De journalist Peter Pomerantsev werd in 1977 geboren in Kiev. Zijn vader Igor vluchtte met zijn gezin naar het Westen en werkte onder andere voor de BBC World Service. Zijn moeder, die geen rol speelt in dit boek, is documentairemaker. Op Internet las ik dat Peter Pomerantsev werd geboren in Rusland. Dit klopt niet, Kiev is nu de hoofdstad van Oekraïne, in 1977 was de Oekraïne één van de vijftien Sovjetrepublieken binnen de Sovjet-Unie.
Het is dit soort misinformatie waar Peter Pomerantsev zijn verhaal mee begint in dit boek dat als ronkende ondertitel heeft De oorlog tegen de waarheid. Het lijkt een detail, maar de keuze welke woorden online worden gebruikt om een vijand zwart te maken zijn essentieel. Het begrip ‘informatieoorlog’ zelf is al beladen. Omdat mensen die een conflict niet louter willen definiëren in termen van informatie ook het begrip ‘informatieoorlog’ gebruiken wordt het reëel.
In Dit is geen propaganda gaat de auteur op zoek de mensen achter de desinformatie, de nepaccounts en de trollenfabrieken. De hoofdstukken, die vooral gebaseerd zijn op interviews wisselt hij af met stukken over zijn eigen achtergrond, met name de vlucht van zijn vader en de rol die deze heeft gespeeld ten tijde van de Koude Oorlog. Hij poogt een verband te leggen tussen de twee verhaallijnen. Het grote verschil nu is natuurlijk het alom aanwezige Internet. “Er is zoveel informatie, desinformatie, zoveel van alles dat ik niet meer weet wat waar is.”
Pomerantsev begint zijn onderzoek in Manilla, de hoofdstad van de Filipijnen. Hij beschrijft de stad beeldend met zijn schrille tegenstellingen, hoge flatgebouwen, vette walmen, daklozen. “Tussen de winkelcentra valt de stad in diepe troggen met sloppenwijken.” Hij heeft een afspraak met P. Die hem inwijdt in de wereld van nepaccounts en het manipuleren van het maatschappelijk debat. P. was op jonge leeftijd al zeer actief online. En op zijn twintigste had hij vijftien miljoen volgers op verschillende platforms. Hij hielp Duterte met zijn campagne als kandidaat die de drugscriminaliteit hard zou aanpakken. Op talloze online platforms stuurden P. en anderen de gesprekken richting misdaadbestrijding. Op lokale platforms werden dagelijks nieuwe berichten geplaatst over lokale criminaliteit met de nadruk dat het zou gaan om druggerelateerde misdaden. Of de verhalen waar zijn of niet deed er niet toe. Duterte won de verkiezingen, misschien mede door deze online-campagnes.
Online berichtgeving keerde zich ook tegen critici van het regime van Duterte, zoals de journaliste Maria Ressa van de nieuwssite Rappler. Haar team onderzocht waar de aanvallen op journalisten vandaan kwamen. Het probleem is dat je de vijand niet kunt zien. Zij ontdekten een patroon van zwartmaken, beschuldigingen en uiteindelijk arrestaties. De aanvallen kwamen vooral van nepaccounts, bijvoorbeeld van Koreaanse popsterren, die verkondigden hoe geweldig Duterte en Bong Bong Marcos (de zoon van) waren.
De accounts leiden naar een trollenfabriek, waar veelal studenten een centje bijverdienen met dag en nacht berichten plaatsen met inhoud die aansluit bij wat de opdrachtgever wil horen, in dit geval het regime van Duterte. De werknemers hebben uiteraard geheimhoudingsplicht maar diegenen die willen praten lijken zich niet echt schuldig te voelen over het grootscheeps manipuleren van de openbare mening.
Vanuit dit Filipijnse voorbeeld verbreedt Pomerantsev zijn verhaal met bijvoorbeeld de situatie in Mexico, Servië, Rusland en Oekraïne. Interessant is de steeds sterkere vermenging van nieuws en nepnieuws, zowel historisch gezien als in de loop van zijn betoog. Daarmee hangt samen het verbrokkelen van betekenissen van woorden en de inflatie van feiten. Een Amerikaanse speciale aanklager wilde dat de VS stappen zou ondernemen nadat bewezen was dat er enorme hoeveelheden propaganda afkomstig waren uit trollenfabrieken in Rusland. Er gebeurde niets. Pomerantsev vroeg aan Amerikaanse juristen waarom hier niets mee gedaan was. Een van de antwoorden was dat het leger van de VS zelf ook gebruik maakt van nepaccounts.
Zonder op alle details in de volgende hoofstukken in te gaan, wil ik wat opmerkelijke zaken uitlichten uit het overvloedige materiaal dat Pomerantsev in zijn boek bij elkaar heeft gebracht. Bijzonder is, zoals in de Filipijnen, dat online patronen voorspellen waar het in de maatschappij heen zal gaan. Dus voorafgaand aan bijvoorbeeld een reeks arrestaties binnen een bepaalde groep, zie je vooraf dat die groep door trollen aangevallen wordt. Het is dus niet zo dat er online wordt gereageerd op iets wat zich in de samenleving afspeelt. Het is omgekeerd. Online zwartmaken zorgt ervoor dat een regime makkelijker, zonder te vele verzet, kan ingrijpen. Als je eerst voortdurend leest dat een journalist en landverrader, een crimineel en een perverseling is dan zal er minder verzet zijn bij de arrestatie van deze journalist.
Veel van wat Pomerantsev beschrijft valt onder het kopje marketing. Politiek is gewoon marketing en meningen zijn handelswaar geworden. Met deze blik lijken diegenen die werkzaam zijn in deze industrie ook niet meer in staat om op een morele manier naar hun werk te kijken: het product moet verkocht worden en daar is alles voor geoorloofd. Bewust mensen misleiden is nog het minste wat desinformatie doet. De boodschap pas je aan je publiek aan. Dat je daarmee aan verschillende groepen tegenovergestelde boodschappen uitzendt is geen probleem, als ze maar op je kandidaat stemmen. Dit werkte goed in de Brexit-campagne. Een andere techniek is om zoveel mogelijk verschillende visies op een zaak los te laten, of samenzweringstheorieën, nog beter. Het publiek ziet door de bomen het bos niet meer.
Voor machthebbers was het misschien vroeger van belang leugens te verbergen of de waarheid te verdraaien. Tegenwoordig lijkt het niet meer uit te maken: feiten zijn krachteloos geworden tussen alle alternatieve feiten. Door de tegengestelde betekenissen van begrippen en tegenstrijdige verhalen is er een klimaat geschapen waarin bijvoorbeeld Poetin voor de televisie kan beweren dat er geen Russische soldaten op de Krim waren en later gewoon toegeven dat zij er wel waren, zonder dat dit consequenties heeft. Donald Trump past dezelfde tactiek toe. Misschien is tactiek niet het goede woord. Pomerantsev verwoordt het zo: “Donald Trump staat erom bekend dat hij geen waarneembaar idee heeft van wat waarheid of feiten zijn, maar toch heeft dit zijn succes in geen enkel opzicht in de weg gestaan.”
Het verdienmodel van de online-marketingstrategieën die onze meningen sturen is moeilijk te stuiten. Facebook kan bijvoorbeeld berichten verwijderen van hun platforms, maar zij verdienen ook aan zoveel mogelijk (des)informatie. Het publiek bewust maken van desinformatie en inzicht geven in tegenstrijdige beweringen kan soms juist averechts werken. Mensen kunnen wantrouwig worden en daarmee ook jouw verhaal niet geloven. En er speelt nog iets. Informatie over grote misdaden, zoals de genocide in Rwanda, kwam vroeger langzamer tot ons. Politici wereldwijd konden zeggen dat zij het nog niet wisten. Tegenwoordig is een dergelijke massamoord meteen wereldwijd zichtbaar, iedereen filmt en fotografeert. Wereldleiders zouden met deze informatie snel tot actie kunnen overgaan, wat dit dan ook moet zijn. Maar het klimaat van nepnieuws en manipulaties – je weet niet meer wat waar is - geeft hen een excuus om niet in te grijpen, een treurigmakende constatering.
Peter Pomerantsev heeft met Dit is geen propaganda enerzijds een inzichtelijk boek geschreven, hoewel veel van zijn verhalen wel bekend zijn als je regelmatig de krant leest. Anderzijds is de opbouw van zijn boek wat ongrijpbaar. De hoofdstukken over zijn vader zijn wat lang en vormen teveel een losstaand verhaal. Hij brengt het niet echt samen met wat hijzelf heeft onderzocht. Maar het grote manco van het boek is het ontbreken van conclusies. Pomerantsev geeft weinig duiding en biedt geen blik op de toekomst. Als deze online-marketingstrategieën zo succesvol werken wat betekent dit dan voor toekomstige verkiezingen wereldwijd? Wat zal de volgende stap zijn? Protestbewegingen maken ook al bescheiden gebruik van dezelfde technieken, waar leidt dit toe? Dit zijn enkele vragen die bij mij opkwamen, Pomerantsev gaat er te weinig op in, dat is jammer. Misschien is het stof voor zijn volgende boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten