donderdag 27 augustus 2020

Elli H. Radinger – De wijsheid van wolven


Sinds een paar jaar is de wolf terug in Nederland. De publieke belangstelling voor deze bijzondere diersoort is flink toegenomen. Zowel liefhebbers als critici laten zich horen. De Duitse wolvenonderzoeker Elli H. Radinger behoort duidelijk bij de liefhebbers. Zij noemt zichzelf een wolfaholic. De wijsheid van wolven kwam uit in 2017. Radinger heeft veel groepen wolven geobserveerd in met name het Yellowstone National Park in de VS. Later in haar boek bespreekt zij ook de terugkeer van de wolf in Duitsland.


Radinger gaat uitvoerig in op het gedrag van wolven en legt verbanden met menselijk gedrag. Door haar observaties ziet zij dat mensen veel kunnen leren van wolven. Wolven zijn bij uitstel familiedieren. Zij helpen elkaar en ieder heeft zijn of haar taak in de roedel. Het zijn enorm sociale dieren die veel van elkaar leren. Zij communiceren met al hun zintuigen: geurvlaggen, oogcontact, de staart en het bekende gemeenschappelijke huilen. Dit huilen kan verschillende dingen betekenen. Zijn de wolven binnen een roedel op afstand van elkaar dan kan een wolf een locatie ermee aangeven: anderen reageren. In mensentaal: “ik ben hier, waar zijn jullie?” Maar het huilen kan net als veel ander gedrag een hele andere functie hebben. Je kunt het zien als ritueel. Door samen te huilen versterk je de onderlinge band, die zo belangrijk is binnen de groep.

 

De groepsgrootte en de hiërarchie binnen een groep kan per roedel verschillen. Er bestaan roedels van zes of zeven wolven en er zijn groepen van dertig wolven uit verschillende generaties. Wolven kunnen alleen op pad gaan om een partner bij een andere familie te vinden of een aantal wolven kan een eigen roedel beginnen. Radinger haalt heel wat clichébeelden over de wolf onderuit. Wolven hebben een hiërarchie maar een strikte pikorde, waarbij de alfawolf de baas is en met alle wolvinnen paart, bestaat er niet. De taken zijn veel democratischer verdeeld. Meestal staat een volwassen wolvenechtpaar aan het hoofd. De mythe van de alfawolf is ontstaan omdat wolven voorheen vooral in gevangenschap werden geobserveerd. Binnen een omheind gebied waar wolven niet weg kunnen ontstaat er wel strijd om dominantie. Het gaat er dan veel wreder aan toe dan in het wild. Wolven zijn slim, berekenend zelfs. Als een strijd weinig zal opleveren dan loopt hij liever weg of zoekt een andere oplossing. Hier is wel voldoende fysieke ruimte voor nodig.

 

Tegenwoordig, de laatste twintig jaar, worden wolven meer en meer geobserveerd in hun natuurlijke omgeving. Radinger heeft vele dagen en nachten met verrelijkers in de aanslag hun gedrag bekeken. Soms denk je dat zij teveel menselijk gedrag in de wolven legt, maar zij is niet de enige bioloog die aantoont dat veel dieren ook complexe gevoelens hebben en hoogst intelligent gedrag laten zien. Frans de Waal doet al jaren onderzoek naar apen. Het is verbijsterend - maar eigenlijk heel begrijpelijk, we verschillen ook weer niet zo veel van elkaar - hoe veel zogenaamd menselijk gedrag hij bij apen waarneemt. Radinger ziet wolvenjongen met elkaar spelen en worstelen. Zij leren hoe hard zij elkaar kunnen bijten (zelfbeheersing) en wanneer zij zich moeten onderwerpen (rolwisseling). Zij trainen bovendien hun spieren. Maar wat zij er ook in ziet is dat wolven gedrag kunnen faken. Een volwassen wolf laat zich expres verslaan door een kleintje.

 

Waar Radinger soms wat doorslaat is wanneer zij het heeft over de wolvenziel, vrouwelijke oerinstincten, het leven van de natuurvolkeren, enzovoorts. Leuk is dat zij zelf ook beseft dat zij soms wat zweverig is. Maar het duiden van gedrag op basis van algemene termen staat mij wat tegen. Dé vrouwenziel of hét oerinstinct bestaat niet. En zo zijn er ook talloze zogenaamde natuurvolkeren geweest die soms enorm van elkaar verschilden. Waar ze ook even de mist in gaat is haar bewering dat domesticatie een proces van tienduizenden jaren is. Recent onderzoek toont juist aan hoe verrassend snel dit kan gaan. Vogels en zoogdieren veroveren onze steden en passen zich vaak moeiteloos aan. Hun genetische code en hun gedrag kan in een klein aantal generaties al veranderen. En experimenten met zilvervossen in Rusland hebben laten zien dat deze dieren in enkele tientallen jaren tam kunnen worden.

 

Het leukste in dit boek zijn toch de interessante observaties. Nieuw voor mij was dat raven en wolven samen een soort pact vormen. Waar wolven een prooi gedood hebben zie je raven. De raven eten de restanten, maar het werkt ook andersom. Wanner raven een kadaver zien liggen beginnen ze herrie te maken om wolven te lokken. Zij kunnen namelijk zelf niet goed door de dikke huid heen om bij het vlees te komen. Zij roepen in feite de hulp van wolven in om het zware werk te doen. Dus ben je in Yellowstone en zoek je wolven, kijk waar de raven zijn. Een andere mooie samenwerking is die met gaffelbokjes. Een gaffelbok is een lekker hapje voor een wolf, maar deze bokken zijn razendsnel. Toch zie je gaffelbokjes vaak in de buurt van wolven. De reden is dat de wolven toch wel hebben ingezien dat zij te snel zijn. Maar dicht in de buurt blijven van één groep bekende wolven zorgt ervoor dat andere wolven of andere jagers niet bij je in de buurt zullen komen.

 

Dan nog wat kleine bijzonderheden. Wolven huilen niet naar de maan. Zij kunnen wel blaffen, bijvoorbeeld om elkaar te waarschuwen voor gevaar. Leuk vond ik ook om te lezen dat een wolf soms zomaar op pad gaat. Niet ieder gedrag is direct even functioneel. De ene wolf is nieuwsgieriger dan de andere wolf. Radinger zag een bepaalde wolf zomaar wegwandelen. Hij zag een berg en dacht, ik ga eens kijken wat er achter die berg is. Ook goed om te weten dat wolven die een prooi te pakken hebben geen last hebben van medelijden. Het verscheuren is geen fijn gezicht. Het is daarom dat deze vaak cruciale scenes niet worden vertoond in natuurfilms. Ook vanwege de vrees voor klachten van kijkers.  

 

De wijsheid van wolven heb ik met heel veel plezier gelezen. Het is zowel een persoonlijk boek als een wetenschappelijke boek. Elli H. Radinger beschrijft wat zij persoonlijk heeft meegemaakt als intensieve waarnemer van wolven, soms met een vleug esoterie, maar zij is net zo goed kritisch. Tot slot, zij schreef dit boek in 2017. De wolf was toen net in Duitsland ingeburgerd. Er waren ook protesten en er was angst voor de wolf. De kans dat een wolf een mens aanvalt is echt uiterst klein. Nu is de wolf in Nederland. Wolven komen voor in landbouwgebieden, de dieren passen zich aan. Een wolf hoort in de wildernis, zeggen critici, maar de wildernis bestaat niet meer. 

Geen opmerkingen: