vrijdag 26 februari 2021

David Pefko – Het voorseizoen


Herman Brusselmans tipte twee jaar terug het werk van David Pefko. Ik had voor die tijd nog nooit van de schrijver gehoord, maar onthield de naam. Toevallig kreeg ik vorige week Het voorseizoen in handen. Het is zijn tweede roman, uit 2011. Steve Mellors is de hoofdpersoon. Het hele verhaal wordt vanuit zijn gezichtspunt verteld. Hij is een gescheiden rechercheur in de Engelse stad Leicester. Hij is kaal, weegt 130 kilo en heeft geen vrienden.

Na zo’n vijftig pagina’s was ik de man een beetje zat. Hij doet niets anders dan vreten, bier drinken en porno kijken. Tussendoor denkt hij met verbazing en nostalgie terug aan zijn huwelijk. Zijn vrouw had hem verlaten voor een siergootvakman. Vroeger vermaakte Steve zich nog in zijn moestuin. Nu maakt bijna niets hem nog gelukkig. Hij zet het grote huis te koop en gaat wonen in een lelijke flat in het centrum: dicht bij zijn werk, dat scheelt reistijd. Ik wilde al bijna stoppen met lezen, want ik vreesde dat de rest van de ruim 400 pagina’s een herhaling zouden zijn van het begin. Toch las ik door en zonder spijt. 

 

Steve bezoekt regelmatig Anca, een Roemeense prostituee. Hij wordt verliefd op het meisje, praat vooral met haar en geeft haar cadeautjes. Hij is een zachtaardig mens en wordt voortdurend verkeerd begrepen. Hierdoor werkt hij zich in de nesten. In de rest van het verhaal doet hij zijn best om uit te leggen wat zijn beweegredenen zijn, maar zijn verhaal komt telkens te laat. Hij is besluiteloos en maakt vaak verkeerde keuzes. De problemen en halve leugens stapelen zich op, waardoor zijn situatie steeds hopelozer wordt. Het mooie is dat Steve aan het begin van het boek een echte zak is. Hij blijft later sullig, maar is ook wel zeer menselijk. Je krijgt toch sympathie voor hem en je hoopt dat het goed afloopt.

 

Over het verhaal wil ik niet al teveel vertellen, maar achteraf las ik pas de achterflap, waar een deel van het verhaal beschreven staat. Steve raakt betrokken bij een inval in het bordeel waar zijn geliefde werkt. Anca weet overigens niet dat hij bij de politie werkt. Hij wil haar vooraf waarschuwen maar dat mislukt. Zij wordt samen met een aantal Roemenen gearresteerd. De politie denkt dat de groep betrokken is bij het voorbereiden van een terroristische actie, maar bewijs wordt er niet gevonden. Anca belandt tijdelijke in een gevangenis, waar Steve getuige is dat zij wordt verkracht door twee collega’s van hem. Hij verstijft van angst en grijpt niet in.

 

Later komt hij Anca op straat tegen en zij gaat bij hem inwonen, zonder te weten wat hij gezien heeft. Het mooie is dat Pefko hem steeds net te laat laat reageren op wat hem overkomt. Er komt een rechtszaak. Dingen die hij verzwegen heeft tegenover Anca komen uit. Hij wordt eenzamer en eenzamer. Het is een patroon waarbij goede bedoelingen leiden tot mislukkingen. Het herstel ervan lukt niet, er volgt weer een verkeerde keuze, enzovoorts. Steve vraagt zich steeds af: waarom heb ik het niet anders aangepakt. Met dit patroon weet Pefko goed de spanning erin te houden. Hij heeft een snelle schrijfstijl en het boek bestaat uit honderd korte hoofdstukken.

 

Publiekelijk wordt Steve afgemaakt. Het feit dat hij gezien wordt als een viezerik helpt hem niet. Hij kijkt porno, is te dik, komt niet goed uit zijn woorden, zuipt teveel en is depressief. Zo iemand zal ook wel liegen, hoewel niemand begrijpt waarom hij zou liegen over zoiets als een verkrachting. Steve is het prototype van een antiheld. Het verhaal heeft een spannend element waarbij je steeds hoopt dat het niet weer mis gaat, maar het boek gaat ook over eenzaamheid. Steve staat, net als veel anderen mensen, buiten de maatschappij. Hij heeft enorme moeite contact te maken met andere mensen. Hij heeft wel dromen en vergelijkt zich vaak met de hoofdpersoon uit de film Taxi driver.

 

“Dat is dus wat ik gemeen heb met Travis Bickle; de eenzaamheid die als een sluier om me heen ligt, me het zicht ontneemt op werkelijk alles. Door het arbeidzame leven ontwikkelen de meeste mensen een pantser voor de eenzaamheid, en in sommige gevallen kunnen ze misschien zelfs beweren dat ze ook niet eenzaam zijn. Omdat ze een leuke baan hebben en een hoop vrienden, een gezin en een huisdier, een abnormaal grote gezinsauto die hen in het weekend naar allerlei plekken voortbeweegt. In mijn geval ontbreekt het me juist aan al die dingen. Ik heb geen vrienden, geen gezin, en wat ik in mijn dagelijkse werk tegenkom, maakt me steeds verdrietiger.”

 

Het voorseizoen was mijn eerste kennismaking met het werk van David Pefko. Ik ga meer van hem lezen. De kracht zit niet in zijn schrijfstijl, die soms veel spreektaal en herhalingen bevat, maar hij weet de lezer wel mee te slepen in het noodlot van de hoofdpersoon. Dat is knap, want Steve Mellors heeft alles tegen om je te identificeren met hem.

Geen opmerkingen: