daarbij weten steeds meer familieleden een deel van het geheim, maar van elkaar weten ze niet wie wat weet. Wij lezers weten dat wel. Dit zorgt er vooral voor dat je wilt doorlezen.
Inhoudelijk heb ik nog niets over het boek gezegd, maar de meeste lezers kennen het verhaal denk ik wel. De thema’s zijn divers, maar draaien toch om een paar samenhangende zaken: ouder worden, de onomkeerbaar van de tijd, het noodlot tevergeefs trachten te keren, uiterlijke schijn, de bijna onmogelijke opgave van een gelukkig huwelijk, verstoorde familiebanden, enzovoorts. De sfeer in het boek is heel melancholiek. Als voorbeeld geef ik een scène van een van de laatste pagina’s, in twee versies:
en de dagen zouden zich slepen, de dingen zouden voorbijgaan... heel langzaam; heel langzaam voorbijgaan... nièt vol roode wroeging na haat, hartstocht en moord, als ze voorbij waren gegaan voor die twee héel oude menschen... maar vol knaging in zich, weemoed in zich en leed, o pijndoend leed in zich en dat hij noòit uitzeggen zoû, en dat ZIJN geheim zoû zijn... heel onschuldig, en zonder wat ook van misdaad en andere scharlaken dingen, maar zóo smartelijk, als een stille kanker...
En de dagen zouden zich voortslepen, de dingen zouden voorbijgaan, heel langzaam, heel langzaam voorbijgaan niet vol rode wroeging en haat, hartstocht en moord, zoals ze voorbij waren gegaan voor die twee heel oude mensen, maar vol met knagen en weemoed en leed in zich, pijnlijk leed dat hij nooit zo uitspreken, en dat zou zijn geheim zijn. Heel onschuldig, zonder wat dan ook een misdaad en andere bloedrode dingen, maar zó pijnlijk, als een stille kanker
Tot slot heb ik een quizje gemaakt met acht vragen over het boek. Probeer ze zonder opzoeken te beantwoorden. Ik ben beniewd.
1. Hoeveel kinderen heeft de zestigjarige Ottilie Steyn en hoe vaak is zij getrouwd (geweest)?
a. Tweemaal getrouwd, vier kinderen
b. Tweemaal getrouwd, vijf kinderen
c. Driemaal getrouwd, vijf kinderen
2. Een van de kinderen van Ottilie Steyn is zangeres en leeft samen met een Italiaan. In welke Franse stad wonen zij?
a. Parijs
b. Nice
c. Marseille
3. Hoeveel familieleden met de voornaam Ottilie komen er in het boek voor?
a. Drie
b. Vier
c. Vijf
4. Waar in het huis zit alle dagen de oude vrouw Dercksz en ontvangt zij iedere dag de oude heer Takma?
a. In de achterkamer
b. In het zijkamertje
c. Boven
5. In welke volgorde gaan de drie oudste personages in het boek dood?
a. De oude heer Takma, de oude vrouw Dercksz, dokter Roelofsz
b. De oude vrouw Dercks, de oude heer Takma, dokter Roelofsz
c. De oude heer Takma, dokter Roelofsz, de oude vrouw Dercksz,
6. De geheime gebeurtenis, die als visioen geregeld aan Harold verschijnt, wordt met een bepaald woord aangeduid, welk woord?
a. Het Ding
b. Het Monster
c. Het Beest
7. Tot welk geloof heeft dochter Therèse zich bekeerd?
a. Katholicisme
b. Boeddhisme
c. Antroposofie
8. Hoe heet de hond van meneer Steyn, waarmee hij op de eerste pagina een blokje om gaat en die in de rest van het verhaal niet meer opduikt?
a. Charles
b. Jack
c. Lot
Geen opmerkingen:
Een reactie posten