vrijdag 9 april 2021

Daniel P. Mannix – Memoirs of a sword swallower


Daniel P. Mannix (1911-1997) was een wonderlijke figuur. Hij was journalist, dierentemmer, filmmaker, fotograaf, goochelaar en meer. Hij had belangstelling voor allerlei buitenissige zaken. De titels van zijn talrijke boeken laten dit al enigszins zien: The Wolves of Paris, The history of torture, Those About to Die, The Hellfire club en Freaks: We Who Are Not As Others. Zelf trad hij op in side-shows onder de naam The great Zadma. Hij was degenslikker en vuurspuwer. In deze autobiografie schrijft hij over zijn kennismaking met The carnival life. De uitgave is uit 1964, maar het is een herdruk van het origineel uit 1951 met de titel Step Right Up!

 

Het verhaal van Memoirs of a sword swallower begint ergens in de jaren dertig van de vorige eeuw. Als jongeman sloot hij zich aan bij een side show en werd hij onderdeel van The Carny life. Vanwege zijn langwerpige gestalte kreeg hij de bijnaam Slim. Het gezelschap trok van stad naar stad en van dorp naar dorp. Anders dan bij het circus, dat als geheel één organisatie was, bestond de Carnival uit allerlei kleine gezelschappen die afzonderlijk van de ene plek naar de andere reisden. Hierbij zaten ook eenmansacts zoals waarzeggers, loterijverkopers en draaimolens. Het gezelschap waar Mannix bij kwam was een Ten-in-One. Je betaalde entree, ging de tent binnen en zag voor één bedrag tien attracties. 

 

Slim is bij de eerste kennismaking meteen sterk onder de indruk. Het gezelschap bestaat onder andere uit een dikste vrouw ter wereld, een slangenbezweerster, een paard met vijf benen, een geheel getatoeëerde man en een fakir. Veel contact heeft Slim met de ouwe rot The Impossible Possible, afgekort: The Impossible. Slim heeft al snel door dat als hij bij het gezelschap blijven wil hij zelf een act moet ontwikkelen. Hij kiest eerst voor het vuurspuwen, daarna wordt hij degenslikker en combineert hij de beide acts. Later verdiept hij zich in goochelen, kaartlezen, astrologie en degelijke en ontwikkelt hij een Mentalist routine. Mooi is dat hij van binnenuit laat zien wat er bij komt kijken om deze acts ook fysiek aan te kunnen. Het credo is hoe gevaarlijker hoe meer populair een act is. Daarnaast onthult hij hoe bepaalde trucs werken. Interessant is dat dingen waarvan het publiek denkt dat het een truc is, vaak echt zijn en omgekeerd. Zwaarden worden wel degelijk geslikt, maar bij het gedachtenlezen wordt het publiek vakkundig om de tuin geleid. En tal van gokspelletjes zijn pure oplichterij.

 

Slim pakt zijn training als vuurspuwer serieus op. Dagelijks wil hij oefenen, maar al snel begrijp hij dat je daarmee moet oppassen. De brandwonden moeten tijd krijgen om te helen. Eens ligt hij dagenlang op bed. Je moet er doorheen. Een dokter erbij halen is hier niet de gewoonte. De training als degenslikker is zo mogelijk nog riskanter. Hij wil zijn acts blijven vernieuwen. Op een gegeven moment gaat hij ook neon-buizen slikken. Hij treedt in de voetsporen van Prince Neon, who invented Neon swallowing. Het mooie is dat je door de borstkas heen het licht kunt zien. Dit om twijfelaars te overtuigen van de echtheid van de act. Helaas is het nogal gevaarlijk. Prince Neon stierf toen een neon-buis het begaf tijdens het slikken. Een voordeel van deze act is dat er betrekkelijk weinig neon-buizen-slikkers zijn en je dus goed betaald wordt. Het is levensgevaarlijk; Prince Neon was niet de enige die eraan doodging.

 

Het publiek is bij dit soort acts vaak bijzonder wreed. Iemand die bijna doodgaat op het podium wordt uitgejouwd. Soms worden de freaks lastig gevallen. Maar het was sowieso een wat gewelddadige wereld. Mannix vertelt zonder blikken of blozen dat een irritante jongen uit het publiek een keer te grazen wordt genomen en zo goed als doodgeknuppeld wordt. Niemand die omkeek naar het lichaam dat niet meer bewoog.

 

De meest verbazingwekkende act is Waldo, The Human Ostrich. Deze man sluit zich aan bij het gezelschap. Hij is in staat om allerlei voorwerpen in te slikken en weer omhoog te halen. Hij slikt spijkers, glas, horloges en Mannix beschrijft het in detail. Bij hun eerste ontmoeting laat Waldo hem luisteren aan zijn buik. Hij rammelt met ketting die hij zojuist heeft ingeslikt. Hij doet het ook met kikkers en witte ratten die hij weer levend tevoorschijn laat komen. Slim vraagt zich af hoe hij hiermee begonnen is. Waldo antwoordt dat hij als kind plotseling de onbedwingbare behoefte voelde een rat in te slikken. Verder is het vooral het langdurig trainen om je maagspieren helemaal onder controle te krijgen. Voor wie interesse heeft in deze hobby, je moet beginnen met een aardappel aan een touwtje: inslikken en er weer uit trekken. 

 

Interessant is dat de meeste artiesten zich enorm verbonden voelen met deze wereld. Zij blijven hun leven lang een carnie en zijn er trots op. De getatoeëerde man vindt het spijtig dat hij niet als freak is geboren. En Slim is jaloers op The Oriental Pincushion. De ouders van deze fakir hebben hem al als kind getraind en bijvoorbeeld gaten in zijn tong gemaakt. Als je werkelijk zo goed als hij wil worden moet je er als kind mee beginnen.

 

Memoirs of a sword swallower is een verbijsterend boek met talloze absurde verhalen. Mannix schrijft veel in dialoog, alsof hij het ter plekke heeft opgeschreven. Dat was niet het geval, dus hij zal het misschien wat mooier hebben gemaakt, maar je weet het niet. Zoals bij de Carnival zelf is het onderscheid wat echt is en wat nep vaak niet te trekken.

 

Geen opmerkingen: