Spel is
het enige boek van Enter dat ik nog niet had gelezen. Het wordt op de
achterflap een roman genoemd. Je kunt het ook lezen als een verhalenbundel.
Hoofdpersoon is Norbert Vijgh, die in elke verhaal wat ouder is. Hij woont in
het dorpje Brevendal. In het eerste hoofdstuk – of eerste verhaal – is hij een
kind van een jaar acht, in het laatste heeft hij net het ouderlijk huis
verlaten.
In veel
verhalen trekt Norbert op met een paar vriendjes en is er een onderlinge strijd
gaande: het spel. Enter legt de nadruk op de sociale verschillen tussen Norbert
en andere jongens. Hij is nieuwsgierig naar die andere, veel brutalere jongens
van de LTS, tegelijkertijd weet hij dat hij nooit zal zijn zoals zij.
Een
ander constante in de verhalen is de sociale druk - van vriendjes, de kerk,
zijn ouders - en de onmacht van Norbert als kind zich hier aan te onttrekken.
Maar hoe ouder hij wordt hoe beter hij zich weet te weren.
Norbert
droomt soms weg, zoals bij verhalen over zijn voorouders, levens vol heroïek en
gevaar. “En hij dacht aan zijn eigen leven, waarin geen enkele kans op iets als
heldendom te ontwaren viel.” Hij gaat om met een jongen uit de buurt, Theo. Als
kind was Theo al de meest lompe jongen uit zijn vriendkring. In het verhaal
‘Heroïsch’ ziet Norbert hem weer terug. Hijzelf zit op het gymnasium, Theo op de
LTS. Met een paar vriendjes van Theo gaan zij rotzooi schoppen op een
bouwplaats.
“Dit
zijn echt jongens, dacht Norbert terwijl hij de fles weer kreeg, om hier te
spelen. Jongens die op voetbal zitten, nooit een boek lezen, zich niks over
zichzelf afvragen.” Bij hun vernielingen worden de jongens gestoord door een
groep oudere jongens. De leider is een grote, doofstomme vent. Theo trekt een
mes, maar de anderen zijn sterker en zij slaan op de vlucht. Norbert loopt in
de val en wordt vernederd door de groep. Later ziet hij Theo en zijn vrienden
terug. Hij vertelt geen details over wat er is gebeurd, zij tonen ook
nauwelijks interesse in deze weinig heroïsche gebeurtenissen.
Een
ander verhaal ‘Weerstand’, gaat over schaken. Een nieuwe schaakleraar brengt de
hele club kinderen op een hoger niveau met zijn schaakmethode. Maar de man ligt
onder vuur. De stoere jongens noemen hem homo en lachen hem achter zijn rug
uit. Wanneer Norbert hem na een onverwacht mooi toernooiresultaat wil bedanken,
durft hij uiteindelijk niet. “ Hun blikken waren op mij gericht. Diep in mijn
lichaam kwam een doffe pijn opzetten. Misschien zouden ze me maandenlang voor
homovriendje of erger uitmaken.”
Wanneer
Norbert in een ander verhaal ‘Poppenkast’ weet dat hij niet meer gelooft
verbaast hij zich erover dat anderen die flauwekul serieus nemen. “Maar ze
hadden besloten gewoon mee te doen – aan een spel dat iemand lang geleden had
verzonnen en waarvan de regels weliswaar niet helemaal eerlijk en logisch waren
maar het was zo leuk om samen te doen, dus waarom zou je spelbreker zijn.”
Spel vind ik het beste boek van Stephan Enter. Elk verhaal heeft een andere sfeer,
maar is ook herkenbaar; het is te veel om hier stuk voor stuk te behandelen.
Het wat langere laatste verhaal over zijn grootmoeder is heel ontroerend.
‘Stoelendans’
gaat over de middelbare school. Enter beschrijft deze gemeenschap prachtig als
een groot sociaal laboratorium. ‘Het was geen teken van onmacht om op het bloed
van een leraar uit te zijn, maar juist van kracht, van bezieling, van
vrijheidsdrang. Wij wisten dat. Onze leraren kennelijk niet.”
Het
verhaal eindigt net als vele andere nogal wrang: thuis bij een eenzame jongen,
die een examenfeest geeft. De groep heeft geen oog voor wat dit voor de jongen
en zijn ouders betekent en neemt na een kort bezoek afscheid, terwijl de keuken
nog vol hapjes staat. “Pieter, zei zijn moeder verbaasd, gaan je vrienden nu al
weg?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten