Inmiddels ben ik geheel verslingerd geraakt aan de Faxen van Ger. In dit derde deel (uitgebracht in 2019) schrijft Nicolien Mizee wederom over haar dagelijkse leven, haar jeugd en familie, haar bewondering voor Ger en over haar soms moeizame verhouding met Louise. Niks nieuws dus, maar wel aangenaam om te lezen. Zij geeft haar kijk op het leven aan de hand van kleine gebeurtenissen, maar deze verraden veel over haar opmerkelijke innerlijke leven, dat vol tegenstrijdigheden lijkt te zitten.
Haar diepste verlangen is om met iedereen in vrede te leven. Zij dacht lange tijd dat iedereen zo was. Onaangenaamheden weet zij daarom aan haar eigen feilen. “Misschien is het wel afkeer van strijd die mij zoveel strijd opgeleverd heeft. Misschien zijn degenen die niet van strijd houden niet geïnteresseerd in machtsverhoudingen – en wekken zij alleen daardoor al de razernij van degenen die dat wel zijn, zoals ik de leraren en psychiaters buiten zinnen bracht door koppig, verlegen, maar zonder schaamte vast te houden aan mijn weigering nog naar school te gaan.” Later zegt zij last te hebben van een zeldzaam sterke wil, “die mij regeert, die niet van mijzelf lijkt.”
Over haar jeugd raakt zij niet uitgepraat tegen Ger. Zij vergelijkt de tirannie van haar moeder met hoe dictators te werk gaan. Voor het behoud van de macht is het nodig om telkens de regels te veranderen. Als kind wist zij nooit wat er van haar verwacht werd. Wat wel mocht en wat niet mocht veranderde steeds. “Dat wat gisteren goed was, is vandaag slecht, en omgekeerd. Zo deed Mao dat. En de mensen, paniekerig manoeuvrerend over een voortdurend bewegende grond, hebben eenvoudigweg geen tijd om zich te bezinnen. Overgave aan de Bestuurder van het systeem, dat ze, alleen al om in leven te blijven, móeten blijven doorgronden en navolgen, is de enige oplossing. Je moet voortdurend meehollen, hoewel je geen adem meer hebt.”
Aardser zijn beslommering als kleding kopen. Ze loopt in oude raggen rond, want het lijf moet nu eenmaal bedekt worden. Mensen denken dat het komt door haar geldgebrek, maar het binnengaan in een kledingwinkel doet haar gewoon totaal verlammen, ze kan het niet. Ze ziet alleen nare, strakke, zweterige lappen. Naast het Orakel (haar therapeute) en Ger is haar vriendin Louise de enige die haar precies begrijpt en op de juiste momenten het goede zegt. Maar er zijn ook vaak ruzies en misverstanden. Het huis van Louise is een enorme puinhoop. Nicolien begint eens met een grondige opruiming. Louise vraagt of zij iets goed te maken heeft, maar dat is het niet. Nicolien kan er gewoon niet tegen als mensen een rotzooi van hun leven maken. Louise reageert. “O, dat heb je dus bij iedereen! Niet speciaal bij mij!” “En zo is het nooit goed wat ik zeg.”
Als mensen eens iets heel gewoons aan haar vragen, bijvoorbeeld of zij een film bekijken wil, dan lukt het haar eenvoudigweg niet om het te doen. Het wordt haar met de dag onmogelijker om ernaar te kijken. Ondertussen bedenkt zij wel hoe mensen zullen reageren wanneer zij weer vragen of zij de film al gezien heeft. Met Ger heeft zij dit soort frustraties niet. Zij somt een reeks punten op waarom dit zo is. “En in de vierde plaats heb ik de sterke indruk dat jij vindt dat je nooit ergens recht op hebt. Je verwacht nooit wat. Verder heb je geen manieren – in de meest letterlijke betekenis. Je snapt ze niet, kunt ze niet onthouden, en slaat er zo’n beetje een slag naar. Voor iemand als ik, die zwaar lijdt onder verwachtingspatronen van de modale mens, is dat zeldzaam verfrissend.”
Wat Ger zelf vindt van dergelijke uiteenzettingen over zijn persoon, dat krijgt de lezer niet te horen. De eindeloze stroom faxen wordt nooit beantwoord. Zij ziet Ger wel, ze eten samen en bespreken dan van alles, maar een reactie op een specifiek verhaal dat zij in de faxen heeft verteld, dat krijg je niet te horen. Wel wordt met ieder deel duidelijker waarom zij Ger zo aanbidt en waarom hij de ideale persoon is om deze brieven aan te schrijven. Ik ben al bezig in deel vier dat dit jaar is verschenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten