Ik kende het werk van James Worthy niet. Zijn naam doet denken aan een negentiende-eeuwse schrijver van Engelse plattelandsromans. Maar dat is schijn. Hij woont in Amsterdam en schrijft in deze dikke bundeling columns veel over zijn stad. De columns in Mottenballen voor de ziel verschenen in de periode 2011-2016 in onder andere Het Parool, Metro en Sp!ts.
Worthy schrijft schijnbaar uit de losse pols. Zijn stijl is direct en hij is bij vlagen enorm humoristisch. Hij schrijft over de actualiteit, over zijn stapavonden, zijn vaderschap, over geluk, over alledaagse irritaties en meer. Op de flap staat dat dit zijn beste columns zijn “over het leven, de dood en alles daartussenin.” De meeste columns zijn anderhalve pagina. Na ieder stukje wilde ik meteen verder lezen, zodat ik de ruim 400 pagina’s in twee dagen uit had.
Veel verhalen gaan over het samenwonen en het burgerlijke bestaan waar hij langzaam in wordt gezogen. Wanneer hij met zijn vriendin op vakantie naar Drenthe gaat vraagt zij hem een net shirt mee te nemen. Hij vraagt waarom? “Nogmaals, we gaan naar Drenthe. Daar ben je al sjiek als je niet in een zuipkeet bent verwekt.” Natuurlijk doet hij alles wat zijn vriendin hem vraagt. Een ander onderdeel van zijn nieuwe leven is de kennismaking met allerlei shampoos en zeepjes. De flessen beloven aardbeien en de volle geur van chocola. Liever pakt hij dan gewoon en stuk zeep: “Deze lavendel fairtrade zeep heeft een heerlijke bloemige en rustgevende geur. De 100% natuurlijke zeep bevat ook tijm en dille…” Godallemachtig roept hij uit. Er is geen kruid tegen gewassen.
Worthy kijkt geregeld naar talkshows, waarschijnlijk om inspiratie op te doen voor deze columns. Na een mislukte vliegtuigkaping verschijnt er een expert op televisie met een waterdicht verhaal vol open deuren. De term expert wordt iets te gemakkelijk op iemand geplakt. Een gepensioneerde pyromaan wordt opgevoerd als ‘bosbranddeskundige’. Het ergst zijn de social media-experts: “vadsige huisvaders in mosterdkleurige broeken met 275 volgers op Twitter en een ligfiets in de garage.”
Grappig vind ik dat hij vaak een ogenschijnlijk zwaar onderwerp aanroept, maar al snel zijn eigen realistisch kijk erop geeft. Hij vraagt zich af wat geluk is. “Nou, ik ben gelukkig als ik een pornosite bezoek en bovenste filmpje mij meteen al aanspreekt. Dat is dus niet hoef te scrollen. Ja, daar gaat mijn ziel van kwispelen. Maar ja, dat ben ik.”
Waar hij zich echt over opwindt is de algehele betutteling en de mensen die zich opwerpen om de kinderziel te beschermen. Geweld in films en games zou de oorzaak zijn van gewelddadig gedrag bij kinderen. Hij ziet dat anders. Kunstenaars hebben geen voorbeeldfunctie, maar krijgen in onze tijd steeds minder ruimte. Voor je het weet wordt een muziekje bestempeld als kind-of vrouwonvriendelijk. De beschavingsbrigade staat steeds klaar. Worthy vindt dat ouders gewoon meer tijd en aandacht aan hun kinderen moeten schenken. En we moeten kinderen niet onderschatten. Hij maakt in de column ‘Holle Bolle Gijs’ een vergelijking met dikke kinderen. “Gisteren was ik met mijn gezin in de Efteling en ik heb zo’n 40.000 kinderen gezien en mijn zoon was serieus de enige van die 40.000 die zijn eigen voeten kon zien. … En die ouders maar schreeuwen dat de muziek hun kinderen aan het vergiftigen is.” Het gaat niet om klanken en beelden, het gaat om fastfood en lamlendige ouders. “Ouders maken criminelen. Ouders maken dikkertjes, en de vette muziek is onschuldig.”
Hij is vaker serieus en hier en daar zelfs sentimenteel. In een paar columns laat hij vallen dat hij stottert, of vroeger veel stotterde. In een langer stukje getiteld ‘Ik wil normaal zijn’ beschrijft hij hoe het stotteren zijn jeugd heeft vergald. “Zo heb ik nooit gedaan wat ik wilde, ik deed enkel wat ik kon zeggen.” Erg herkenbaar allemaal. Een leuk meisje met de verkeerde naam kon hij niet aanspreken. Nooit at hij zijn favoriete pizza, de peperoni. Liever dan na een val het ziekenhuis te bellen, strompelde hij naar de eerstehulppost. Bijzonder komisch is zijn spraakles met een groep stotteraars. Als oefening gaan ze gezamenlijk naar de bakker. Niet alle klanten kunnen het geduld opbrengen. “Godverdomme, is het nationale mongolendag of zo?” Uiteindelijk heeft het hem wel tot schrijven aangezet. Als je het niet kunt uitspreken moet je het maar opschrijven.
Lees Mottenballen voor de ziel. James Worthy is een scherpe columnist. Hij relativeert en weet je aan het lachen te krijgen. Tot slot, een column die ik met zeer veel plezier las, over Leo Blokhuis. Worthy kijkt graag naar talkshows, “Omdat ik idolaat ben van mensen die zichzelf volkomen onterecht als een autoriteit binnen een bepaald vakgebied zien. Iedere keer komt hij weer met een opmerkelijk nieuwtje. “Bijna niemand weet dit, maar Jimi Hendrix heeft zijn debuutplaat opgenomen in de kelder van een snackbar in Deventer.” Hij doet niet eens moeite om geloofwaardig over te komen. “Die malle Leo. Met zijn Top 2000. De lijst die klinkt alsof je met tweeduizend schoonvaders in een oude Ford zit en ze willen allemaal even hun favoriete nummer aan je laten horen.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten