Als liefhebber van het werk van Bob den Uyl moest ik dit
boekje natuurlijk hebben. Meestal wordt het voor een absurd hoog bedrag aangeboden,
maar deze week had ik geluk. De twee eerdere vertalingen van het gedicht van
Poe staan samen met het origineel en de vertaling van Den Uyl uit 1983 naast
elkaar. Vergelijken is dus makkelijk.
De vertalers wisten niet van elkaars werk. De enorme
verschillen vallen als eerste op. Bob den Uyl was al heel lang bekend met The
Raven en hij heeft lang gewerkt aan een vertaling. Toch vind ik de zijne vaak
haperen. Hij blijft wel het meest bij de oorspronkelijk tekst. Gerard den
Brabanders vertaling is veel losser en leest ook soepeler. De eerste vertaling
uit 1887, van John F. Malta – wie had ooit van hem gehoord – zit hier tussenin.
Maar het eigenlijke gedicht van Poe staat ver boven al dit gepruts. De
herhalingen en klankrijmen werken hypnotisch. Geen wonder dat de tekst vaak in muziek
gebruikt en ook wel verminkt is.
Zelf schreef Poe een essay over het scheppingsproces van The
Raven. Dit stuk is door Den Uyl vertaald en opgenomen in deze bundel. Poe zet
heel beredeneerd uiteen hoe het gedicht ontstaan is. Nergens lees je over de al
dan niet goddelijke inspiratie die hem toeviel. Het deed mij vreemd genoeg zelfs
denken aan hoe Hegel het bestaan uitlegt: vanuit een abstract denkproces
ontstaat als vanzelf de hele wereld. Poe stelt vast wat de beste lengte van een
gedicht is: 100 regels. Dan bepaald hij het thema: een man staart uit het raam
en denkt aan zijn overleden geliefde. De omgeving moet hierop afgestemd worden.
Dan brengt hij wat noodzakelijke klanken in, enzovoorts. Al deze ingrediënten
leiden als vanzelf tot The Raven, wonderlijk. Edgar Allan Poe houdt ons hier
voor de gek denk ik.
Ook Bob den Uyl denkt er zo over. Hij raakt er zelfs
helemaal van slag van en weet niet meer wat in het gedicht zelf gemeend is en
wat parodie is. In de korte inleiding wordt deze verwarring breed uitgemeten.
Je verwacht dat hij er in nabeschouwing op terugkomt. Helaas heeft Den Uyl er
weinig meer aan toe te voegen dan dat het een raadsel is.
Tot besluit het eerste deel uit The Raven:
Once upon a
midnight dreary, while I pondered, weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore —
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of some one gently rapping, rapping at my chamber door.
"'Tis some visiter," I muttered, "tapping at my chamber door —
Only this and nothing more."
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore —
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of some one gently rapping, rapping at my chamber door.
"'Tis some visiter," I muttered, "tapping at my chamber door —
Only this and nothing more."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten