In de begintijden van Corona werd er veel gesproken over de toestand in de wereld en over onze samenleving in het bijzonder. Algemeen werd deze benoemd in termen van crisis. Veel mensen voelden de behoefte om duiding te geven en vaak werd de pandemie in verband gebracht met hoe wij als mensen omgaan met onze planeet. Ramsey Nasr is een van hen. Hij schreef voor NRC Handelsblad een paar stukken die hij bundelde en aanvulde. Het resultaat is De fundamenten. Het is een boekje geworden vol grote woorden. Ik ben het vrijwel altijd met hem eens, maar wie niet? Het essay bevat vooral veel open deuren. Misschien ligt dat aan de actualiteit van het onderwerp. Wat een jaar geleden een verrassend inzicht was, is nu een afgekloven cliché geworden.
Hij schrijft als kunstenaar en beziet de crisis vanuit de positie van de kunst, maar hij betrekt ook economische en maatschappelijke zaken in zijn verhaal. De kern is zijn mensbeeld. Wij voelden ons onkwetsbaar. “We zijn gaan geloven dat de basis – een veilig, gezond, openbaar leven – ons toekomt zonder meer.” De achtergrond hiervan is onze neoliberale maatschappij en de welvaart die we bereikt hebben. Hij heeft hier een punt, maar deze onkwetsbaarheid is een beeld dat vooral als collectief wordt gezien. Vraag je iedereen persoonlijk, dan zullen veel mensen zich al jaren juist kwetsbaar voelen. Dit is iets wat veel duiders van deze tijd doen: een collectief, de samenleving beschrijven zonder oog te hebben voor het individu. Een verhaal dat meer gebaseerd is op sociologisch onderzoek zou een meer divers en misschien wat saaier beeld geven.
In zijn eerste stuk beschrijft Nasr de saamhorigheid, maar in het tweede stuk uit september 2020 ziet hij dat de stemming is omgeslagen. Men is ongeduldig geworden. Hij legt het verband tussen deze crisis en de veel grotere bedreigingen die op ons afkomen door onze omgang met de natuur. Zijn conclusie is dat mensen weigeren na te denken over de toekomst. Hij ziet dat de wereld totaal veranderd is - ik denk dat hij wat overdrijft – en dat groepen mensen weigeren dit te accepteren. Nasr trekt het heel breed: de opwarming van de aarde, varkensstallen, de waanzinnige subsidie voor de luchtvaartindustrie, zwarte Piet, Lange Frans en meer. Ik denkt dat hij in zijn redeneringen te veel dingen op een hoop gooit. Zijn verhaal zou met wat focus sterker zijn geworden.
Nasr roept op tot verandering en verzet, maar met de relschoppers, anticorona-demonstranten en complotdenkers heeft hij niets. Zij hebben geen agenda. Dit veronderstelt dat Nasr wel een agenda voor verzet en verandering heeft. Samengevat komt het erop neer dat we de groei moeten afremmen. Wat hij ziet - en wat iedereen ziet - is dat het neoliberalisme juist op volle toeren draait. De zwaar gesubsidieerde energie-en vleesindustrie zijn bijvoorbeeld uitsluitend gericht op meer en meer. Terwijl onderzoek onder de bevolking uitwijst dat de meerderheid het anders zou willen. Kennelijk werkt er iets niet. Mensen zeggen minder te willen vliegen, maar vliegen desondanks toch. Hetzelfde geldt voor vlees eten, plastic rommel kopen en spotgoedkope kleding dragen. Nasr noemt dit een groteske ontkenning. Om te overleven is het nodig dat wij ons meer onderdeel voelen van de natuur. We staan er niet los van. Hij relativeert het menselijk bestaan. Covid is ook natuur en het huidige virus noemt hij een amuse. Hij vergelijkt ons met de kokkel, die al miljoenen jaren bestaat, vrijwel onveranderd. “En je hoort hem er zelden over pochen.”
Nasr denkt dat volgende generaties ons ter verantwoording zullen roepen. Ik geloof dat dat wel zal meevallen. Volgende generaties (hoeveel zullen dat er nog zijn?) bestaan uit mensen die even egoïstisch en kortzichtig zijn als de huidige bewoners van de aarde. Ook dan zullen er multinationals zijn die uitsluitend winst willen maken en regeringen die dit van harte toejuichen. Ramsey Nasr beseft dit denk ik ook wel, maar hij probeert er de moed in te houden met optimistische ideeën: er zijn bedrijven die pogingen doen ons te verlossen van de wurggreep van de winstmaximalisatie en door technische vooruitgang zal bijvoorbeeld de bio-industrie ophouden te bestaan. Ik denk dat het druppels op een gloeiende plaat zijn, maar je moet toch wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten