De Poolse schijfster Urszula Honek was onlangs te gast op het Crossing Border festival, waar ook haar landgenote Olga Tokarczuk aanwezig was. Het mooie interview met Tokarczuk heb ik gezien, Honeks optreden helaas niet. Zij is een succesvolle dichter en schrijver, Witte nachten is haar prozadebuut uit 2022. Het boek werd genomineerd voor de International Booker prize, de Nederlandse vertaling is van Charlotte Pothuizen.
Als ik mijn kast met in het Nederlands vertaalde Poolse literatuur bekijk dan zie ik dat zowat 90% man is. Onder de vrouwelijke auteurs zitten twee Nobelprijswinnaars, naast Tokarczuk is dit Wisława Szymborska; verder staan er tussen tientallen mannelijke auteurs boeken van Anna Bolecka, Ewa Lipska, Zofia Nalkowska, Maria Nurowska en Anna Świrszczyńska. De laatste is een totaal vergeten dichter die hoognodig heruitgegeven moet worden in de Schwob-reeks. Het is niet zo dat er weinig Poolse schrijfsters zijn of dat de kwaliteit minder is, ik denk dat vertaalster Charlotte Pothuizen dit kan beamen, maar er werd voorheen gewoon vaker voor gekozen mannelijke auteurs te vertalen.
Daarom is het ook mooi dat Witte nachten nu beschikbaar is in het Nederlands. Het is een opmerkelijk boek waarvan ik niet eens durf te zeggen of het een roman of een verhalenbundel is. Het draait om een afgelegen Pools dorpje waar de inwoners worstelen met het bestaan. In ieder verhaal of hoofdstuk staat afhankelijk één persoon centraal, maar Honek kan opeens overspringen naar een andere dorpsgenoot die dan de rol van hoofdpersoon krijgt toebedeeld. Veel van deze personages keren terug in de andere verhalen. De stijl van Honek is lastig te omschrijven; ze zoomt in op details en is daarin precies, maar ze zweeft in haar vertelling ook zomaar weg, benoemt een heleboel dingen juist niet of geeft een verhaal een rare wending.
De omstandigheden in het dorp zijn primitief en tijdloos. Honek noemt nergens een jaartal. Ik plaatste de verhalen in een vorige eeuw, waar een slachter langs boerderijen gaat om te helpen bij het doden van een varken, waar een man vertrekt uit het dorp om elders als houthakker te gaan werken en nooit meer terugkeert. En waar vrouwen, die niet geacht worden in het café te komen, slechts een soort speelgoed zijn voor de mannen. Maar rijden vrachtwagens rond en ’s avonds kijkt iedereen naar de televisie, waardoor ik werd teruggeworpen in de twintigste eeuw.
Het terugkerende thema is het pogen te ontsnappen aan deze kleine wereld, maar er blijkt voor niemand een beter alternatief te zijn. Er wordt veel geleden, er gaan mensen gewelddadig dood en tegenover dieren is men uiterst wreed. Als alleenstaande vrouw lijkt het leven dubbel zo zwaar. Malgorzata heeft als jonge vrouw haar verloving verbroken met een vreselijke man. Nu werkt ze in de plaatselijke bakkerij, waar een oudere man haar dagelijkse bezoekt. Ze gaat niet in op zijn avances. Een collega’s verklaart haar voor gek, want zo’n kans krijg je nooit meer. Zij moet er niet aan denken en ze blijft dromen van een ander bestaan. Uiteindelijk loopt het niet goed met haar af. Zo vergaat het veel personages; je moet voor iets kiezen in je leven, maar geen enkele keuze is aantrekkelijk, dus loop je vast.
Wat mij hier en daar ging tegenstaan was dat er weinig lucht zit in de verhalen. Er lijkt geen enkel lichtpuntje te zijn, en relativering en humor ontbreken grotendeels. Mooi is wel dat zij alle smerigheid en uitzichtloosheid prachtig weet te beschrijven. Ter afsluiting een scène die zich afspeelt op zaterdag, ‘katverdrinkingsdag’ en wordt beschreven vanuit het jonge meisje Anielka. Zij gaat in bad en mama wast haar haren met brandnetelshampoo. ‘Ze houdt me altijd onder water en mijn broertje telt tot dertig. Soms vergist hij zich en begint hij opnieuw, maar mama laat nooit los. Mama maakt ons hard, want als we de wijde wereld in gaan, moeten we water in onze longen kunnen nemen zonder een kik te geven. Mama vindt het leuk als we met onze armen zwaaien en er belletjes boven komen. Ze zegt dat ze die in het moeras zag toen er een vosje verdronk en zijn rode staart omhoogstak.’ De moeder roept haar man om de bellen te komen bekijken van het stoute vosje. ‘Papa komt de keuken binnen, zet de bijl neer en rukt aan mama d’r haar.’

Geen opmerkingen:
Een reactie posten