Een boek
over een lelijke man die zich voortdurend opwindt, ruzie maakt met mensen die
hem iets vragen, vriendschappen verbreekt om een kleinigheid, zijn eigen vrouw
afzeikt en graag Bacardi-cola drinkt kan mooie literatuur opleveren.
In het
dagelijks leven wil je niet met zo iemand omgaan, ware het niet dat hij een
voetbalcoach is die vele prijzen heeft gewonnen. Hij vindt zichzelf de beste
coach en de grootste voetbalkenner die er ooit heeft geleefd. Hugo Borst is
door hem gefascineerd en schreef er meer dan 400 pagina’s over vol.
Hugo Borst
probeert de totale mens Van Gaal te vinden. Maar onderzoekt ook zijn obsessie
met het fenomeen. Hij leerde hem persoonlijk kennen, ook als een aardig mens,
maar kreeg om een lulligheid ruzie. Van Gaal wilde geen contact meer met hem.
Ruzie is
sowieso een constante in dit boek. Waar Van Gaal komt, daar is ruzie en onmin.
Zijn grootste vijand is dat andere orakel Johan Cruijff. Wat er precies mis is
tussen de twee, daar kom je niet achter. Het is allemaal erg kinderachtig. Het
draait er voornamelijk om wie de beste en de grootste is.
Borst noemt
Van Gaal Raspoetin. Ik denk om aan te geven dat hij hem ziet als geestelijk
leider. Het is een beetje manke vergelijking, want wie is dan de Tsarina? Van
Gaal duldt juist niemand boven zich.
Wonderlijk
is Van Gaals logica. Hij gaat tekeer tegen journalisten en beschuldigt ze met
de woorden: “jullie vertellen niet het ware verhaal.” Wanneer vervolgens wordt
gevraagd wat het ware verhaal dan is,
krijg je te horen: “Ja, dat ga ik jullie niet vertellen!”
De leukste
stukken in ‘O, Louis” vind ik de gesprekken met allerlei bekende Nederlanders.
Borst krijgt veelal milde antwoorden van Freek de Jonge, Wouter Bos, Andre van
Duin, Anna Enquist, enzovoorts. Cabaretiers als Van Muiswinkel vertellen dat
Van Gaal moeilijk te imiteren is. Diederik van Vleuten zegt het als volgt: “Los
van de stem: het hoofd van Louis is door niemand te grimeren.”
Heel
boeiend is het onderzoek naar de voorouders van Van Gaal. Drie eeuwen terug
liep er een ‘Van Gaal’ rond als burgemeester ergens in Brabant. De familie was
Katholiek, er was contact met dé Erasmus en zelfs in het Vaticaan liggen voetstappen
van een Van Gaal.
Alle rare
fratsen, maar ook de zachte kanten van Van Gaal komen voorbij in ‘O, Louis’.
Een beetje gênant is Van Gaal als dichter. Tenenkrommende eigen verzen leest de voetbalcoach voor. Hij is een beetje
verbaasd wanneer hij weinig waardering krijgt van zijn toehoorders. Hugo Borst
vergeeft het hem. Net als zijn protserige huis in Portugal, even iets groter
dan dat van zijn buurman, Ronald Koeman, waar hij ook ruzie mee heeft.
Dit boek
bevestigt wat we al weten: Van Gaal is een onaangename en achterdochtige man.
Maar het wordt geaccepteerd door Hugo Borst en vele anderen, omdat het zo’n
goeie coach is. Vreemd is dat nergens wordt beschreven wat hij dan precies zo
goed doet. Voetbaltechnische zaken komen nauwelijks aan bod. Het leven van Van
Gaal staat vooral in het teken van zijn eigen persoon en de conflicten die hij
heeft. Ik vrees dat het hier in de professionele voetballerij meestal om draait
Hugo Borst
komt na een lange reeks van verklaringen omtrent de persoon Van Gaal uit op
zijn vader als oorzaak van zijn gedrag. Van Gaal was op jonge leeftijd wees.
Hij mist een vaderfiguur en probeert er tegelijk zelf een te zijn.
Dit is een
tweede uitgebreide editie van ‘O, Louis’. Nadat Van Gaal bondscoach was in
Brazilië heeft Hugo Borst er een aantal hoofdstukken aan vast geschreven.
Opmerkelijk was dat Van Gaal, ondanks alle kritiek vooraf, niet ontploft is
tijdens dit WK. Hij werd gewoon nooit boos op een journalist. Hij gedroeg zich
normaal! Borst veronderstelt dat de vrouw van Van Gaal hier de vinger in moeten
hebben gehad.
Borst zag
tijdens het WK nog iets vreemds. Toen Oranje in de problemen kwam had Van Gaal geen
plan B... Hugo Borst was teleurgesteld: “Louis mag dan soms een onuitstaanbare
man zijn, voetbaltechnisch is hij boven alle kritiek verheven. En nu dit…”
‘O, Louis’
is een onderhoudend en dik voetbalboek. De uitgebreide weergave van
bijvoorbeeld interviews met Van Gaal had van mij wat minder gemogen. En zelf
zou ik mij nooit jarenlang met deze boze man willen bezighouden, dus petje af voor
Hugo Borst. ‘O, Louis’ was genomineerd voor het beste Rotterdamse boek 2015.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten