Julliard Frans werd als kind Juul genoemd. Later noemde hij zichzelf Bundy, naar Al Bundy en Juul Hefner, naar Hugh Hefner. Dat werd Juul Hef en uiteindelijk Hef. Onder die naam werd hij een van de bekendste rappers in Nederland. Hij groeide op in o.a. Spijkenisse en was puber in Hoogvliet. Hij begon met rappen rond zijn twintigste en schreef eerst vooral over de buurt in Hoogvliet waar hij vandaan kwam. In 2008 brak hij door met het nummer Puur, waar deze (auto)biografie naar genoemd is. Erik Jan Harmens voerde tal van gespreken met Hef om zijn verhaal op papier te krijgen. De rapper geeft zelden interviews, maar in dit boek wilde hij zijn verhaal doen.
Puur leest als een spannend verhaal. Harmens lijkt alles direct opgetekend te hebben zoals Hef het hem vertelde, zonder commentaar of oordeel. Slechts een enkele keer merk je dat hij hem een kritische vraag heeft gesteld waar Hef op ingaat. Zo vertelt Hef eerst dat de ideale vrouw waar hij mee zou kunnen samenleven er helemaal voor hem moet zijn. Ze mag koken, het huishouden doen, mooi zijn en voor hem zorgen. Later nuanceert hij dit en zegt dat hij ook intelligente vrouwen die zelf een business hebben kan waarderen. Over de talloze meisjes waar hij me naar bed gaat is Hef heel open. Hij schaamt zich er misschien zelfs voor en noemt het een seksverslaving. Bijvoorbeeld als hij in het donker in bed ligt met iemand en niet meer weet met wie hij aan het vrijen is. Over zijn wietverslaving maakt hij zich minder zorgen. Jonko roken hoort gewoon bij zijn leven. ’s Avonds voor het slapen gaan draait hij er al eentje om de volgende ochtend meteen te kunnen roken. Uiteraard heeft hij de beste jonko die er bestaat.
Dit is een van zijn karaktertrekken, die ook past bij de wereld waarin hij verkeert. Niet alleen binnen de Nederlandstalige hiphopscéne wil hij de beste rapper zijn, hij en zijn collega’s willen ook allemaal de dikste auto (waggie), de duurste kleding en de lekkerste bitches hebben. Het klinkt allemaal wat kinderachtig, maar als je leest waar Hef vandaan komt is het goed verklaarbaar. Zijn ouders dealden en moesten soms op de vlucht slaan als het mis ging. Hef was vroegwijs en leerde als kind al hosselen. Je moet voor jezelf opkomen en scooters stelen was daar onderdeel van. Je had dan weer even wat geld. Meestal hing hij met zijn matties rond bij een snackbar of bij een metrostation, op de block. Als hij er nu langsrijdt ziet hij nog steeds dezelfde mensen staan. Hij is blij daar weg te zijn, maar vindt het ook pijnlijk, alsof hij niet iedereen heeft kunnen redden. Want dat is een van de dingen waar Hef continu mee bezig is: wie is trouw aan jou, wie kun je helpen en wie is niet je vriend? Zelf zegt hij niet wraakzuchtig te zijn. Als een rapper die hij geholpen heeft weggaat voor een beter contract bij een ander label dan is dat oké voor hem. Sowieso komt Hef over als een van de meest relaxte hiphoppers van Nederland. Het is niet iemand waar je ruzie mee krijgt. Ook komt hij slim over. Hij geeft toe dat hij vroeger foute dingen deed en denkt nu veel beter na over de stappen in zijn carrière, over hoe je om gaat met geld en hoe je collega’s die wat anders doen kunt waarderen.
Hef zegt niet activistisch te zijn, maar zegt af en toe rake dingen, bijvoorbeeld over Hilversum die hem of andere rappers met miljoenen volgers online zelden benaderen om iets samen te doen om meer contact te krijgen met de achterban van mensen met een migratieachtergrond: daar zijn ze daar totaal niet mee bezig,
Veel ruimte is er in het boek voor de talloze competities met Turk, Boef, Ronnie Flex en anderen. Wie heeft de meeste streams, wie staat hoe laat waar geprogrammeerd en de hoofdvraag, wie verdient het meeste? Dit gaat op den duur vervelen. Harmens had hier mogen schrappen in de tekst. Want sommige dingen ontbreken bijna geheel, zoals zijn filmoptredens en de omgang met zijn fans. Enerzijds is het een beperking van het boek dat Harmens alleen met hem heeft gesproken. Het beeld dat anderen van hem hebben, hoe hij in de media overkomt en wat zijn fans in hem zien lees je niet. Een biograaf zou deze kant wel meenemen. Anderzijds leest het boek vanwege die ene invalshoek bijzonder lekker weg.
De obsessie met status heeft een keerzijde. Hef moet soms oppassen dat mensen hem niet willen bestelen of erger. Daarom nodigt hij niet veel mensen meer thuis uit en is hij voorzichtig met uitbundig dronken worden buiten de deur. In zijn nummers is Hef heel open en persoonlijk. Veel fans volgen hem goed, denk ik. Daarom verbaasde het me dat hij zegt zich onbegrepen te voelen, net als André Hazes. “Hij dronk de hele dag biertjes, ik rook de hele dag jonko.” Ik denk dat heel veel jongeren dat uitstekend begrijpen. 😊 Puur las ik met plezier in twee dagen uit. Harmens heeft de spreektaal van Hef overgenomen. Een woordenlijst achterin is dan wel nodig. In iedere alinea staan woorden als nakken, tantu, wack, wiepie, kaolo, loesoe, fakka en fissa.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten