‘Hemel en
afscheid’ is een merkwaardig boek. Het is prachtig vormgegeven en het omslag is
geniaal. De roman bevat gedichten onder de noemer ‘Handboek ouderenseks’ en het
gedicht P.S. op de eerste pagina is erg goed. Ik had een verwachting van deze
liefdesroman tussen een ouwe punker en een op seks beluste jonge dichteres:
cynisme, veel viezigheid en schokkende humor. Het pakte anders uit.
De
hoofdpersoon heet Karel en heeft veel weg van de auteur: hij woont in
Groningen, is schrijver en is de vijftig gepasseerd. Het meisje waar hij
verliefd op wordt is begin twintig. Hij ontmoet haar na een voorleessessie. Zij
zegt: “Ik had met jou wel een keer naar bed gewild.” Deze ene zin brengt het
hoofd van de man op hol. Vooral als zij bekent: “Niets is lekkerder dan een lul
in mijn mond.”
De man
begint te twijfelen aan zichzelf. Hij vraagt zich af of hij niet te oud voor
haar is en houdt zichzelf voortdurend voor dat hij niet verliefd is. De twee
houden contact en hebben gespreken over literatuur. In het hoofd van Karel
spookt slechts rond dat zij met hem naar bed wil. Eenmaal zoenen zij.
Karel
nodigt haar uit om mee te gaan naar de Gentse feesten, waar hij is gevraagd op
te treden. Zij zegt toe. Zijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Zij reizen inderdaad
samen naar Gent, maar ojee, het kind heeft kiespijn en de vrijpartij gaat niet
door. Wanneer je de vijftig bent gepasseerd dan moet je deze aanstellerij toch
doorzien, zou je denken. Maar de ouwe punker trapt er met open ogen in.
‘Hemel en
afscheid’ is natuurlijk een roman, een soort parodie op een
liefdesgeschiedenis. Maar de correspondentie erin opgenomen is authentiek
verliefd, daarom nietszeggend. Een voorbeeld: “Mooi meisje, het was een
fantastische avond. Ik word alleen verscheurd door twijfel: zat ik niet teveel
aan je, vond je dat niet vervelend? Als je dat vindt: meteen zeggen hoor, dan
hou ik mijn handen thuis.” Je kunt dit het beste lezen als een ready made. Hetzelfde
geldt voor de oersaaie passage uit een subsidieaanvraag bij het letterenfonds,
één op één in dit verhaal overgenomen. Goed, de auteur houdt weinig rekening met
de lezer, die snakt naar een plot.
Naar het einde
toe neemt het boek een wat andere wending. Schrijver en hoofdpersoon vallen
meer en meer samen. De verliefde Karel verwijst naar een boek dat hij gaat
schrijven over haar, dit boek. En ander werkelijk bestaand persoon komt ter
sprake: Daniël Dee. Karel vertelt over het nieuwe boek van Daniel waarin hij met
name wordt genoemd. Als dank zal hij Daniël in zijn volgende boek noemen, wat
dus hiermee is geschied. Het is een mooi spel tussen fictie en werkelijkheid.
Uiteindelijk noemt hij ook het meisje bij naam, een jonge Groningse dichteres.
Op foto’s ziet zij er nogal kinderlijk uit; niks voor een ouwe punker.
Karel ten
Haaf schreef ‘Hemel en afscheid in ruim één week tijd. Hij sluit het boek af
met het sterke gedicht 'Lustverdriet’, waarin hij zegt om te kunnen gaan met
deze teleurstelling, maar:
Wat echter
niet helpt is dat
door een
tekortkoming in de sofware
op mijn
werk het onmogelijk is
om mijn
wachtwoord tussentijds te wijzigen
waardoor ik
nog zeker een half jaar
voor iedere
dienst wordt geconfronteerd
met mijn
droom en mislukking wanneer
ik moet inloggen met haar voornaambef
ik moet inloggen met haar voornaambef
Geen opmerkingen:
Een reactie posten