vrijdag 25 september 2015

Jules Deelder – Konijnenhok op Overschie


Deelder kan meesterlijk moppen vertellen. In dit boekje uit 2005 – ik kocht het in een Deventer boekwinkel – staan 100 pagina’s vol met moppen. Ze zijn van het niveau: ‘er komt een man bij de hoeren’. Ook veel ‘Sam & Moos’, ‘een Duitser, een Belg en een Nederlander’ en ‘komt een man in de kroeg’.

Bij het lezen hoor ik de stem van Deelder erbij. Gelukkig maar, want de moppen zelf zijn allemaal zeer slap. 40 jaar geleden vertelden wij als kinderen deze moppen aan elkaar en lagen dubbel van het lachen. Veel moppen zijn wat seksistisch. En racistisch dollen mocht ook nog in de tijd waaruit deze moppen stammen.

Deelder heeft iets tegen Duitsers. Flauwe moppen over onze Oosterburen mogen niet ontbreken in dit boekje.

Loopt een Rotterdammer ’s avonds langs de Maas z’n hond uit te laten. Ziettie ineens aan de waterkant een man zitten, die zo met z’n hand water uit de Maas zit te drinken. Hij loopt ernaartoe en zegt tegen die man: ‘Hé dat ken je niet maken, man da’s geen drinkwater. Dalijk steekie de moord!’ Maar die man hoort hem kennelijk niet en drinkt gewoon verder. ‘Ik maak geen dolletje,’ zegt die Rotterdammer, ‘dat water hier is puur vergif!’ Kijkt die man achterom en vraagt: ‘Was bitte?’ ‘Mit zwei Hände trinke bitte.’

Pis, poep en andere viezigheid is natuurlijk altijd leuk. Een mooi voorbeeld dus tot besluit. Een mop die ik in wat andere vorm natuurlijk al kende. Als kind kwam ik dagen niet meer bij van het lachen bij deze mop

Lopen er twee zwervers op straat in die vuilnisbakken te spitten. Vindt die ene een blik appelmoes, dat nog voor driekwart vol zit. Hij begint gelijk te slurpen. ‘Moet je ook?’ vraagtie tussen twee klodders door aan die andere. ‘Appelmoes? Ikke? Nee, ik ga liever gewoon dood.’ Dus hij vreet in z’n eentje dat hele blik leeg. Wordtie na een minuut of tien toch misselijk! Hij kotst in één golf dat hele blik uit. VLATSJJ! Begint die andere prompt het hele zakie op te likken. ‘Ik dacht dat jij geen appelmoes lustte?’ ‘ Geen kouwe nee, daar kan m’n maag niet tegen…’

Geen opmerkingen: