Er is iets in het werk van Peter Terrin dat ik aantrekkelijk vind en tegelijkertijd irritant. Hij kan heel precies formuleren, een karakter opbouwen en een verhaal spanning geven. Door de feitelijke beschrijvingen heen voel je nu en dan een groot drama. Dat is zijn sterkte: iets suggereren of een unheimisch gevoel oproepen door de letterlijke omschrijvingen heen. Het geeft zijn werk een mysterieuze kracht. De keerzijde is dat het te lang een mysterie blijft. Je verwacht een ontknoping of een verdere ontwikkeling van een karakter, maar dat blijft uit. Nu hoeft dat geen bezwaar te zijn, maar ook in zijn recentste boek is de anticlimax iets te groot. Het verhaal loopt niet af, maar gaat als een nachtkaars uit.