Eerder las van ik van Laura van der Haar Loslopen, een hondenboek waarin zij vol enthousiasme vertelt over haar hond Takkie. Het is een bijzonder geestig boek waarin zij ook veel over de eigenaar van Takkie loslaat. Een week of vier is een geheel ander soort boek. Het verhaal speelt in Barcelona, in tijden van corona. Het verhaal is zeer spannend, de sfeer is huiveringwekkend.
De hoofdpersoon is Ida, een alleenstaande vrouw met een baby. Zij kent nauwelijks iemand in Barcelona. Haar vriend, waarmee ze vanuit Nederland naar deze stad verhuisde heeft haar verlaten. Haar ouders zijn al wat langer geleden overleden en de enige familie die ze nog heeft in Nederland is een demente oma. Zij staat er dus helemaal alleen voor, samen met haar paar maanden oude dochter Joanes. Dan slaat het noodlot toe. Ida wordt ziek en het is al snel duidelijk dat het corona is.
Van der Haar schrijft het verhaal volledig vanuit Ida. Koortsachtig bedenkt Ida wat zij moet doen. Wanneer ze een informatielijn belt krijgt zij te horen dat zij direct wordt opgehaald. Er zal een auto komen, de chauffeur zal een pak voor haar deur leggen dat zij aan moet trekken over haar blote lijf. Verder mag zij niets meenemen. Goed is dat Van der Haar de verschillende opties door het hoofd van Ida laat schieten. Je wordt meegenomen in haar dilemma’s en je merkt heel direct dat zij niet goed in staat is om helder te denken. Haar eerste probleem is, waar laat zij Joanes? Meegeven aan de autoriteiten lijkt haar geen goed idee. De enige die zij een vriendin zou kunnen noemen is haar yogamaatje Nellie. Zij belt Nellie, legt het verhaal uit en en geeft haar alle instructies voor de opvang van Joanes. De sleutel verstopt zij voor de deur, want tijd voor overdracht is er niet meer. Zij kan zo opgehaald worden.
Een groot deel van het boek speelt zich af in de auto op weg naar het ziekenhuis. Het is een lange rit omdat het eerste ziekenhuis vol is. Al die tijd zit zij op de achterbank in dat verstikkende pak. Ondertussen denkt zij terug aan haar leven hier in Barcelona en vroeger in Nederland. Zij kijkt terug op haar relatie met de vader van Joanes. Ook overdenkt zij haar eerste ontmoeting met Nellie en het verdere contact dat zij hadden. Van der Haar geeft telkens een beetje informatie om dan weer over te schakelen naar een ander onderwerp of naar de rit en het gedrag van de chauffeur. In het ziekenhuis wordt Ida opgenomen en in coma gebracht.
Knap is dat Van der Haar vanaf het moment dat Ida in de auto zit het verhaal een zodanige spanning meegeeft dat je moet doorlezen. Het tempo van vertellen ligt hoog en bij alle informatie die je krijgt zie je weer nieuwe mogelijke rampen voor je geestesoog. Natuurlijk vraag je je voortdurend af – net als Ida - hoe het gaat met Joanes, maar je tast tot het einde van het boek in het duister welke kant het verhaal op gaat. En omdat je alles vanuit Ida beleeft weet je ook niet hoe betrouwbaar zij is. Van der Haar geeft ruimte om aan van alles te twijfelen. Dit is een mooi contrast met de eenvoudige handeling van het autorijden, de weg zoeken en later de behandeling in het ziekenhuis. Daarbij geeft zij subtiel de sfeer van deze corona-tijd weer, bijvoorbeeld wanneer Ida vanuit de auto naar buiten kijkt. “Ook nu alles stilligt blijft de wereld maar doortollen. Zonder steentjesmakers, zonder tandartsen, zonder obers en festivaldirecteuren en tennisleraren en kappers. Wanneer zou je totale ontwrichting pas echt gaan zien?”
Een week of vier, de titel slaat op de periode dat haar bezoek in het ziekenhuis moet duren, is een zeer spannende korte roman die tot het einde toe blijft boeien. Ik was verrast door de geheel andere stijl dan in Loslopen. Het bewijst dat Laura van der Haar over meerdere talenten beschikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten