In de korte
roman ‘Gekortwiekt’ wordt alles korter. Nadat de sensuele vrouw van bierbrouwer
Francin haar rok heeft ingekort en veel bekijks krijgt in het dorp roept de
dokter uit: “Alles wordt korter vandaag de dag en ik zie daar nog geen einde
aan komen. Dus, meneer de rentmeester, we gaan ook de arbeidstijd verkorten… De
afstanden tussen de kasteleins maken we korter door ze met de auto te bezoeken.”
Het verhaal
speelt zich een eeuw geleden af in een dorp in de Bohemen. De auto doet er zijn
intrede, net als andere nieuwigheden. Francin neemt op reis naar de stad
cadeautje mee voor zijn lieve vrouw, zoals een ring, een paar schoenen of een
grammofoon, zodat zij wulps samen de tango kunnen dansen. Eenmaal neemt hij een
geneeskundig apparaat mee, met veel elektroden en neon-hulpstukken, zoals een
ozon-inhalator. Met een neon-kam kamt zij haar enorme haardos, haar mooiste
bezit.
Wanneer
Pepin, de broer van de brouwer komt logeren lopen de zaken in de brouwerij
regelmatig uit de hand. Francins vrouw, waar vanuit het hele verhaal wordt
verteld, houdt van grappen en verleidingen. Met Pepin beklimt zij de
schoorsteen op het gebouw. De brandweer komt aanrijden, maar zij trippelt al elegant
naar beneden, nog nagenietend van het mooie uitzicht.
Oom Pepin
is schoenmaker, maar hij scheldt op alle schoenen die hij ziet en is dan niet
meer tot bedaren te brengen. Werken in de brouwerij gaat hem ook niet goed af.
Hij is volwassen, maar gedraagt zich als een gek kind. Hrabal beschrijft de
gebeurtenissen op de brouwerij als een sprookjesverhaal. Hij houdt van de gekte
en benoemt uitvoerig allerlei details. Bij de beschrijving van de slacht van
een varken wordt geen ingewand overgeslagen, net als de hoeveelheden bloed en
de borrels die door wie wanneer tussendoor worden gedronken.
Opsommingen
zijn ook karakteristiek voor Hrabals stijl. Wanneer de vertelster haar been
breekt en in het gips ligt heeft Francin eindelijk de rust om slagzinnen te
bedenken voor zijn brouwerij. Het inspireert hem zelfs. Er volgt een halve
pagina zinnen als ‘Bier geeft vertier’, ‘Wie ons bier heeft uitverkoren, voelt
zich weldra als herboren’ en ‘Thuis of onderweg, overal een verfrissend
pilsje.’
Sowieso
schrijft Hrabal bijzonder smakelijk over bier brouwen en bier drinken: “meneer
de onderbouwmeester hurkte bij mij neer en pakte de reuzenpul van me op en
lachte en liep ermee de lagerkelder in, ik wist dat hij in één ruk een bier
voor mij zou tappen, een met een kop erop, misschien ook zou hij de bierkroes
half met lager vullen en daarna afschenken met zwarte granaat, een zo versneden
bier is iets wat lovend gebrom van het hele lijf oplevert.”
Het haar
van de vrouw van de brouwer volgt het lot van de staart van het hondje. Zij
hakte dat staartje voor de helft eraf. Vrijwillig laat zij zichzelf nu kortwieken.
Francin is niet blij met de twee kilo aan paardenstaarten die zij hem brengt en
geeft haar een pak slaag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten