zondag 8 april 2018

Marieke Lucas Rijneveld – Kalfsvlies

Vanwege haar optreden bij Woordnacht op 14 april, waar ik haar mag interviewen,  heb ik het poëziedebuut van Marieke Lucas Rijneveld opnieuw gelezen, nu van kaft tot kaft. Vanzelf lees je ‘Kalfvlies’ met ‘De avond is ongemak’ in gedachten. Dezelfde thema’s zie je in beide boeken terug.


Het gedicht ‘Waterbestendig’ begint met: “Toen ik negen was hield ik de hele dag mijn jas aan met mijn mond vastgeplakt aan / de binnenkant van mijn kraag, tegen vriendinnetjes zei ik dat de verwarming van mijn / bestaan kapot was gegaan, dat mijn huis zo dun en doorzichtig was geworden als plastic “

De jas keert vaker terug in haar gedichten. In het gedicht ‘De doden’ verbindt zij de jas met ouder worden, een lagere stem krijgen, het wegslikken van de adamsappel en een hele reeks beelden rond dood, zelfmoord en appels. De tekst is te compact om er een citaat uit te halen.

‘Kalfsvlies’ zit nog meer vol poëtische beelden dan ‘De avond is ongemak’. Bovendien drukt Rijneveld zich uit in lange, slingerende  zinnen. Het is daarom lastig om een stukje eruit te lichten zonder een gedicht tekort te doen.

Het thema geslotenheid en dingen binnen houden, dat ik haar roman zo plastisch werd uitgebeeld, zie je mooi terug: “…na je twaalfde jaar keer je naar binnen, krijg je een dikkere huid, / komt er nog maar weinig zonlicht in je lichaam //

Zelfs woorden komen niet zomaar naar buiten: “en we zouden vrienden kunnen worden als ik geleerd had om / verstaanbaar te praten: het leek me altijd veiliger om woorden in / te slikken…” Maar zij vervolgt met: “… zodat er op een dag iets uit zou komen wat op zichzelf / kon staan…”  Voor dit naar buiten brengen gebruikt zij harde woorden als “de baarmoeder uit duwen”.

In ‘De avond is ongemak’ speelt de keukentafel een belangrijke rol. Hier heerst altijd spanning, maar ligt ook de herinnering aan momenten van geluk. Moeder stopte hier met eten en vader ging hier op in zijn geloof. Gesproken werd er steeds minder. En het eten dat er werd genuttigd verliet het lichaam van Jas niet meer.

In het gedicht ‘Dorst’ zijn papa’s ogen bloeddoorlopen: …en wat hij ziet is te wazig om zijn eigen vlees te onderscheiden, zijn / kaken zijn eeuwig aangespannen…” En moeder: ”…vastgekleefd aan de keukentafel...”

Voor mensen die ‘De avond is ongemak’ hebben gelezen vormt ‘Kalfsvlies’ een poëtische aanvulling en verdieping in de wereld van Marieke Lucas Rijneveld. Ik raad hen ten zeerste aan deze bundel te lezen. Tot slot citeer ik toch maar een tekst uit de bundel, uit ‘Oudjaar Kanaleneiland’.

Buiten loopt een hond met een vuurpijl in zijn bek, we willen het beest redden
maar ook weten hoe een ontplofte hond eruitziet en hoezeer het ons
zou raken of we het als reden kunnen gebruiken om te huilen, dan kunnen
we zeggen dat het vaker voorkomt dat mensen om honden treuren terwijl het
eigenlijk een projectie is van angst voor ons eigen einde.

Geen opmerkingen: