vrijdag 31 juli 2020

Albert Cossery – Het huis van de wisse dood



La Maison de la mort certaine verscheen in 1944 en was de eerste roman van De Frans-Egyptische schrijver Albert Cossery. Hiervoor had hij een gedichten- en een verhalenbundel gepubliceerd. Deze vertaling uit 2006 is van Mirjam de Veth die ook een nawoord schreef bij dit mooi uitgegeven boek bij Coppens & Frenks. Het is het eerste boek dat ik van hem lees. Het zal niet het laatste zijn.


Cossery werd in 1913 geboren in Cairo. Hij werd Frans opgevoed en wist al jong dat hij schrijver wilde worden. Na omzwervingen tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat hij wonen in Parijs, hotel La Louisiane in Saint Germain-de-Prés, waar ook Sartre woonde. Later sluit hij innige vriendschap met Albert Camus. Cossery zal tot aan zijn dood in 2008 in het kamertje blijven wonen. Hij had aan één kamer genoeg. De verhalen van Cossery spelen zich grotendeels af in Egypte. Hij  noemde zich een Egyptisch schrijver die in het Frans schrijft.

 

Het huis van de wisse dood speelt in armoedige buurt in Cairo. De bewoners in een gammele flat maken zich zorgen om de schuren in hun huis en verwachten dat het geheel snel zal instorten. Het zijn wonderlijke figuren. Zij zijn armoedig en maken continu ruzie met elkaar, bij voorkeur op de binnenplaats, waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt. 

 

Er is een uitgeteerde timmerman die zijn ezel heeft moeten verkopen; zijn kar staat nu weg te rotten op de binnenplaats. Er is een meloenverkoper die niets anders kan dan meloenen verkopen. Het is winter dus kan hij nu niets doen. Er is een apenleider, die een geit en een aap op zijn kamer houdt om te dresseren en hier wat geld mee te verdienen. Suka is een zanger. Hij is verliefd op Nahid, de vrouw van de vuilophaler. Deze vuilophaler is wel de meest gehate persoon in de flat. Hij heeft namelijk een baan, hij sluit zijn vrouw op, maar vooral was hij “een afschuwelijk smerige vent, die een allesverdelgende stank verspreidde.”

 

Het schelden op elkaar is de gewone manier van praten. Cossery weet dit  bijzonder grappig te verwoorden. Hoerenzoon, hondenjong, lamstraal zijn hier normale manieren om iemand aan te spreken. “Neem mij niet kwalijk, ik dacht dat je een man was maar je bent blijkbaar niet meer dan een stuk stront.” Kinderen krijgen voortdurend een mep en de bewoners wensen elkaar de ergste dingen toe. Over een vrouw die te weinig betaalde voor een verhuizing beklaagt iemand zich bij Suka. Hij antwoordt simpel: “Je had haar moeten wurgen.” Cossery weet de sfeer rond het gebouw steeds in de meest zwartgallige bewoordingen te vatten. “Maar al snel daalde over al deze barre ellende het inktzwarte kadaver van de nacht neer.” 

 

Het verhaal komt in beweging wanneer besloten wordt de huisbaas aan te spreken op de aanstaande instorting van hun flat. Si Khalied is een gladjoekel die trots op zijn fiets met wel twee achteruitkijkspiegels langs zijn bouwvallen fietst, maar het liefst niets met deze armoedzaaiers te maken wil hebben. De vrouwen zoeken hem eerst thuis op en drijven hem in het nauw. Uiteraard geeft hij niets toe. Die schuren in de muren stellen niets voor. De bewoners smeden nieuwe plannen zoals een brief aan de regering, maar niemand kan schrijven of weet waar de regering woont.

 

Het verhaal is nogal bizar en heeft zeker een ontwikkeling, maar het is Cossery vooral te doen om de sfeertekening en de vreemde levensverhalen van deze arme bewoners. Mirjam de Veth schrijft in haar nawoord dat Cossery zelf in zulke omstandigheden heeft gewoond en dat veel van wat hij optekent uit eigen ervaring is. Het absurde blijkt weer eens realiteit te zijn. Dat maakt het geheel tragischer maar misschien ook grappiger.

 

Aan het eind van dit meesterlijke verhaal treedt er onder de bewoners berusting in. “Ze hadden geen zin meer om op te staan of om nog iets uit te voeren. Ze voelden zich gevangen in hun lot en voorgoed verbannen uit de rest van de wereld. Het huis kon instorten, zij waren bereid hun leven te offeren. Waarom zou je je bewegen als alles uiteindelijk terechtkomt in het niets van de dood?”

Geen opmerkingen: