zondag 6 november 2022

Myrte Leffring – WULK – Vallen & Opstaan

 

Myrte Leffring is dichter. Zij publiceerde twee bundels, Om je schouders hang ik de nachten uit 2015 en De tere bloemen van het verstand uit 2016. De laatste jaren verscheen veel nieuw werk van haar in poëzietijdschriften en in bloemlezingen, maar velen keken uit naar een nieuwe bundel van haar hand. Uiteraard wist ik dat Myrte al enige tijd bezig was met een project waarin proza en poëzie samenkomen. Zij is hoofdredacteur bij Awater, het poëzietijdschrift waar ik de bureauredacteur van ben. Met WULK – Vallen & Opstaan heeft zij de belofte van iets nieuws ruim ingelost. Het tweeluik in proza en poëzie is een uniek boek geworden. 

Wulk bestaat uit twee boeken, waarin hetzelfde verhaal in twee genres wordt verteld: Vallen is proza, Opstaan is poëzie. De 67 hoofdstukken, plus een proloog, kun je achter elkaar in één genre lezen of, zoals ik heb gedaan, om de paar hoofdstukken schakelen tussen proza en poëzie. Het werk is uiterst goed doordacht. Naast de strakke indeling hanteert Leffring een aantal literaire trucs die van het lezen een wonderlijke ervaring maken. Het verhaal van Lea Noorderveen, een vrouw die door een telefoontje van haar jongere zus Kim geconfronteerd wordt met een traumatische gebeurtenis uit haar jeugd, speelt in twee tijden. In het nu is zij een ogenschijnlijk succesvol advocate, die bij nader inzien een wat eenzaam leven leidt. 

 

Kim, die zij jaren niet heeft gezien, vraagt of zij naar haar toe kan komen. Zij heeft haar iets belangrijks te vertellen. De hoofdstukken spelen om en om in 1996 en in 2016. Het verhaal uit 1996 staat in de tegenwoordige tijd en is strikt chronologisch opgezet. De gebeurtenissen uit 2016 staan in de verleden tijd, maar de verteller denkt regelmatig terug aan episodes uit haar leven waarin zij worstelde met het drama en met de omgang met haar familieleden. De auteur hanteert hier de tweede persoon enkelvoud, de je-vorm. Lea spreekt in gedachte haar zus aan. Deze vorm wordt niet vaak gehanteerd en kan bij te veel nadruk storend zijn voor de lezer. De vorm leidt dan af van de inhoud. Leffring wisselt de je-vorm echter veelvuldig af met dialogen en langere herinneringen en gedachtes.

 

Vooraf was ik bang dat deze opzet te geforceerd zou zijn, waardoor het verhaal zelf niet uit de verf zou komen. Het tegendeel is het geval. De vorm werkt erg goed en leidt niet af van het conflict waar het verhaal om draait. De moeder van de twee zussen verdween in 1996, tijdens een vakantie in Frankrijk. Wat er precies is gebeurd kom je langzaam te weten. Het boek bevat dit spannende element, maar heeft verder niets van een thriller. Halverwege het boek weet je ongeveer hoe de vork in de steel zit, maar juist dan wil je meer weten. 

 

De jeugd van Lea was niet prettig. Haar moeder dronk veel en haar handen zaten nogal los. De vader was in 1996 het huis al uit en had een nieuwe relatie, die hij voor de scheiding was begonnen. De zusjes waren veel op elkaar aangewezen. Kim was een intelligent kind, maar zag niet alles wat de moeder aanrichtte. Zij wilde gewoon liefde van haar beide ouders. Lea nam haar zusje in bescherming.

 

Lea uit 2016 is moeilijk te peilen. Het contact met haar zus en vader is verwaterd. Zij ondernam geen actie om de band te herstellen. Zij voelt zich schuldig en heeft de neiging om zich te verschuilen, in haar werk bijvoorbeeld. Ook slikt zij pillen tegen slapenloosheid, waardoor haar blik vertroebeld raakt. Hoe betrouwbaar haar gedachten en herinneringen zijn daar kun je over twisten. Heel mooi geeft Leffring weer hoe complex familierelaties kunnen zijn: hoe zwijgen en elkaar niet willen begrijpen levenslange wonden kunnen veroorzaken. Juist in het blootleggen van dit soort schurende verhoudingen tussen een beperkt aantal personages is zij op haar best. Het boek draait om een geheim, maar de motor van het verhaal zijn familieverhoudingen die op scherp worden gezet. Vroeger kon Lea letterlijk de gedachten lezen van haar zusje, nu lukt het niet meer om eerlijk tegenover haar te zijn en heeft zij de grootste moeite om haar zelfs onder ogen te komen.

 

De poëzie in Opstaan vult het verhaal aan, geeft soms een samenvatting maar kan ook los van het verhaal gelezen worden. Soms licht in een gedicht precies het woord of een zin op die er tijdens het lezen van het proza ook uitsprong. Soms legt de dichter net een ander accent. De poëzie van Myrte is bijzonder sfeervol, maar bevat ook vaak een angel, een geheimzinnig element. Daarmee sluit dit werk goed aan bij haar proza. Graag citeer ik een gedicht. In het verhaal denkt Lea aan de komende ontmoeting met haar jongere zus.


 

ik verplaats de vaas

door mijn raam zie ik

een fluisterend stel

hij steelt een kus, zij vleit zich

in zijn mintfrisse hals

de irissen zien niet het grauw

van de gracht, de verveelde eenden

 

wat doe jij? bedenk je vragen

waarop ik het antwoord niet ken?

 

is het wijs

dat we elkaar morgen zien?

 

iets tiert, iets griept in mij

 

 

Met WULK – Vallen & Opstaan heeft Myrte Leffring een uniek werk afgeleverd. Ik kan geen ander voorbeeld bedenken van een dergelijke opzet. De vaste vorm lijkt wat overdadig, maar is geen belemmering om op te gaan in het goed geschreven verhaal. Persoonlijk vind ik het niet zo belangrijk dat de hoofdstukken om en om in twee tijdsperiodes spelen, maar uiteraard stoort het ook niet. Myrte wilde duidelijk heel precies te werk gaan. Zij geeft ook per hoofdstuk de dag aan en noemt geregeld de leeftijd van de zussen. Dit zijn dingen waar ik tijdens het lezen zelden op let. De kracht van het werk zit in het scherp uitbeelden van verwrongen familieverhoudingen. De poëzie leest als een versterking van de moeilijkheden waar Lea mee worstelt, maar is gewoon ook mooie poëzie, die los van het verhaal gelezen kan worden.

Geen opmerkingen: