Het zevende
kind werd in 2013 na het uitkomen van de vertaling al gauw een bestseller in
Nederland. In Denemarken was het boek van Erik Valeur, zijn debuutroman, met
prijzen overladen. Het boek is een literaire thriller, maar veel beter dan wat
er in Nederland onder deze noemer wordt geproduceerd. Het zevende kind is een
ideaal vakantieboek: spannend, goed geschreven, een tikje diepzinnig en dik.
Net als in veel Deense politieseries lijkt de misdaad verweven met het
politieke establishment.
Bij het
bespreken mag ik niet teveel over de
inhoud schrijven. Ik beperk mij tot het uitgangspunt voor het mysterie. Het
kindertehuis Konslund viert een jubileum. Enige weken ervoor ontvangt een aantal
mensen een anonieme brief die verwijst naar een bijzonder periode van het
tehuis. Konslund vangt adoptiekinderen op en plaatst deze bij nieuwe ouders.
Het geheim draait om zeven kinderen die begin jaren zestig tegelijkertijd in de
olifantjeskamer lagen. Een foto van de zeven is opgenomen in de brief, evenals
een naam.
Erik Valeur
beschrijft het verhaal grotendeels vanuit het gezichtspunt van een bewoonster
in het tehuis. Langzaam leer je de zeven personages kennen: een is quizmaster
geworden, een ander astronoom, een derde is de politiek ingegaan. Allemaal
hebben ze iets ergs meegemaakt in hun jeugd. De relatie met de pleegouders was
soms ingewikkeld. De zeven weten niet waar zij vandaan zijn gekomen.
De
zoektocht van een journalist en van enkele andere personages bouwt Valeur mooi
op. Hier en daar duurde het mij iets te lang voordat de volgende stap werd
onthuld. En hij legt iets teveel nadruk op het feit dat adoptie altijd een
uiterst traumatische ervaring is. Erik Valeur gaf tijdens een interview aan dat
het boek sterk autobiografisch is. Dat kan ermee te maken hebben.
De stijl is
aangenaam, maar ik ben wat allergisch voor gekke bijnamen, zoals de
Heksendokter of de Burgerkoning. Een hoofdrolspeler die steeds belangrijker
wordt in het boek is ‘Het Lot’. Af en toe zoomt Valeur uit het verhaal en staat
stil bij een wrede toevalligheid, waarbij het Lot in zijn handen wrijft.
Ik had betrekkelijk
snel in de gaten hoe de vork in de steel stak. Ik werd hierin bevestigd door een
hint van de schrijver. In een korte scène gaat er iemand voor een boekenkast
staan om de titels van de boeken aan het zicht te onttrekken. Valeur noemt
vervolgens wat titels. De inhoud van één boek bevat een aanwijzing. Ik hoop
niet dat ik hiermee iemands leesplezier wegneem. Wanneer je Het zevende kind gaat
lezen ben je deze vage hint al weer lang vergeten, hoop ik. Waarschijnlijk
zitten er meer van dit soort aanwijzingen in het boek, want zo’n boek is het
wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten