Aleksander Lun komt uit Polen. Zij verhuisde op haar negentiende naar Spanje en publiceerde deze debuutroman in het Spaans. Zij spreek diverse talen en is vertaler naar het Pools toe. Zij woont nu (2020) in België en leert Nederlands. De palimpsesten is een korte absurde roman. De eerste pagina is geweldig. “Mijn naam is Czesław Przęśniczki, ik ben een miserabele immigrant uit Oost-Europa en een mislukt schrijver, ik heb al tijden geen seks gehad en ben opgenomen in een gesticht in België, een land dat al meer dan een jaar zonder regering zit. De redenen waarom ik me tussen de kille muren van een psychiatrisch ziekenhuis in het Noorden van Europa bevind zijn mij net zo’n onverklaarbaar mysterie als het mislukken van mijn seksleven, wat heeft geleid tot jarenlange lusteloosheid en frustratie. Niemand had kunnen voorspellen dat ik op een dag in een Belgisch gesticht zou belanden toen ik vijfendertig jaar geleden werd geboren achter het IJzeren Gordijn, in dat schimmige geopolitieke gebied dat was getekend door de hyperactiviteit van Adolf Hitler.”
Dit begin deed mij denken aan Dostojewski. Later krijgt het boek meer iets van een Brusselmans. Czesław komt het gesticht niet uit. Hij zit opgesloten in een kamer met vader Kalinowski. Waarom hij opgesloten zit wordt snel duidelijk. Czesław wilde graag dierenarts worden, maar reisde zijn geliefde, Ernest Hemmingway, achterna die gevraagd was boksles te geven aan de universiteit van Vinson, de hoofdstad van Antarctica. Czesław leerde hier Antarctisch en schreef Wampir, zijn debuutroman die jammerlijk flopte. Hemmingway stond op een dag op en schoot zichzelf dood. Hij liet een warrige afscheidsbrief achter waar hij het o.a. had over de wc’s in een Parijs café. De Antarctische schrijvers namen Czesław de inmenging in hun literatuur nogal kwalijk en achtervolgden hem later over de hele wereld.
Deze bijzondere geschiedenis wordt steeds gekker. ’s Nachts sluit Czesław zich op in de badkamer om te schrijven aan een tweede roman op oude pagina’s van De Standaard, een verwijzing naar de titel van het boek. Een palimpsest is een hergebruikt, opnieuw beschreven document. Lun voert allerlei schrijvers op die ook in het gesticht zitten. Wat zij gemeen hebben is dat zij niet schrijven in hun moedertaal. Met hulp van de bartlebiaanse therapie wordt gepoogd deze patiënten te genezen. Bartleby is een personage uit een roman van Melville. Czesław leerde hem kennen na de dood van Hemmingway, maar zij zijn niet intiem geworden. Melville wilde geen seks, hij ging liever op walvisjacht.
Iedere dag spreekt Czesław de dokter die zwijgend aantekeningen maakt. Ondertussen stappen er schrijvers als Vladimir Nabokov, Emil Cioran, Samuel Beckett of Ludwig Wittgenstein binnen. Vaak volgt er een ruzie. Lun citeert ruim uit werken van deze schrijvers. Shaw zegt bijvoorbeeld dat “patriottisme de overtuiging is dat je eigen land beter is dan alle andere landen omdat je er geboren bent.” De dokter zegt zelden iets. Wanneer Karen Blixen vraagt waarom jullie ons niet gewoon laten schrijven doet zij haar mond open. “Bedoelt u nu dat iedereen maar moet doen wat hij wil? Literaire anarchie, is dat wat u wilt?”
De palimpsesten is kortom een vreemde roman, voor liefhebbers van het absurde. Naast beroemde schrijvers laat Lun een te vroeg overleden kanarie, Adolf Hitler, de herdershond commissaris Rex, de Poolse paus en meer figuren opdraven. De eerste helft van het boek vond ik erg leuk en verrassend. Ik moest regelmatig hardop lachen. In de tweede helft werd ik een beetje murw van alle gekkigheid. Zo’n boek moet niet al te lang duren. Ik ben wel benieuwd naar het volgende boek van Alekandra Lun, want schrijven kan zij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten