donderdag 17 november 2022

Donald Ray Pollock - Knockemstiff



Donald Ray Pollock komt uit het troosteloze plaatsje Knockemstiff, in het zuidelijke deel van Ohio. Hij debuteerde in 2008 met het gelijknamige boek. Hij was toen al over de vijftig en had tientallen jaren in de lokale papierfabriek gewerkt. Als maar een kwart van wat hij beschrijft in de verhalenbundel realiteit is dan is Knockemstiff nog steeds een plek waar je niet wil zijn. Kindermishandeling, verkrachting, inventief drugsgebruik en mateloze alcoholconsumptie zijn voor de personages dagelijkse bezigheden. Veel bewoners leven in caravans, hebben geen werk of proberen met inbraak en drugshandel de touwtjes aan elkaar te knopen. Alles is er vies. Pollock weet het leven in Knockemstiff met humor en zelfs mededogen op te schrijven.

 

Het boek bestaat uit een verzameling verhalen over de inwoners van het plaatsje. Je kunt ze los van elkaar lezen, maar dezelfde figuren duiken in meerdere verhalen op, soms jaren later. In het openingsverhaal is de ik-figuur een jongen die met zijn vader naar de drive-in bioscoop gaat. Zijn vader staat stijf van de agressie en drinkt zijn whisky uit een asbak omdat zijn vrouw geen glazen heeft meegenomen. En hij drinkt godverdomme niet uit de fles want dan ben je voor dat je het weet een alcoholist. Uiteraard krijgt zijn vrouw er flink van langs. Later komt hij bij de wc’s in een gevecht terecht. Hij trapt iemand bijna dood. Het zoontje van het slachtoffer valt de jongen aan die van zich af bijt. Eindelijk is zijn vader trots op zijn zoon. Hij geniet er met volle teugen van wanneer hij hard wegrijdt en de sirenes van de ambulances al te horen zijn. In het laatste verhaal is de vader oud en versleten. De zoon komt hem opzoeken. Pa ligt op bed met een zuurstoftank. Hij heeft een gemene blik in zijn ogen en schreeuwt nog altijd naar zijn vrouw als hem iets niet bevalt. De jongeman verlaat het huis om nooit meer terug te keren.

 

In het verhaal ‘Vissticks’ speelt een vrouw die altijd met een tas bevroren vissticks rondsjouwt. De grijzige hapjes deelt ze uit aan wie trek heeft. Haar vriend heeft er genoeg van, schaamt zich voor zijn vriendin en noemt haar achterlijk. Maar eigenlijk is zij wel de beste vrouw voor hem: “overdadige seks zonder condoom, de nieuwste psychotische drugs, een uitkering van de overheid.” Hap’s is de lokale bar. Een man is er met zijn vriendin, waar hij inwoont. Terug van de wc blijkt zij er vandoor te zijn met een houthakker. Er staat een biertje voor zijn neus, maar hij heeft geen geld om te betalen. Jerry, die hier iedere dag zit kan gezelschap gebruiken en trakteert hem. Iedereen zoekt iemand om zich aan vast te klampen en de kelerezooi te vergeten. “Dat geldt voor bijna iedereen: ons leven vergeten zou wel eens het beste kunnen zijn dat we ooit doen.”

 

De bewoners proberen vaak niet eens iets van hun leven te maken. Ze weten dat ze vastzitten, niet meer zullen veranderen. “Neem mij bijvoorbeeld. Grote Bernie Givens. Ik ben zesenvijftig jaar oud, moddervet en zit net zo vast in Ohio als de grijns op de tronie van een dooie clown.” Hun inventiviteit richt zich slechts op het vinden van manieren om makkelijk aan geld te komen, zoals diefstal en het onderzoeken van meer extreme vormen van drugs- en alcoholgebruik. Bactine was voor mij een onbekende drug; ik begin er maar niet aan, net zomin als aan oxycodon. En man boert goed in Knockemstiff omdat hij een vriend heeft die handig is als inbreker en een maatje nodig heeft. Dan gaat het mis en valt hij van een dak. In het ziekenhuis wordt hij opgelapt. Hij blijft invalide, maar heeft als troost dat hij toegang krijgt tot ongelimiteerde hoeveelheden pijnstillers. “De oxy vulde gaten in me waarvan ik niet bewust was dat ze bestonden.” Eerst vond hij dat geweldig. Later moest hij de auto verkopen en moesten hij en zijn vrouw in een verrotte caravan gaan wonen. “Onder invloed van de oxy verloor ik de ambitie andermans bezittingen te stelen.” De enige reden dat zijn vrouw bij hem blijft is haar volslagen lusteloosheid. De man komt uiteindelijk tot een belangrijk inzicht. “In een meer ontwikkelde maatschappij zouden we allebei waarschijnlijk al lang afgemaakt zijn en aan de honden gevoerd.”

Geen opmerkingen: