dinsdag 13 maart 2018

Bohumil Hrabal – Lieve Dubenka


Hrabal is een van de meest bekende Tsjechische schrijvers, en hij is zeker de meest merkwaardige. Hij werd min of meer toevallig schrijver. In 1952 werkte hij bij de Poldi-Hoogovens in Kladno. Hij kreeg een stuk ijzer tegen zijn hoofd. “Hij leed daardoor niet alleen aan barstende hoofdpijnen en aanvallen van ‘gekte’, die hij met veel medicijnen en drank trachtte te onderdrukken, maar het lijkt ook aannemelijk dat hierdoor zijn schrijverschap in hem werd getriggerd.” Bovendien kreeg hij na het ongeval, weliswaar jaren later,  een uitkering en had hij alle tijd om te schrijven.


Dubenka, waar de brieven in dit boekje aan gericht zijn, was een Amerikaanse studente. Haar naam luidde April Gifford. Duben = April. ZIj zocht Hrabal ooit op in zijn stamkroeg De Gouden Tijger. Hij werd verliefd op haar en hij bezocht April later in Amerika. Terug in Tsjecho-Slowakije schreef hij haar vele brieven. Een aantal brieven is opgenomen in dit boekje.

De brieven gaan over Hrabals dagelijkse leven, zoals de zorgen om zijn poezekes of zijn conditie die zo slecht is dat hij na het voeren ervan naar huis strompelt en uitgeput bij de kachel gaat zitten. Gezondheid is sowieso een onderwerp: “Ik heb barstende koppijn / en door de bossen giert de föhn“. Hij vertelt dat hij vroeger de gek speelde. Hij deed zijn geschifte oom Pepin na. Later werd hij het echt.

Hij schrijft over mensen die hem opzoeken in De Gouden Tijger, maar wordt ziek van die populariteit. Hij scheldt iedereen uit, jaagt ze weg. De zorgen om zijn poezekes is terecht. Na ontslag uit het Bulovka ziekenhuis zijn niet alle katten meer in leven: “Deryk, de dashond van Dagmar, die ze met haar jager hiernaartoe heeft genomen, is het gelukt bijna alle jonge katjes te liquideren en de vier resterende katten de stuipen op het lijf te jagen.” Even verderop schrijft Hrabal: ”vanmiddag moest ik ook weer gaan liggen, mijn hart en hersens zijn door de kattenpogroms naar de bliksem.”


Het gezeur van Hrabal, over zijn angst voor ziekenhuizen, over zijn hysterische gedrag, zijn moeizame omgang met andere mensen, enzovoorts, is van hoog niveau. Van zulke brieven wil ik wel een heel boek lezen. Hij heeft er vele geschreven aan Dubenka. Waarschijnlijk zijn de meeste niet verstuurd.

Geen opmerkingen: