woensdag 22 januari 2025

Human Zoos, science and spectacle in the age of colonial empires


 

In het boek Human Zoos komen twee onderwerpen samen waar ik al een jarenlange belangstelling voor heb: wereldtentoonstellingen en wat men vroeger freaks en tegenwoordig wondermensen noemt. De focus van de forse bundel wetenschappelijke artikelen is het tentoonstellen van mensen, met name uit de voormalige koloniën. Het tijdvak loopt van begin negentiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. De onderwerpen zijn heel divers: over de stand van de biologische kennis, ideeën over rassen, het ontstaan van dierentuinen, circussen en massa-amusement, over etnografische musea, Coney Island, de eerste Olympische Spelen en showmannen als P.T. Barnum, Buffalo Bill en The Great Farini. Er staan ook stukken in die specifiek gaan over één tentoonstelling of over het tentoonstellen van mensen in één land: Frankrijk, België en Italië, maar ook Japan. De bundel met maar liefst 31 artikelen is uit 2008 en is een uitgebreide versie van een eerdere publicatie uit 2002.


Een deel van de artikelen gaat over de historische achtergronden en definities, een deel is thematisch en een derde deel van de stukken zoomt in op een land of een specifieke plek. Het tentoonstellen van mensen is van alle tijden, maar werd vanaf de zeventiende eeuw in Europe populair. De oorsprong ligt in de interesse in alles wat exotisch was. Het verzamelen van menstypen en de raciale classificatie past binnen de wetenschappelijke belangstelling voor onbekende diersoorten, voorwerpen, stenen, enzovoorts. De wortels zijn te vinden in het werk van onderzoekers als Buffon, Linnaeus en Blumenbach. Het collectioneren was de logische voortzetting van het ontdekken. Om etnografisch onderzoek te doen kon een wetenschapper/ontdekkingsreiziger een verre kolonie bezoeken om waarnemingen te doen, maar hij kon ook voorwerpen, dieren en mensen mee naar Europa terugnemen. Begin negentiende eeuw werden deze mensen voor het eerst publiekelijk tentoongesteld. Daarmee zijn meteen de twee voornaamste drijfveren benoemd: onderzoek en amusement, of zoals de ondertitel van de bundel luidt: ‘science and spectacle in the age of colonial empires’.

 

Het tentoonstellen bleek als snel lucratief. De belangstelling werd mede aangewakkerd door handige zakenmannen die met groepen ‘exotische’ mensen rondtrokken langs onder meer koloniale en wereldtentoonstellingen. Andere plekken waar soms hele dorpen met mensen uit vooral Afrika werden geëxposeerd, waren etnografische musea en dierentuinen. De dorpen waren vaak geënsceneerd en de shows die opgevoerd werden, waren toneelstukjes. In totaal zijn er tussen de 20.000 en 25.000 mensen tentoongesteld. Belangrijk voor de wetenschappelijk kant was niet alleen het tonen van het exotische, maar ook de hiërarchie in rassen te laten zien, waarbij het ‘blanke ras’ altijd als superieur werd neergezet. Het ging om amusement, informatie en educatie. Het opmeten van schedels en doen van ander ‘wetenschappelijk onderzoek’ was hier onderdeel van.

 

Het beeld van de exotische ander had twee kanten: de ‘savage’ en de ‘native’. Om publiek te trekken werd de wilde vaak extra primitief gemaakt. Ze kregen bijvoorbeeld het label menseneter opgeplakt en mensen mochten bijvoorbeeld – wanneer ze voor maanden onderdeel waren van een wereldtentoonstelling – zo min mogelijk contact hebben met de plaatselijke bevolking. De ‘native’ was een primitief type dat onschuldig was en door onderwijs in staat was de Westerse normen eigen te maken en zich tot het christendom te bekeren. Deze twee labels golden ook voor zgn. freaks, die in het circus van bijvoorbeeld de showman P.T. Barnum werden tentoongesteld. ‘Eskimo’s’, ‘indianen’ en andere ‘exotische’ mensen werden samen met dwergen, reuzen, mensen met veel baardgroei, degenslikkers en anderen tentoongesteld. Iemand met dwerggroei werd bijvoorbeeld als simpel en onschuldig voorgesteld, een ander met een bijzondere huidziekte, afkomstig van het Amerikaanse platteland, werd aangekondigd als een wilde uit donker Afrika. 

 

De etymologie van het vaak gebezigde woord ‘monster’ is interessant. ‘Monstrare’ betekende oorspronkelijk tonen. Later wordt de term ‘freaks of nature’ veel gebruikt, maar het begrip klopt niet, de ‘freaks’ werden juist ‘freaks’ omdat ze getoond werden en er een verhaal omheen werd gemaakt. Dit verhaal had soms een wetenschappelijke onderbouwing waar begrippen als crossbreeding en reversions onderdeel van uitmaakten. Terecht stellen meerdere auteurs dat ‘freaks of culture’ een betere term is. Een freak werd je pas op het podium.

 

Heel interessant is het hoofdstuk over koloniale exposities in Japan. Eind negentiende eeuw werd Japan een wereldmacht, Taiwan was een kolonie van Japan waar de bezetter flink had huisgehouden. Op de Osaka expositie van 1903 werden onder anderen mensen uit Taiwan, Korea, Maleisië, Okinawa en China tentoongesteld. De manier waarop deze mensen werden gepresenteerd zegt alles over hoe het land of het volk zich verhield tot Japan. Aboriginals uit Taiwan behoorden tot de laagste categorie en werden als ‘raw barbarians’ bestempeld. Hoe groter de onderwerping van de koloniale macht hoe primitiever de mensen uit de kolonie werden voorgesteld. Deze regel gaat niet altijd op voor de West-Europese landen. Inwoners uit landen die behoorden tot het Britse wereldrijk werden gezien als ‘pacified’, getemd, en werden juist als minder exotisch voorgesteld. Zij behoorden als het ware tot de grote Britse familie. In Londen was het ook heel normaal om mensen uit de koloniën op straat te zien lopen. Anders was dat aan het begin van de twintigste eeuw in België. Congolezen zag je nauwelijks in België. Bij diverse wereldtentoonstellingen en met name in Tervuren werden honderden Congolezen in dorpen opgesloten om bezichtigd te worden. Ze leefden geïsoleerd om het ongeciviliseerde, het barbaarse niet verloren te laten gaan. Er hing zelfs een bordje waarop stond dat de zwarten niet gevoerd mochten worden omdat ze al gegeten hadden. België is het land waar het laatst mensen werden tentoongesteld, tot aan de expo in 1958.

 

In de meeste landen stopte men in de jaren dertig met dergelijke exposities. En vanwege de oorlogsdreiging was het rondtrekken met een circus of een mensenshow ook lastiger geworden. De koloniale tentoonstelling van 1931 in Parijs wordt gezien als een keerpunt. Na afloop was er veel kritiek en veranderde de aard van dergelijke tentoonstellingen van een ‘zoo’ naar een cultureel festival met muziek en voorstellingen. Wat je ook met name in Frankrijk ziet veranderen is dat het promoten van de koloniën, en het economisch gewin dat deze opbrachten, onderdeel wordt van de tentoonstellingen. Het exotische was deel van het grote Frankrijk, de culturen uit de koloniën konden hier onderdeel worden, mits ze natuurlijk de Europese beschaving en de christelijke waarden overnamen. Dat deze promotie nodig was kun je ook zien als een teken dat de koloniën niet meer als iets vanzelfsprekends werden gezien.

 

Human Zoos is een prachtige bundel waar heel veel kennis over dit wonderlijk verschijnsel van het tentoonstellen van mensen is samengebracht. Naast de wetenschappelijke belangstelling was het massa-amusement, waar miljoenen mensen op afkwamen. Ik heb hierboven maar een fractie van de onderwerpen kunnen noemen. Er is bijvoorbeeld ook aandacht voor de Venus Hottentot, de eugenetica beweging, de cinema in de jaren twintig als concurrent voor de live-shows, de stichter van de Hamburgse dierentuin Carl Hagenbeck, die ook met etnische shows door heel Europe toerde en de Olympische Spelen in St. Louis in 1904, met wedstrijden tussen Amerikanen en inwoners uit diverse koloniën, zoals de Filipijnen. Het is soms verbijsterend hoe nog geen honderd jaar geleden er tegen onbekende mensen werd aangekeken. De ander was een bezienswaardigheid, een freak. Er was bijna altijd sprake van een ongelijke machtsverhouding, hoewel in de bundel ook voorbeelden staan van mensen die bewust kozen voor een leven als tentoongesteld mens en er niet slechter van zijn geworden. De geschiedenis van de human zoos is zeer complex en raakt aan allerlei maatschappelijke, economische en culturele ontwikkelingen. Deze bundel legt deze geschiedenis in detail bloot en is daarom een absolute aanrader.

Geen opmerkingen: