vrijdag 15 juli 2016

L.H. Wiener – Nestor

L.H. Wiener schrijft voornamelijk verhalen. Zijn romandebuut  ‘Zwarte vrijdag’ uit 1967 werd door zowel lezers als recensenten volledig genegeerd. ‘Nestor’ is zijn tweede roman uit 2002. Hierna kreeg de schrijver meer de aandacht die hij verdient.


‘Nestor’ is een roman, maar de opbouw is niet die van een gewone roman. Het boek heet ‘Nestor’, maar in het werk schrijft hij over het schrijven van de novelle ‘Nestor’. Dit is het verhaal van vogelman Ezra Berger. Hij is een jongen uit Zandvoort, die eind jaren 50 een uil mee naar huis neemt. Hij temt de vogel, zijn vogel en houdt het dier zo veel mogelijk weg bij zijn ouders en zijn onberekenbare broer Saul.

Dit verhaal vermengt L.H. Wiener met het verhaal van de leraar Engels Victor van Gigch, al decennia verbonden aan een Haarlems gymnasium. Hij verzet zich hevig tegen nieuwe onderwijsmethoden die hem uiteindelijk van zijn school vervreemden.

De drie personages L.H. Wiener, Ezra Berger en Victor van Gigch worden langzaam aaneen gesmeed tot dezelfde figuur. De overstap van het ene personage naar het andere is steeds vloeiend, de thema’s zijn universeel: de radeloosheid van het individu ten opzichte van de wereld om hem heen, onbereikbare meisjes en vrouwen en de dood. “De dood sprak alle talen, maar hij bediende zich in de vorige eeuw bij voorkeur van het Duits.”

Tijdens het schrijven mijmert L.H. Wiener over het waarom van dit schrijven. Zijn boeken blijven gegarandeerd onbesproken en worden altijd na korte tijd verramsjt. “Het is mij volslagen onduidelijk waarom ik mezelf zo blijf kwellen met die onzin.”

De vader van Ezra is altijd weg. Hij hoopt een fortuin te verdienen op de beurs of in het casino. Voor Ezra is hij onnavolgbaar. “Louis Berger was slimmer dan hij wilde zijn, zag meer dan hij wilde waarnemen maar had zijn persoonlijke leefwereld bewust beperkt tot de binnenkant van zijn hoofd en wat zich daar afspeelde wist alleen hijzelf.”

Het dorp waar Ezra woont, Zandvoort, is getekend door de oorlog. De vele NSB’ers zijn er na 1945 opmerkelijk stil. Een teruggekeerde moffenhoer is haar huis kwijt en verlaat het dorp. “Al bleef het jammer dat ze weg was, want ze lustte er wel pap van en deed het voor niks en al was ze zo lelijk als de nacht, als je haar gebit in de vensterbank legde,  slobberde ze je rechtstreeks de hemel in.”

Victor van Gigch nodigt - ten einde raad als hij is - een escortmeisje uit. Hij biedt haar een kop koffie aan. Het meisje zegt dat zij maar een uur hebben. Verdient zij gedood te worden met het mes Victorinox? Zij vlijt neer op de bank, klaar voor de daad. Victor kan slechts huilen. Waar ging het ooit mis?

Clair is het mooiste meisje van de school. Zij gaat met Ezra mee naar huis om de uil Nestor te zien. Zij is niet bang, maar Ezra ziet dat Nestor gespannen is. Het loopt helemaal verkeerd. Ezra is zowel de uil als Clair voorgoed kwijt.

De roman ‘Nestor’ is even prachtig als de korte verhalen van L.H. Wiener. Lezen is mijn devies. Hij schrijft altijd goed. Het tragische is bij hem evenzeer humoristisch.

“Je kon niet altijd de baas zijn van het binnenste van je hoofd. Wel kon je op zoek gaan naar de nesten van vogels en leven in bewondering voor de schoonheid van hun bestaan, om er te zijn als dat nodig was en ze te behoeden voor gevaar en te luisteren naar hun gezang, naar hun gekrijs, of naar hun gemonkel en te voelen dat er een mysterieus leven was, dat in de huizen van mensen niet meer bestond en nog alleen door dieren werd geleefd, alle dieren, maar de vogels in het bijzonder. Hoe konden de mensen dat alles vergeten zijn?”

Geen opmerkingen: