Dit zesenzeventigste
boek van Brusselmans verschilt qua stijl en sfeer nauwelijks van veel van zijn
eerdere werk. Het is absurd, grof en om te lachen. Het verhaal begint bij het
feest van de vijfentachtigjarige Mest van der Velde.
Zijn hele
leven werd hij beschimpt vanwege zijn rare achternaam. Andere personages hebben
namen als: Klomb, Plots, Vwazel, Sprongwaarts, Dnijt, Doetekwam en Zoeverijns.
Brusselmans
vertelt de levensgeschiedenis van deze oude knar. Aan het eind van het boek
rijdt hijzelf op zijn Triumph Street
Twin het verhaal binnen om het feest te verstieren.
Tijdens het
lezen maak ik aantekeningen als houvast voor het schrijven van deze stukjes.
Bij dit boek noteerde ik vijf begrippen: truffelhond, tegen de huig urineren,
duikboot, gasten en kutfamilie. De reeks geeft een aardige samenvatting van het
boek.
Het beste middel
om mensen aan te sporen dit boek te lezen is er uit citeren: “Is Na Vijven een
truffelhond? Nee, dat was z’n broer Kwart Over. Na Vijven is een klapslaghond.
Ze komen oorspronkelijk uit Tarifa, in de provincie Cádiz , te Spanje. In de
achttiende eeuw wachtte hun export. Ze zijn niet populair, door hun onwil om
wortelen te apporteren.”
“Ik droomde
vannacht dat ik veranderd was in een duikboot, ken je dat? Zo nat was ik nog
nooit geweest, en ik zweer jullie, ik heb in de ondergelopen loopgraven
gezeten, dus kom me niet uit m’n nek kakken over nattigheid, waar ik geen weet
van zou hebben.”
Tot besluit
geeft Brusselmans tijdens het feest zijn mening over deze familie. “En ik vind
jullie een doorsnee verschrikkelijke Vlaamse kutfamilie. Ik ga graag weg. Eerst
m’n geld, oud lijk.” Voor de passage over het tegen de huig urineren verwijs ik
naar pagina 99, veel leesplezier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten