Zwarte Sylvester uit 2012 is de tweede roman van James Worthy. Bij verschijnen is het boek flink gehypet en het verkocht ook goed. Ik las dat Worthy als lezersgroep de niet-lezer wilde bedienen met deze literaire sriller. Dat schijnt gelukt te zijn. Het onderwerp van Zwarte Sylvester en de snelle manier waarop het verhaal wordt verteld door Worthy lenen zich goed voor aansluiting bij jongeren die niet zo van lezen houden maar wel dol zijn op films met veel geweld.
Het verhaal gaat over een zeventienjarige jongen die een hersentumor heeft. Hij heeft nog maar kort te leven. Na veertig keer niesen is het afgelopen. Hij besluit in de korte tijd die hij nog heeft als een van de grootste seriemoordenaars de geschiedenis in te willen gaan. Zijn liefhebbende vader helpt hem een handje. De redenering van Sylvester is simpel. “Hoe wordt een gewone jongen van zeventien onsterfelijk? Door goed te doen, maar ik krijg de tijd niet om goede dingen te doen, goede dingen kosten namelijk tijd. Ik kan geen Gandhi of Nelson Mandela meer worden, dus dan ga ik maar voor Charles Manson, Jack the Ripper en Jeffrey Dahmer. Het kortstondige kwaad blijft sowieso langer hangen dan een leven vol goedheid.”
Wat volgt is een hele reeks bloederige moordpartijen en een langzame aftakeling van de hoofdpersoon. Worthy brengt deze svonturen met de nodige bizarre humor. Het is een combinatie van Natural Born Killers en het werk van Herman Brusselmans. Het is slapstick. Als hij de eerste ochtend na zijn besluit met het hoertje Lavendel aan de keukentafel zit neemt hij haar te grazen. Hij beukt met een sixpack op haar hoofd in en hij geniet ervan. Hij verbaast zich wel over de stevigheid van haar schedel. “Je beseft pas hoe sterk ons lichaam is als je het probeert kapot te krijgen.”
Er volgen vele slachtoffers, een gezin met twee kinderen, een taxichauffeur en een dikke vrouw in het Vondelpark. Hij geeft de laatste nog even een voorsprong, maar vindt haar toch snel weer terug. Een blanke man met dreadlocks – type Willem Engel - neemt hij mee naar zijn kelder. Blanken met dreadlocks vindt hij niks. Het is een soort overlopen. Hij wurgt de man met zijn eigen dreadlocks. Sylvester raakt verslaafd aan het moorden. Hij staat bekend als Het Monster van Mokum. Na het slopen van een dakloze man heeft hij nog steeds honger. Hij beschouwt de moord als een voorgerecht, een amuse.
Door zijn snelle aftakeling moet zijn vader hem steeds vaker helpen en hem de prooien aanreiken. Het bloed spat soms van de pagina’s af en de wilde seks ontbreekt niet. Het verhaal is redelijk eendimensionaal, maar toch moest ik hier en daar lachen om de botte humor. Sylvester heeft zo zijn bespiegelingen. Hij denkt aan de Minotaurus. De moeder van de Minotaurus werd, door een wraakactie van Poseidon, verliefd op een stier. Hij besluit zijn gedachtestroom met: “De Griekse mythologie; het is soms net een hele oude aflevering van Jambers.” Dit soort grappen maken het boek leesbaar. Maar 185 pagina’s was eigenlijk al wat teveel van het ‘goeie’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten