‘Probeer om
te keren’ is het romandebuut van Marijn Sikken. Het boek is prachtig uitgegeven
door uitgeverij Cossee. Het verhaal speelt zich af in het dorpje Leem. Er wonen
vijfduizend mensen. Wie weg kan gaat weg. Als je als achttienjarige niet weg
gaat omdat je sowieso niet weet wat je met je leven aan moet dan blijf je.
Dat geldt voor Eline. Zij werkt in de lokale boekwinkel en heeft weinig ambitie. Haar moeder barst van de ambitie. Zij helpt ontspoorde jongeren en is zelden thuis. Eline heeft het aangelegd met een oudere man. Hij werkt in de kroeg en weet niet goed wat hij met haar aan moet. Iedereen in het dorp weet natuurlijk van deze relatie. Er wordt niet hardop over gesproken.
Sikken
vertelt een groot deel van het verhaal door de ogen van Eline. Het tweede perspectief
is Alma, de wat overspannen moeder van Michelle. Michelle is verstandelijk
beperkt en helpt Eline in de boekwinkel. Zij speelt een belangrijke rol in het
verhaal. Sikken beschrijft het ongemak dat mensen bij haar voelen en de
worsteling van haar moeder, die de zorg om haar kind niet meer aan kan.
In Leem
gebeurt nooit wat. Iemand zegt dat het een plek is om uit te vertrekken. Eline
denkt: “Hij heeft gelijk. Om haar heen ziet ze alleen mensen die niets van het
leven maken. Wie hier blijft, in een net-nietsdorp, stagneert.”
Twee
elementen geven het verhaal spanning: er is binnenkort een dorpsfeest omdat
Leem honderd jaar bestaat en Michelle heeft twee jaar terug iets naars
meegemaakt. Sindsdien is zij zwijgzaam geworden. Het leven is uit haar
weggelopen. Op het feest lijken de twee elementen samen te komen in een
dramatisch hoogtepunt.
Voor die
tijd bouwt Sikken de spanning goed op. Er komen veel karakters voor in het
verhaal. Sikken verweeft hun levens meer en meer met elkaar. Kleine elementen
keren terug: de spoorwegovergang, een Dalmatiër, een dode vogel, een gewond
kind, etc. Ook de stem uit de routeplanner, die waarschuwt ‘Probeer om te keren’
klinkt tweemaal. In het begin van de roman staan de elementen wat los van
elkaar. Verderop krijgt het boek meer een eenheid.
Sikken weet
goed vanuit de twee perspectieven de verwevenheid uit te beelden. Over de
verwikkelingen wil ik niet teveel vertellen. De stijl van Sikken is kort en
krachtig. Dialogen, gedachten en beschrijvingen wisselen elkaar snel af. Daar
doorheen lees je beschouwingen over het dorp. Een thema van het boek is opgroeien
en je leven zelf richting geven. Dit lijkt niet te kunnen binnen de grenzen van
Leem.
Barend is
de baas van Eline. “Het is alsof Barend ooit zomaar in een rij is gaan staan en
toen de winkel in zijn handen kreeg gedrukt. Hij nam hem aan, plichtsgetrouw en
saai als hij is, en mocht hij de winkel onverhoopt kwijtraken, dan sluit hij
gewoon weer netjes aan in een andere rij.”
Marijn
Sikken heeft oppervlakkig gezien een eenvoudig verhaal over opgroeien in een
dorp geschreven. De samenhang in de tekst is echter goed doordacht en de
verwevenheid tussen de personages is complex. De situaties zullen herkenbaar
zijn voor mensen die in een dorp zijn opgegroeid. Ter afsluiting nog eens een
mooi citaat uit ‘Probeer om te keren’.
“Wie
opgroeit in Leem houdt zijn verjaardagsfeestje in het zwembad of bij de
vogelopvang. Later volgt de kroeg. Nog later gaan de meesten weg, het dorp uit,
op zoek naar andere cafés.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten