vrijdag 20 september 2019

Oek de Jong – Zwarte schuur


Van Oek de Jong las ik ruim dertig jaar geleden Cirkel in het gras. Dit boek werd alom aangeraden. Het zou een meesterwerk betreffen. Ik heb het met moeite uitgelezen. Wat mij ervan bijstaat is dat ik het vooral hoogdravend en aanstellerig vond. Er is zoveel moois te lezen, dus nam ik mij voor het werk van Oek de Jong voortaan links te laten liggen. Ik twijfelde bij Pier en oceaan. Bevriende lezers die ik waardeer om hun mening vonden het een meesterwerk. Dezelfde geluiden hoor ik nu bij het meest recente boek van Oek de Jong, Zwarte schuur. Ik kreeg het boek bij een gelegenheid gratis in mijn handen gedrukt. Ik kwam er niet omheen het te lezen. 

Zwarte schuur heeft een heldere opbouw en interessante personages. Hoofdpersoon is de kunstschilder Maris. In het eerste van de vijf delen zien we hem als negenenvijftigjarige rond de opening van zijn overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum. Hij is een gevierd en gewaardeerd kunstenaar. Maar op weg naar de opening is het al duidelijk dat er van alles mis is in zijn leven, te beginnen met zijn huwelijk. Hij is getrouwd met Fran. Zij heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk: Theo en Stan. Maris was een groot deel van hun jeugd een vader voor hen, hoewel hij zich meer bekommerde om zijn kunst dan om huiselijke aangelegenheden. Vooral met Stan, zij is fotograaf geworden, heeft hij een bijzondere band. De eerste zin van het boek zegt veel over het huwelijk tussen Maris en Fran. “Zwijgend zaten ze in de taxi.”

 

De eerste hoofdstukken staan vol met verwijzingen naar zowel een dreigende ondergang als naar een geheim uit het verleden van Maris. Op de binnenflap van Zwarte schuur  wordt dit geheim al benoemd. Op zijn veertiende heeft Maris in zijn geboortedorp in Zeeland een misdaad begaan in een schuur. Deze gebeurtenis achtervolgt hem zijn hele leven. Vlak na de opening brengt een tijdschrift het verhaal in een uitgebreid artikel. Alle trauma’s uit het verleden komen weer boven bij Maris. Vooral heeft hij moeite om met zijn kinderen, die van niks wisten, erover te praten. Knap is dat De Jong beetje bij beetje, gelijk opgaand met het wederom onder ogen zien van zijn misdaad, de gebeurtenissen onthult. Hij heeft er wel veel woorden voor nodig en valt regelmatig in herhalingen. 

 

Het tweede deel, dat ik veel beter vind, speelt zich af ten tijde van de misdaad. Je leest hoe Maris als kind was: een verlegen jongen, teruggetrokken en op zichzelf. Anderen vonden hem stiekem. Zijn moeder was een harde vrouw. De band met zijn zwijgzame vader was beter, maar de momenten dat zij nader tot elkaar kwamen, waren zeldzaam. Zelf verwoordt hij het later zo: “Ik onttrok mij aan anderen, ik ging ze uit de weg, ik bleef achteraan staan en sloop weg zodra ik kon. Waarom? Om alleen te kunnen zijn. Omdat ik niet zo was als de andere jongens, hoeveel klappen mijn moeder me ook gaf, omdat ze me verveelde. Ik had alleen halve vrienden. Ik deed mee zonder mee te doen, ik deed mee om niet buitengesloten te worden, maar als ik kon sloop ik weg. Ik vertelde nooit iets. Omdat ik niets te vertellen had wat anderen zou interesseren Er was niemand die mij aantrok. Niemand in wie ik iets herkende.” Maris heeft talent voor tekenen, Hierin kan hij zich uitleven. Hij krijgt ook les. 

 

Een week voordat Maris zijn misdaad begaat, is hij zelf slachtoffer van geweld. Heel mooi beschrijft De Jong de geslotenheid van het dorp. Maar in de ogenschijnlijke verlatenheid wordt alles gezien door de bewoners. Hij heeft het vaak over bekeken worden, spiedende ogen en blikken die ergens op geworpen worden, ook verderop in het boek. Het is de blik van de schilder Maris, die ook altijd bezig is details te zien in de wereld om hem heen of in de kunst die hij bewondert. Dezelfde onderzoekende blik voelt Maris vaak op zichzelf gericht. Ondanks deze visuele gerichtheid ziet Maris vaak dingen over het hoofd, vooral de signalen die zijn vrouw hem geeft.

 

De omgang met de misdaad is het centrale thema van het boek. Als dertiger is Maris een kunstenaar in opkomst. Hij heeft succes, maar loopt vast, is niet meer is staat nieuw werk te maken. Hij zwerft door de stad (Amsterdam) en drinkt veel. Hij komt in contact met een verlopen meisje. Zij blijkt hem te kennen uit het dorp. Kort gaan zij met elkaar om. Het verleden komt weer boven, hoewel Maris moeite blijft houden om erover te praten. Hier en ook later uit hij zich agressief naar mensen die hem willen helpen. Deze hoofdstukken, net als de stukken uit zijn jeugd, zijn spannend en lezen snel weg. Je krijgt als lezer steeds net weer een beetje meer informatie en leert Maris steeds beter begrijpen. Hij komt niet los van zijn verleden. “Alles veranderde, alles verdween. Waarom verdween zijn schuld dan niet, de schaduw die zijn leven begeleidde?”

 

Misschien is het daarom dat Maris de confrontatie met het verleden soms opzoekt. In een merkwaardig passage gaat hij voor een begrafenis terug naar zijn dorp. Tijdens de plechtigheid sluipt hij langzaam weg. Dan laat De Jong een gat in de tijd vallen en zien we Maris op een verlaten parkeerplaats staan, waar hij belaagd wordt door drie mannen die wraak op hem willen nemen. Het is wat onbegrijpelijk hoe hij hierin verzeild is geraakt. De oplossing van De Jong - een gat laten vallen in de tijd – is een beetje makkelijk. Hij kon waarschijnlijk geen overtuigende beweegredenen verzinnen om Maris op die plek te houden.

 

De twee laatste delen spraken mij minder aan. Oek de Jong bewandelt hier allerlei zijpaden. Maris en Fran gaan op vakantie naar de warm eiland, om hun huwelijk te redden. Ook hier volgt een confrontatie met het verleden van Maris. Maar De jong vlecht hier meer verhalen doorheen. Het verhaal van hun huwelijk wordt flink uitgesponnen. Daarnaast komt de ex van Fran uitvoerig voorbij. Hij heet Raf (alweer een naam met een a) en was fotograaf, net als zijn dochter Fran later zou worden. De vader van Maris krijgt aandacht, maar ook zijn manier van kunstuitoefening wordt nogmaals uitvoerig behandeld. Het is wat overvloedig. Het is flauw om te zeggen, maar minder pagina’s, meer geconcentreerd rond het centrale thema, zou de roman sterker maken. Ik heb zeker genoten van delen uit het boek, maar als geheel ben ik niet laaiend enthousiast over Zwarte schuur.

 

Geen opmerkingen: