Na maanden is het mij gelukt om Ada uit te lezen. Zelfs een geduchte
Nabokov-lezer als Rob Bats is hier slechts met moeite in geslaagd. Met wat rondvragen heb ik nog twee andere mensen gevonden die dit boek ook uitgelezen kregen. Is het daarmee een opgave?
Niet helemaal. Alleen is Ada nogal een hermetisch boek. Er staan prachtige
passage in, maar bij- en hoofdzaken lopen gierend door elkaar, tijd en perspectief kunnen verspringen en het
is soms onduidelijk wie de verteller is. Het taalgebruik is vrij apart: lange
zinnen, onbegrijpelijke of verzonnen woorden, citaten in het Frans en Russisch
en heel veel taalvondsten en –grappen. Voor een vertaler is het een onmogelijke
opgave. Toch leest het Nederlands van René Kurpershoek, als je je hoofd erbij houdt, zeker niet
kreupel. Online kon ik meelezen met het Engels, waarbij ik soms het spoor
bijster raakte.
Ada is volgens mij het boek waar Nabokov het langs aan heeft
gewerkt, op de vertaling van Poesjkins Jevgeni Onegin na. Aan de Franse vertaling
van Ada heeft Nabokov zelf intensief meegewerkt. Ada is opgebouwd uit vijf
delen. Het eerste deel beslaat de helft van het boek, elk volgend deel is
telkens de helft kleiner dan het voorgaande.
Ada is de liefdesgeschiedenis van twee mensen: Ada en Van.
Het verhaal begint met een stamboom en een korte schets van hun beide ouders,
grootouders en verder terug. Vanaf de eerste pagina lijkt Ada een historische, waargebeurde
vertelling. Maar wie is de verteller? Gedeeltelijk is dit Van, maar Ada heeft
redactie gevoerd. Op pagina 18 staat
bijvoorbeeld tussen haakjes: Kanttekening in Ada Veens bejaarde hand. Er is
echter ook een andere, alwetende verteller aan het woord. En af en toe lijkt een heel team
wetenschappers te willen achterhalen hoe en wat er precies is gebeurd: bijvoorbeeld:
wat waren de precieze bewoordingen van een briefje?
In sommige hoofdstukken maakt de vertelling plaats voor uitvoerige
beschrijvingen van scenes. Op afstand wordt een ontmoeting, een picknick, een landhuis
geregistreerd. Van is dan een van de beschreven personen. Daarnaast wisselen dialogen,
herinneringen en verhandelingen elkaar af in Ada. De plaatsen waar
gebeurtenissen zich afspelen zijn ook lastig te duiden. Nabokov laat de
gebeurtenissen afspelen in New York en andere wereldsteden, maar ook op niet
bestaande plekken, in fantasielanden. De machtsverhoudingen tussen landen en de
namen van landen in het Ada-universum is anders dan wij die kennen, maar wijkt
ook weer niet zo erg af. Toch klopt het allemaal binnen het verhaal.
Ada en Van komen uit een zeer rijke familie. Zij zijn beiden mooi, hoogst intelligent en familie van elkaar. Daarom is hun liefde verboden.
Volgens de stamboom zijn zij neef en nicht. Als kind heeft Van al de meest
wilde fantasieën over zijn nichtje. En al op jonge leeftijd komt hun liefde tot
consumptie. Nabokov schrijft hier zeer uitgebreid en openlijk over. Geen detail
van met name het nymfje Ada wordt overgeslagen. Het boek lolita staat niet op
zichzelf.
Het wordt verderop duidelijk dat de andere familieleden zich
ook niet altijd aan het incesttaboe hielden. Het wordt steeds erger. De twee gaan periodes intens met
elkaar om, dan zien ze elkaar een tijdje niet om vervolgens weer hongerig in
elkaar armen te vallen. Op later leeftijd komt de familie achter hun relatie,
wat vreemd is want bijna iedereen moest er al van weten. Het schandaal is
groter dan zij zelf vermoedden, Ada en Van zijn namelijk broer en zus.
Het boek Ada kent hele ingewikkelde passages, met
verwijzingen naar bestaande en
niet-bestaande boeken en scenes waarin de twee geliefden een geheime taal
spreken of discussiëren over de mogelijkheden van het scrabblespel in het Frans
of Russisch. Petje af voor de vertaler.
Daarnaast komen er erg smakelijke verhalen en bizarre verwikkelingen
voorbij, waarvan je je eerst afvraagt wat dit met het verhaal te maken heeft.
Nabokov weet er echter altijd zo’n draai aan te geven dat het logisch lijkt te
passen in de lijn van het boek. Erg knap.
Om een indruk te geven van het boek, ga ik niet de
verhaallijnen uiteenzetten. Beter is het hem uitvoerig te citeren om iets van
de stijl en de gekte van dit boek te ervaren. Ik doe dit uit het begin van hoofdstuk
drie van deel twee, waarin Nabokov een beschrijving geeft van het ontstaan en
de neergang van een bordelencomplex. Van was een regelmatige bezoeker.
Ik citeer uit http://www.ada.auckland.ac.nz/
. Het Nederlands is niet online te vinden en dit scheelt tikwerk.
In the spring of 1869, David van
Veen, a wealthy architect of Flemish extraction (in no way related to the Veens
of our rambling romance), escaped uninjured when the motorcar he was driving
from Cannes to Calais blew a front tire on a frost-glazed road and tore into a
parked furniture van; his daughter sitting beside him was instantly killed by a
suitcase sailing into her from behind and breaking her neck. In his London
studio her husband, an unbalanced, unsuccessful painter (ten years older than his father-in-law whom he
envied and despised) shot himself upon receiving the news by cablegram from a village
in Normandy called, dreadfully, Deuil.
The momentum of disaster lost none
of its speed, for neither did Eric, a boy of fifteen, despite all the care and
adoration which his grandfather surrounded him with, escape a freakish fate: a fate strangely similar to
his mother's.
After being removed from Note to a
small private school in Vaud Canton and then spending a consumptive summer in
the Maritime Alps, he was sent to Ex-en-Valais, whose crystal air was supposed at the time to
strengthen young lungs; instead of fracturing his skull. Among the boy's
belongings David van Veen found a number of poems and the draft of an essay entitled "Villa Venus: an
Organized Dream."
To put it bluntly, the boy had
sought to solace his first sexual torments by imagining and detailing a project
(derived from reading too many erotic works found in a furnished house his
grandfather had bought near Vence from Count Tolstoy, a Russian or Pole):
namely, a chain of palatial brothels that his inheritance would allow him to
establish all over "both hemispheres of our callipygian globe." The
little chap saw it as a kind of fashionable club, with branches, or, in his
poetical phrase, "Floramors," in
the vicinity of cities and spas. Membership was to be restricted to noblemen,
"handsome and healthy," with an age limit of fifty (which must be
praised as very broadminded on the poor kid's part), paying a yearly fee of
3650 guineas not counting the cost of bouquets, jewels and other gallant
donations. Resident female physicians, good-look-ing and young ("of the
American secretarial or dentist-assistant type"), would be there to check
the intimate physical condition of "the caresser and the
caressed" (another felicitous formula) as well as their own if "the
need arose," One clause in the Rules of the Club seemed to indicate that
Eric, though frenziedly heterosexual, had enjoyed some tender ersatz fumblings
with schoolmates at Note (a notorious preparatory school in that respect): at
least two of the maximum number of fifty inmates in the major floramors
might be pretty boys, wearing frontlets and short smocks, not older than
fourteen if fair, and not more than twelve if dark. However, in order to
exclude a regular flow of "inveterate pederasts," boy love could be
dabbled in by the jaded guest only between two sequences of three girls each,
all possessed in the course of the same week—a somewhat comical, but not
unshrewd, stipulation.
Aan het eind van het boek zijn Van en Ada oud geworden. Zij
zijn weer samen: Ada’s man is overleden en Van is een bekend schrijver van boeken
over psychologie. Deel vier van het boek Ada bestaat bijna geheel uit een filosofische
verhandeling van Van over tijd en ruimte. In deel vijf schrijft hij zijn
memoires, dus eigenlijk dit boek Ada, maar niet helemaal. Hij (Van of Nabokov) besluit
de laatste twee pagina’s met een beschrijving van het boek Ada. Hij noemt het “een
weidse verrukkelijk kroniek” en schrijft “Ondanks de complexe intrige en psychologische verwikkelingen heeft het verhaal een
daverend tempo.” Dat heeft het zeker: 613 pagina’s dik. Blij dat ik het gelezen
heb. Ada is een bijzonder boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten