zondag 22 september 2019

Rob van Essen – Visser



Naar aanleiding van het succes van De goede zoon heeft uitgeverij Atlas Contact een ouder boek van Rob van Essen in een nieuw jasje gestoken. Visser is een wat obscure roman uit 2008. Hoofdpersoon is de geschiedenisleraar Jacob Visser. Hij woont in het provinciestadje Zwoldrecht. Vanwege een in de klas uitgevoerd gedachtenexperiment over moraal komt Visser in moeilijkheden. Een van de leerlingen is de zoon van een journalist van een regionale krant. De journalist is een oude vriend van Jacob. Hij neemt de vermeende uitspraken hoog op en schrijft er een stuk over.

Het verhaal begint wanneer Jacob al niet meer op school werkzaam is. Iedereen denkt dat hij op non-actief is gesteld. Zelf zegt hij zich ziek gemeld te hebben. Er gebeurt vervolgens heel veel. Van Essen vertelt in een hoog tempo alle verwikkelingen waar Jacob in verzeild raakt. Een collega vraagt hem een verklaring af te geven om de misverstanden uit de wereld te helpen. Hij blijft zwijgen. Zijn dochter gaat trouwen met de zoon van een psychologenechtpaar. Het zijn mensen die hij verafschuwt. Het huwelijk van Jacob is overigens ook zo goed als kapot.

 

In het begin van het boek ontmoet Jacob Clarissa, de dochter van de journalist. Zij is enigszins ontspoord. Op de begraafplaats heeft zij met wat vrienden rotzooi geschopt. Jacob biedt haar onderdak aan in een oude caravan die hij nog bezit. Hij is er jaren niet geweest. Later duikt telkens Jonathan op, de broer van Clarissa en de jongen die het verhaal de wereld in heeft geholpen. Hij heeft nazisympathieën en ziet Jacob als zijn held. Eindelijk iemand die de waarheid durft te zeggen. Jacob zelf reageert er niet op. Het blijft het hele boek onduidelijk wat hij precies gezegd heeft. Het was vooral ironisch bedoeld.

 

Ironie wordt hem vaker verweten, bijvoorbeeld wanneer hij niet enthousiast reageert op een voorstel van Jonathan om hun krachten te bundelen of wanneer de journalist terugblikt op hun vriendschap en de intellectuele gesprekken die zij voerden. “Bij jou is alles nog steeds ironie, hè. Nou, je ziet waar het toe leidt.” De ironische kijk van Jacob heeft veel te maken met het verlies van een kind. In het hele verhaal komt dit gegeven telkens naar voren, maar je krijgt niet de indruk dat hij er erg sentimenteel over wil doen. Hij wil er nauwelijks over praten met anderen. 

 

Er duiken in de loop van het boek veel figuren op uit het dorp. De vele personages en korte zijverhaallijnen storen in het geheel niet. Jacob Visser komt in een achtbaan terecht. In het gekraakte culturele centrum vinden feesten plaats en jongeren getuigen hun steun aan Visser. Het wordt een beweging die tot geweld overgaat. Jacob zelf blijft zwijgzaam hierover. Hij is een opmerkelijk personage: onderkoeld, onbegrepen en cynisch. Hij doet er niets aan om de dreigingen af te wenden. En hij is raar. Wanneer hij op een ochtend aan het bed van de nog dronken en slapende Clarissa zit, steekt hij zomaar zijn pink in haar achterste. Van Essen beschrijft de handeling in detail.

 

Hij leeft meer en meer in een droomwereld en heeft steeds minder greep op de gebeurtenissen. Anderen handelen en denken voor hem. Om iets te laten zien van zijn kijk op de wereld om hem heen hier een citaat. Jacob is meegenomen naar het politiebureau. Hij zit in grote moeilijkheden. Inspecteur Haverkort geeft hem de krant met een verslag van de laatste gewelddaden. “ik word naar het politiebureau gebracht en dan geven ze me een krant te lezen, denkt hij. Alsof ik in een samenleving woon waarin kranten een kostbaar goed zijn, die niet zomaar uitgedeeld kunnen worden en slechts door een klein aantal mensen gelezen mogen worden. Elke dag haalt de politie bepaalde mensen van huis om ze in de gelegenheid te stellen de krant op het bureau te lezen. Zouden het elke dag dezelfde mensen zijn, of is het een loterij, met elke dag weer andere winnaars? Jacob laat de krant zakken en denkt na. Iets voor een sciencefictionroman, denkt hij.”

 

Het verhaal behandelt misschien een belangrijk thema: opkomst van het neonazisme of mediahysterie rond nepnieuws, het verhaal is toch voornamelijk slapstick, met een bescheiden serieuze ondertoon. Van Essen schrijft prettig en doseert de absurde ontwikkelingen in het verhaal goed. Op de achterflap wordt Visser hartverscheurend genoemd. Dat is de roman zeker niet.

Geen opmerkingen: