Gelijk met het Rascha Peper-boekje kocht ik een tweede
nieuwjaarsgeschenk. Amos was een geschenk van uitgeverij de Geus tijdens de
jaarwisseling 1998/99. Het betrof een hoofdstuk uit de roman Huis voor de dag,
huis voor de nacht.
In Amos heeft Krysia van de Coöperatieve bank in Nowa Huta
last van dromen waarin zij stemmen hoort. Zij komt er achter dat een prettige
stem toebehoort aan ene Amos. Zij besluit dat dit de man van haar leven is en
gaat op zoek naar hem.
In het telefoonboek, het verhaal speelt zich diep in de
communistische tijd af, vindt zij de naam A. Mos, wonende te Czestochowa. Niet lang daarna, wat een toeval, heeft zij
een bedrijfscursus in dit stadje. De cursus is uitermate saai en haar collega’s
laten zich ’s nachts half dood van de wodka op een bed neervallen. Krysia
daarentegen gaat op zoek naar haar droomman.
A. Mos blijkt een tweederangs schrijver die op het punt staat
naar het Westen te emigreren. Hij is verbaasd over haar verhaal, gaat uiteraard
met haar naar bed en verklaard haar daarna voor gek. Na dit uitstapje is voor
Krysia niets meer als voorheen. Zij sleept zich door de dagen; haar leven heeft
geen zin meer.
Dan raadpleegt zij een helderziende die haar vertelt dat zij
een lang en onprettig leven voor zich heeft. Dit wist zij al. “Alleen zonde van
het geld. Zij had er een grijsgroen blouse voor kunnen kopen, zoals die in
pakjes uit het buitenland kwamen.” ’s Nachts hoort zij de stem van Amos: “Ik
hou van je, je bent een bijzonder iemand.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten